Camino del Norte: Arzúa – O Pedrouzo, 20km

0

We ontbijten vanochtend in Bar Ameixa, een immens populair barretje in Arzúa, waar het een zoete inval is van werklui, kantoormensen en pelgrims. Het meisje van de bediening lóópt niet door de tent, ze rent! Borden met gebakken eieren met spek, sandwiches met tonijn, koffie, verse jus, tostada con tomate, het wordt allemaal in vliegende vaart voor iedereen neergezet, voorzien van een glimlach en een vriendelijk woord. De mensen die aan de bar hun koffietje drinken, krijgen allemaal een schoteltje met ofwel stukjes croissant, ofwel stukjes chocoladecroissant, ofwel stukjes churro. Een tapa bij het ontbijt; dat hebben we nog nooit gezien. Wat een heerlijke plek.

Als we daarna op ons gemak teruglopen naar ons hotel, wijst de thermometer bij de pharmacia 14 graden. Wat een verschil met gister, toen het rond deze tijd al tegen de drieëntwintig graden liep. We kijken naar boven: een wolkendek hangt boven de stad. Dat is alleen maar gunstig, dan wordt het voorlopig niet heet. Terug op de kamer hoor ik, als ik in de badkamer mijn tanden poets, vanuit het niets donker gerommel. Is dat donder? Ik spits mijn oren, maar hoor verder niets. Beneden in de receptie staat Pieters tas klaar om opgehaald te worden. Ik doe mijn slippers erin, hang mijn eigen ruzak om en wil naar buiten lopen, als Pieter opeens zegt: ‘Mijn moeder kan niet in de betaalomgeving van haar bank. Vind je het goed als ik even bel?’ We gaan op de bank bij de receptie zitten, hij belt Tineke en op dat moment breekt de hemel los. Een bui! Geroffel van dikke hagelstenen klinkt op het dakraam boven ons. De voordeur gaat open en de man van het bagagetransport komt voorover gebogen naar binnen rennen. Achter hem zien we hoe de regen op de stoep stuitert en hoe pelgrims over straat schieten, op zoek naar een plekje om te schuilen. Dit is nog eens geluk hebben! Met grote dank aan Pieters moeder. Of aan de bank, hoe je het maar bekijkt 🙂

Uiteindelijk zijn we rond kwart voor tien op pad. Rijkelijk laat, maar dat is helemaal niet erg. We hebben de hele dag de tijd en het is maar 19km. Onlangs bedachten we dat dit al de zevende keer is dat we daags voor een aankomst in Santiago staan, en de vierde keer dat we die laatste dagen over de Camino Francès lopen. Je zou denken dat we er intussen aan gewend zijn, maar het is stiekem elke keer weer even slikken; wat een ongelofelijke hoeveelheid mensen!

Toch bevalt het me nu beter dan ooit. Het is gezellig, je hebt bij elke dikke boom een barretje, mensen zijn lief, behulpzaam en vriendelijk, en de sfeer is gemoedelijk. Niemand heeft haast, het tempo ligt laag om maximaal te genieten van deze laatste veertig kilometer. En waar ik voorheen nog wel een beetje een geïrriteerd gevoel kreeg bij pelgrims die hun bagage laten vervoeren en maar enkele kilometers per dag lopen, waarbij de focus vooral lijkt te liggen op het stempelen van hun pelgrimspaspoort, denk ik nu: iedereen doet de camino op zijn manier. Annemiek van ons reisbureau heeft er onlangs in de media ook een lans voor gebroken, voor de zogenaamde ‘rolkofferpelgrims’, mensen die hun bagage laten vervoeren in plaats van zelf mee te sjouwen. Ze zegt heel terecht dat er achter iedere rolkofferpelgrim een verhaal schuilt, en waarom zou iemand die kanker heeft, of slecht ter been is, of heel oud, of zoals Pieter nu geblesseerd, de pelgrimstocht ontzegd moeten worden? Dankzij het bagagevervoer dat zij zo fijn voor ons geregeld hebben, zijn Pieter en ik hier ook nog; anders hadden we absoluut af moeten haken. Dus ook wij zeggen: hulde aan de rolkofferpelgrims!

Vooral als ze zich zo te gelde maken als vanmiddag in een barretje in A Calle de Ferreiros:

Supertof toch?

En daarna liepen we even achter deze twee meisjes, die heerlijk vals meezongen met de muziek uit hun luidsprekertje. Die linker volgt een bijzonder populaire trend: wandelen in je onderbroek. Ik bedoel: zó kort hoeft het broekje nou ook weer niet te zijn, toch? Ik voel me een oud wijf, dat ik dit nu schrijf. Mijn verontschuldigingen. Laat dat kind er lekker zo bij lopen als ze wil. Je hebt gelijk. Ieder zijn meug. Ieder zijn camino.

Hoe het ook zij, we hadden het vandaag enorm naar ons zin. De zon scheen, de gehele route liep door het bos, we voelden ons bijzonder fit en blij, het was echt heel erg gezellig, en morgen komen we aan in Santiago! (al pakken we daar ook meteen de bus naar Ferrol, want overmorgen beginnen we aan de Camino Inglès die in Ferrol start. Stay tuned 🙂 )

PS Vind je het leuk om onze nieuwsbrief te ontvangen? Laat maar weten, dan sturen we je eens in de zoveel tijd een overzicht van een aantal posts.

PS II We zijn ook te vinden op Instagram, mocht je geen genoeg van ons krijgen.

Over de schrijver

Marlies

Niets zo leuk als wandelen. Als ik wandel, voel ik me op z'n fijnst: mijn lijf aan de slag, mijn hoofd in de ruststand. Maar wat ik ook heel leuk vind, is schrijven. En op deze blog komen die beide passies samen: schrijven over wandelen. Dat dat hier kan, is een groot cadeau. En dat jij meeleest, is een minstens zo groot cadeau. Dus welkom op deze blog! Laat me vooral weten wat je vindt! Oh, en we hebben ook een account op Polarsteps, Facebook en Instagram. Mocht je exact willen zien waar we uithangen, of meer foto's bekijken en minder geouwehoer lezen. Kan allemaal :)

No reacties

Opgegeven

We zijn niet gestart vanochtend. Iets met een pijnlijke voet en grote blaren....