Als je op camino bent, zit je eigenlijk in een coconnetje. Je bent met weinig anders bezig dan hoe de voeten het doen, wanneer en wat je gaat eten en waar je gaat slapen. Misschien maak je af en toe een uitstapje naar de gaten die in je kleding vallen, of je rugzak nog wel lekker hangt en waarom je schoenen niet langer waterdicht zijn, maar het zijn vrij basic gedachten en handelingen. Ik betrap me er soms zelfs op dat ik denk dat iedereen die we tegenkomen, pelgrims zullen zijn. Dat ik oprecht verbaasd ben als ik mensen in een hotel met een rolkoffer zie en me afvraag waar hun rugzak is. Het is vreemd, maar omdat je zelf zo diep in dat pelgrimswereldje zit, kun je het je bijna niet voorstellen dat daarbuiten ook nog van alles gebeurt.
Maar dat het leven gewoon doorgaat, dat er meer is dan deze camino, wordt me vanochtend duidelijk als we in een café in Colunga aan het ontbijten zijn en we op TV huilende mensen zien wiens huis in Madrid volledig onder water staat. We zijn allang blij dat dat gedoe over Rubiales een beetje naar de achtergrond is verschoven, maar dit is echt te verdrietig. En ook dichter bij huis is er veel gaande waar we niet bij zijn. Heftige dingen waarbij we aan de zijlijn staan te kijken en niets kunnen doen. En vandaag heb ik daar een beetje last van. Ik vind het moeilijk dat ik mijn vriendin geen knuffel kon geven toen ze ontdekte dat ze borstkanker heeft en dat ik er niet voor haar ben nu ze al twee operaties heeft ondergaan die niet tot het gewenste resultaat hebben geleid. Of mijn vriendin die haar vader onlangs verloor, en dat ik niet naar de condoleance kon om haar een hart onder de riem te steken. Of die vriendin die in een diepe relatiecrisis zit. Dat ik er niet ben om haar op te zoeken en haar te steunen, zoals ze dat nu misschien wel nodig heeft. Dat vind ik lastig van hier zijn en zo’n simpel leven leiden. Een leven waarin de grootste zorg is of je reservering wel goed is doorgekomen. Dat voelt dan op één of andere manier heel oneerlijk. Terwijl ik me ook realiseer dat als we wél thuis waren geweest, we uiteindelijk ook niet veel hadden kunnen doen. Ik kan mijn vriendin haar borstkanker niet overnemen. Ik kan de relatie van mijn andere vriendin niet fiksen. Maar toch…
Zo loop ik vandaag een beetje mijmerend door het landschap, een beetje verdrietig, een beetje gefrustreerd vanwege dat gevoel van tekort schieten. Ik prik met mijn stokken alsof ik kwaad ben op de bosgrond, kijk veel naar beneden en heb weinig oog voor mijn omgeving. Daar kom ik vooral achter als we ergens in de middag in gesprek raken met Dana en Orna uit Israel. Moeder en dochter, van wie de moeder morgen in Oviedo afhaakt en dochter Dana doorloopt tot Santiago.
‘Dat bos net was waanzinnig hè? We hebben volgens mij wel een half uur over die kilometer gedaan. Zoveel paddenstoelen!’
‘Paddenstoelen? Ik heb geen paddenstoel gezien!’ Ik kijk Pieter verbaasd aan. ‘Heb jij paddenstoelen gezien?’ Hij knikt. ‘Het stikte ervan.’
Nou ja! Hoe kan ik nou al die paddenstoelen gemist hebben?
Ik vraag Dana hoe het zit met haar haar. Ze heeft namelijk een enorme toeter van haar bovenop haar hoofd. Is het kroeshaar?
‘Ik had het er gister nog over met mijn moeder’, zegt ze. ‘Hoe het toch kan dat zij steil haar heeft, mijn vader wel een beetje slag maar die heeft rood haar, en ik zit hier met een coupe als Diana Ross!’
‘Ik vind het waanzinnig’, zeg ik jaloers.
‘Oh dat is het soms helemaal niet hoor. Ik word er bij de douane regelmatig uitgevist omdat ze denken dat ik – ‘
‘een pistool in je haar hebt verstopt?’ roept Pieter verbaasd.
Ze begint hard te lachen. ‘Dat zou ook kunnen ja! Nee, drugs! Ze verdenken me er regelmatig van dat ik drugs in mijn haar meesmokkel. Gaan ze echt mijn haar uitpluizen met van die handschoentjes aan.’ We gieren het uit van de lach.
‘Daar zouden ze bij mij met mijn dunne, nietszeggende strohaar toch niet zo snel aan beginnen’, gier ik.
We vragen of we een foto mogen maken voor op de blog, en dat mag. Ze doet voor de vorm nog even haar haar los, en man och, het komt tot haar billen. En het is veel! Ze vouwt het in een soort krul op haar hoofd en laat dan die heerlijke lach weer zien. Wat een leuke mensen dit.
En zo gaat zo’n dag dus. Van een beetje in de mineur en verdrietig, naar hard lachen en vrolijkheid door een ontmoeting met volledig onbekende pelgrims met wie je dan zomaar opeens een klik blijkt te hebben. Het kan verkeren, hier op de camino.
PS Als je wilt reageren op de blog, voel je vrij hè? Ik ben heel benieuwd hoe jullie mede-pelgrims mijmeringen zoals de mijne ervaren, of jullie dat herkennen. Laat het ons vooral weten!
Stijgen en dalen: 520 m omhoog, 519 m omlaag.
Slapen: in Hostel El Congreso. Heeft slaapzalen, double rooms voor pelgrims (zonder beddengoed of handdoeken) en hotelkamers (met beddengoed en handdoeken). Luxepaarden als we zijn, kiezen wij natuurlijk voor het laatste. Kost 50 euro. Ligt aan een tof park met beelden, een mussenbadje/fontein en heel veel spelende kids. Gezellig is het!
Ik zie nu pas dat er ook gereageerd kan worden op het blog 😂😂
De blog staat ook pas een jaar online Rob. Soms duurt het even 😂
Herkenbaar Marlies, die bubbel van lopen-eten-slapen-repeat. En het gevoel toch wel erg bevoorrecht te zijn als je dat een tijd zorgeloos kunt doen. Je kunt er dan inderdaad niet voor iedereen thuis zijn, dat is soms lastig. Maar je blogt wel elke dag en biedt zo tal van thuisblijvers elke dag een inkijkje in een andere wereld, en wie weet inspiratie om zelf stappen te gaan zetten.
Dank voor je lieve woorden Petra!