’s Ochtends om 8.30 uur stapten we ons prachtige jaren ’70-huis uit. Het was ijs- en ijskoud, veel kouder dan de weken hiervoor, alsof Portugal ons alvast wilde voorbereiden op de temperatuur thuis. We liepen met een lichte rugzak – want er hoefde geen water mee en alle kleren hadden we aan – de laatste 850 meter naar het vliegveld. We moesten zelfs nog een stuk door een leuk park, terwijl we de vertrekhal al zagen liggen. Zo vreemd dat dit kan, een vliegveld binnen wandelen! Moet je bij Schiphol eens proberen. Lekker stukkie door de tunnel….
Op Faro Aeroporto ging alles vlot. We legden een kapitaal neer voor een kop koffie en een broodje – zullen we weer aan moeten wennen, Nederlandse prijzen! – en lazen een boek, downloadden een film en keken wat om ons heen. We hadden er ook wel zin in eigenlijk. Naar huis gaan. In ons eigen bed slapen. De was doen. De voeten even een tijdje wat minder gebruiken, krijgen die ook eens wat rust. Allemaal best heel fijn.
In Eindhoven aangekomen bleek er een kleine hiccup te zijn: staking in het OV. Geen bussen die ons van het vliegveld naar het treinstation konden brengen. We draalden een beetje, keken op de NS-app en die van 9292OV.nl en toen wist ik het: een taxi. Die zijn toch uitgevonden voor dit soort noodgevallen? Yes sir! We ronselden een Belgische dame die ook in Faro was geweest en die naar Gent moest, en een Roemeense dame die op Eindhoven Airport bij de Starbucks werkt en wier dienst erop zat. Met zijn vieren reden we al kletsend over de camino, wandelen in je eentje, klimaatverandering, Ameland en studeren in Utrecht naar het station in een superdeluxe taxi-bus. Vijfenveertig euro armer (gloep) pakten we een trein, die zes minuten later vertrok. Hoe fijn ging dit allemaal!
Thuis gekomen lazen we dat we ongelofelijke mazzel hadden gehad. Precies op het moment dat wij aankwamen op Eindhoven Airport (14.50 uur) was er een bommelding in een Transavia toestel dat uit Praag aankwam, en vanaf dat moment zijn alle vluchten van en naar Eindhoven stilgelegd. Mensen die al in de lucht zaten kwamen terecht in Amsterdam, Brussel of nog erger: Weeze (Düsseldorf!), mensen die weg wilden moesten wachten tot het vliegtuig was onderzocht. Het verkeer kwam pas na 19.30 uur weer op gang. Als we tien minuten later uit Faro waren vertrokken, was onze hele dag volledig anders verlopen! En dan hadden we het belangrijkste van de dag gemist: het concert van gisteravond.
Turin Brakes
We zijn helemaal leip van een bandje uit Londen, Turin Brakes. We hebben hen al ettelijke keren live zien spelen, zowel in Engeland als in Nederland, en één keer in Keulen. Meer dan een half jaar geleden had ik kaartjes gekocht voor hun concert in Tivoli de Helling (op 200 meter lopen van ons huis) van gisteravond, er de afgelopen maanden van uitgaande dat we er niet heen zouden kunnen omdat we aan het reizen zouden zijn, maar nu bleken we er toch bij te kunnen zijn. Welk een feest! Sowieso om weer eens hakken aan te kunnen trekken, make-up op mijn gezicht en een jurkje aan na anderhalve maand in dezelfde kleding te hebben gelopen, maar ook omdat het zo dichtbij was en we hen al lang niet gezien hadden.
Hun setlist was geweldig. Ze speelden nummers die ze in al die jaren nog nooit live hadden gespeeld, en het publiek was waanzinnig. Ik ben al bij tientallen (honderden?) concerten geweest, maar dat je een speld kunt horen vallen tijdens een zacht, akoestisch liedje, dat heb ik nog nooit meegemaakt. Nederlanders zijn echte ouwehoeren tijdens concerten, is mijn ervaring. Altijd lullen, biertje erbij, beetje commentaar leveren op de band. Maar echt kijken, stil zijn, genieten zoals het publiek dat gisteravond deed, was nieuw voor me. En zo ontzettend cool!
‘We love you, guys!’ gilde op een gegeven moment een Brit tussen twee nummers door. Olly, de zanger, en Gale, de gitarist, glimlachten verlegen en keken naar de vloer, maar Eddy, de nogal ruig ogende bassist die een soort ontploft grijs vogelnest op zijn hoofd heeft, riep terug:
‘Well, we love you too!’
Waarop iemand in het publiek natuurlijk zei:
‘All of us?’
Schuin voor me stond een ouwe rocker, baard tot op zijn navel, dun bosje haar bijeengebonden in een elastiekje achter op zijn hoofd, Leffe Blond in de hand, zachtjes te wiegen op de muziek. Aandoenlijk.
Bij mijn favoriete liedje, Feeling Oblivion, liepen de tranen over mijn wangen. Ik heb Pieter de hele avond vastgehouden en we hebben genoten. Genóten. Hier kan ik maanden op teren, op dit optreden. Wat een waanzinnige avond. Dit is er één voor de pot. De pot waar we briefjes in stoppen met fijne, om nooit meer te vergeten ervaringen. Ik ga het briefje nú schrijven. Ook voor Portugal. Twee briefjes in de pot.
No reacties