Daniel, de lieve eigenaar van het Hostal Port Fornells waar we gister sliepen, zei het al toen we vermoeid en verhit voor hem stonden: mañana es peor. Ik moest er even over nadenken, wat betekent peor ook alweer, maar toen daagde het: slechter, erger. Ik had liever gehad dat hij mejor had gezegd, of iets anders opbeurends, maar tegelijk dacht ik: dat is morgen, dat zien we dán wel weer.
Vanochtend brak ‘morgen’ aan op een redelijker tijdstip dan gister: de wekker ging om half acht. Om acht uur stond er een dijk van een ontbijt op ons te wachten. Ik werkte in de tijd dat Pieter zijn boterham roosterde al vier gebakjes naar binnen en ging daar vrolijk mee door toen hij tegenover me zijn tostada con tomate y queso mahón verorberde. Het is grappig te zien hoe totaal verschillend wij eten. Ik ben echt een koolhydratenmens en eet het liefst de hele dag suiker en zoetigheid, en Pieter is echt een vet-mens die niets zo lekker vindt als kaas, noten en andere hartigheid. Die ontbijtbordjes kunnen niet verschillender worden vol gelegd!
Om 8.45 uur staan we buiten. Eerst naar Cala Tirant, waar we meteen een trap moeten beklimmen. Jongens, de spieren zijn nog koud, wat is dit! Daarna gaat de route een stukje over het strand van Tirant. Piet en ik worden zo door een spelende Australian shepherd afgeleid dat er een hoge golf over onze schoenen heen rolt. Natte voetjes, nu al! We worden net als gister ingehaald door een volledig ingepakte moutainbiker die zelfs een integraalhelm draagt, maar die we telkens wandelend aantreffen omdat de route zo moeilijk is, en groeten een Brit die slaapt op de zuidkant van het eiland en elke dag de bus pakt om zo een traject aan de noordkust te wandelen. Dat is ook een manier om de Camí te doen natuurlijk.
We kijken onze ogen uit op alle stranden die we passeren. De een is nog mooier dan de ander. Veel mensen in blote billen, veel blije gezichten, veel gespetter in het water en gedut onder parasols. Waar de stranden prachtig zijn, is het gebied dat we vandaag doorkruisen vooral heel bijzonder. Het is een beschermd duingebied waar met name socarells groeien: bolvormige struiken die bijna alleen hier en op Mallorca voorkomen en zich aanpassen aan de brute noordenwind die hier vaak staat. Daar kunnen we over meepraten: we worden regelmatig half uit ons hemd geblazen. Héérlijk! Ook is het gebied van groot ornithologisch belang: het is een broedgebied van bijzondere vogels als de visarend. We menen er zelfs nog één te zien vliegen, maar misschien is de wens de vader van de gedachte.
Halverwege de dag komen we aan bij Binimel-La, een druk stuk strand waar de tweede stretch van de dag begint. Op het informatiebord staat ‘Dificultad: difícil’. Ai. Tot nu toe was de moeilijkheidsgraad altijd ‘media’ maar nu dus opeens niet meer. Is dit de peor waar Daniel het over had? We besluiten onder een overhangende rots onze lunch te eten en flink wat snackwerk ook, en gaan dan op pad. We zien het mooiste strand dat ik ooit gezien heb: Cala Pregonda. Het wordt omgeven door bizar gevormde, oud-roze rotspartijen en in zee staan als eilandjes goudblonde rotsen met witte vlekken. Het water is duizend schakeringen blauw en het zand een prachtig lichtbruin. Wat een parel van een plek dit! We komen in de verleiding onze kleding uit te gooien en een duik te nemen, maar we moeten nog een flink eind. We beloven elkaar dat als we bijna klaar zijn met de dag en we komen nog langs een mooi strand, dát de plek zal zijn waar we met de billetjes bloot gaan.
Die plek komt niet. Na een stuk door het bos begint onze peor: een steil, smal geitenpaadje dat in enthousiaste sinusbewegingen de contouren van de bergen volgt. Op en neer, op en neer. Als ik Pieter achter me hoor glijden en daarna vloeken, moet ook hij aan de stok, en zo ploeteren we onder een brandende zon en in een harde wind langs uitstekende rotsblokken en stekelige mastiekboompjes. Als we na een heel lange klim bovenaan staan, hopen we dat het daarna klaar is, maar zelfs de laatste stretch naar de parkeerplaats gaat het nog continu op en neer.
Om één minuut voor vijf komen we, oververhit en met een waterzak die al geruime tijd leeg is, aan op de parkeerplaats van Cala Pilar. Een taxi brengt ons naar Cala Morell, waar WAW.travel een prachtig appartement voor ons geboekt heeft. We zijn totaal verbaasd over het feit dat we geen minuut over hebben; we hebben 2.4 kilometer per uur gemiddeld gelopen vandaag! Dat we slome duikelaars zijn, wisten we al lang, maar dit is zelfs voor ons doen bijzonder langzaam. Het zal wel te maken hebben met het vele genieten, stilstaan, om ons heen kijken, foto’s nemen, oh en ah zeggen en elkaar aanstoten en ‘kijk daar!’ roepen. Eén ding is duidelijk: meer peor dan dit kan ons tempo niet worden.
Morgen hopelijk mejor!
Slapen: bij Sa Cala in Cala Morell. Een eigen appartement met balkon, zeezicht en een droogrek voor de was. Fantastisch. Er is hier een buitenzwembad, een bar en een restaurant, dus wij hoeven nergens meer naartoe vanavond. Zouden we ook niet kunnen. Te moe 🙂
Eten: Bij Sa Cala is een restaurantje waar je voor ongeveer 13-15 euro iets van spaghetti, een pizza of een halve kip met frites kan krijgen. Na zo’n dag is werkelijk alles welkom, dus we zijn er dolgelukkig mee!
PS Vind je het leuk om onze nieuwsbrief te ontvangen? Laat maar weten, dan sturen we je eens in de zoveel tijd een overzicht van een aantal posts.
PS II We zijn ook te vinden op Polarsteps en Instagram, mocht je geen genoeg van ons krijgen.
No reacties