Dag 163 Camino Portugues: Vigo – Baiona, 27km

2

We besluiten te ontsnappen aan het geboor in ons hotel en nemen een kijkje in de oude binnenstad van Vigo. Het gaat vanaf de haven via supersmalle straatjes zigzaggend omhoog naar de kathedraal van Santa Maria. We gaan naar binnen en genieten van de totale rust die er heerst, om vervolgens een rondje te lopen langs de charmante pleintjes met volle terrassen. We zien een pracht van een bar waar we naar binnen gaan. Grote biervaten hangen boven de ingang, de man die ons helpt is een ouwe rocker met puntig baardje, kale kop en overal tattoos. Fijne muziek staat op. Hier gaan we een biertje drinken.

Als we na een tijdje trek krijgen (het is amper 18.30, elke dag zelfde liedje), bekijken we het menu van deze tent. Ziet er goed uit! Ze hebben een heel tof dagmenu met allemaal originele gerechten en we zitten er kwijlend naar te kijken. ‘Hoe laat gaat jullie keuken open?’ vraag ik hoopvol aan de ouwe rocker. ‘A las nueve’, zegt hij. Wat? Om negen uur pas?! Dat hebben we nog nooit gehoord! We zakken terug in onze kruk en bestellen van lieverlee nog maar een biertje. Hier gaan we dus níet dineren vanavond.

De mooie binnenstad van Vigo

We belanden na wat omzwervingen bij Nero, een Italiaans restaurant vlakbij ons hotel. Dit blijkt een geweldige toevalstreffer want wat krijgen we daar ongelofelijk lekker eten. Eerst een salade met burrata, rucola en groene asperges, en daarna een pasta Mare, met een zachtzoetige amandelsaus en garnaaltjes erin. Erbij krijgen we in stukjes gesneden pizzabodem met oregano en zout. Levensgevaarlijk, want daar eet je natuurlijk veel te veel van terwijl je wacht op je gerecht. De serveerster die ons helpt, is ontzettend aardig en helemaal blij en gelukkig lopen we na een paar uur terug naar ons hotel. Waar het boren godzijdank gestopt is.

Vanochtend als we opstaan is het een volledig wolkeloze hemel en een graad of 17. De laatste resten van de zonsopgang hangen in zachtlila en zachtblauw aan de horizon, en geven de harde omgeving waarin we lopen (langs een soort binnenring) een aangename glans. We passeren de haven, een industriegebied en woonwijken die op verschillende niveaus tegen de bergen aan zijn gebouwd. Na een kilometer of acht vinden we het tijd voor de eerste pauze. We pakken een bankje in de schaduw waarvandaan we uitkijken op zee, en openen het aluminiumfolie pakketje dat we gister meekregen van de aardige serveerster in Nero. Pizzabodem met zout en oregano! Geweldig. We kijken uit over de kleine onbewoonde eilandjes die voor ons in het water liggen en het bewoonde eiland links van ons dat met een enorme brug aan het vasteland is verbonden en dat wordt ontsierd door een lelijke, witte flat. Voor ons zien we rotspartijen die door eb droog zijn gevallen. Erop zien we meerdere oudere mannen druk in de weer met hengels, maar ook een soort spiezen. Dan zie ik bij één van die mannen aan zijn spies iets kronkelen. Hij is druk bezig met van alles, en pakt dan opeens zijn spies op. Er zit gewoon een joekel van een octopus aan! Hij neemt het beest aan zijn spies mee over meerdere rotsen en boulders, en bukt dan achter een rots. We zien hem op één knie zakken, maar kunnen niet zien wat hij nu precies doet. Als hij even later overeind komt en iets in zee gooit, vermoeden we dat hij het beest heeft gedood en het ter plekke aan het schoonmaken is. Bizar! Als we beter kijken, zien we dat al die oudere mannetjes druk tussen de rotsen aan het zoeken zijn. Nu weten we naar wat: octopus. Voor de pulpo die hier overal gegeten wordt.

Eerst langs de haven

en heel mooie street-art

Hier zien we vanochtend voor het eerst echt de zee!

Palmbomen op de boulevard met twee pelgrims ertussen

Als ik dan mijn oog wegtrek van de drukke mannetjes en meer richting horizon kijk, zie ik iets bewegen in zee. Ik grijp Pieter bij zijn arm, wijs in de richting waarin ik het zie en gil het dan uit. ‘Dolfijnen!’ We zien er denk ik wel twintig, die rustig richting de enorme brug aan het zwemmen zijn en continu boven komen voor een klein showtje speciaal voor ons. Oh wat is dit gaaf. Dolfijnen voor de Spaanse kust! Elke keer als er één boven komt, roep ik als een vijfjarige ‘Daar! Daar!’ We zitten al een tijdje dus besluiten weer te gaan wandelen, maar dat valt niet mee als je de hele tijd maar stil gaat staan om opnieuw die vele dolfijnen te spotten. We doen uren over twee kilometer!

Over enkele boardwalks langs de prachtige kust

En dat is niet zo handig, want we moeten vandaag 27 kilometer doen en zo schiet het niet op. Maar we hebben zoveel energie gekregen van die dolfijnen dat we toch de volgende tien kilometer vrij moeiteloos afleggen. We passeren prachtige stranden, lopen over boulevards, veren op houten boardwalks, kijken op eilanden in zee waar wolken op blijven hangen als cotton candy, wandelen door woonwijken met de meest patserige huizen die uitkijken op zee, lopen over drukke wegen die die woonwijken doorkruisen, en komen dan bij een barretje waar we een heerlijke omelet eten.

Dan is het inmiddels richting de 28 graden en moet de pet op en een nat lapje in de nek. We vullen ons water bij en maken ons op voor de laatste negen kilometer naar Baiona. Wat een prachtige laatste stretch! We volgen de kustlijn, passeren een mooi natuurgebied vol met riet en kleine watertjes waar piepkleine vogeltjes enkele centimeters boven het water scheren, komen dan langs een soort moeras, en daarna gaan we een brug over. We zijn in Baiona. Deze stad is mooi! Een ruige kustlijn waarboven het kasteel Castillo de Monterreal schittert op een heuvel, de stad die net als Vigo op een heuvel is gebouwd en mooie doorkijkjes laat zien naar boven, en een oud centrum met gezellige pleintjes. Kijk nou waar ik deze blog aan het typen ben, dat is toch niet normaal?

Het kasteel rechts van mij op de heuvel

en voor me de zee die op de rotsen kapot klapt met oorverdovend lawaai (en spectaculaire aanblik)

Dit zie je als je Baiona binnen wandelt. Zie die kasteelmuur nou!

nadat je eerst dit natuurgebied passeert

Het kasteel laten we voor wat het is, die bekijken we fijn van een afstandje. Je kunt over de oude kasteelmuur wandelen, maar we zijn echt te moe. Ook gaan we niet naar de Virgen de Roca, een monument bovenop een berg vanaf waar je mooi uitzicht hebt over de stad, of naar de vuurtoren. Ook de beroemde rotstekeningen laten we aan ons voorbij gaan. We gaan het allemaal niet zien vandaag. Wat ook niet hoeft. Want wij zagen dolfijnen…

Stijgen en dalen: 369 m omhoog, 377 m omlaag.

Slapen: Albergue Estela do Mar. Heel mooie herberg, met twintig bedden. Allemaal in dezelfde ruimte maar je ligt ieder in je eigen bedstee. Kost 17 euro per persoon. Er zijn ook privékamers met gedeelde badkamer met één andere kamer. Die kosten 50 euro. Deze herberg heeft in 2020 een 9.5 booking.com score gehad. Not bad! 

Over de schrijver

Marlies

Niets zo leuk als wandelen. Als ik wandel, voel ik me op z'n fijnst: mijn lijf aan de slag, mijn hoofd in de ruststand. Maar wat ik ook heel leuk vind, is schrijven. En op deze blog komen die beide passies samen: schrijven over wandelen. Dat dat hier kan, is een groot cadeau. En dat jij meeleest, is een minstens zo groot cadeau. Dus welkom op deze blog! Laat me vooral weten wat je vindt! Oh, en we hebben ook een account op Polarsteps, Facebook en Instagram. Mocht je exact willen zien waar we uithangen, of meer foto's bekijken en minder geouwehoer lezen. Kan allemaal :)

2 reacties

  1. RobV 29 september, 2023 at 20:11 Beantwoorden

    Geweldig mooi verslag Marlies!!
    Wat zal dat straks een mooi boek worden
    We blijven jullie volgen want het is allemaal zo bijzonder wat je beschrijft
    Wat lijkt de wereld dan zorgeloos
    Daarom geniet ervan en beseft dat het eigenlijk niet normaal is ….
    Lieve groet
    ThIlly Rob

    • Marlies 30 september, 2023 at 17:31 Beantwoorden

      Dank je wel voor je berichtje Rob, wat lief van je! En leuk dat jullie ons blijven volgen, dat maakt ons blij. We knijpen onszelf inderdaad regelmatig in onze arm om zeker te zijn dat dit geen droom is, en beseffen dat het eigenlijk niet normaal is dat we dit mogen en kunnen doen. We zijn erg dankbaar!
      Liefs en hopelijk tot gauw weer,
      Marlies

Plaats een nieuw bericht