Het blijft bijzonder: je staat voor dag en dauw op, denkende dat je de enige bent die zo achterlijk vroeg zijn bed uit gaat, en dan open je de deur van de slaapzaal en zitten daar gewoon al acht mensen te ontbijten. Zo gaat het vanochtend. We hebben de wekker om 5.51 uur staan maar ik moet nodig plassen en sta om 5.39 uur naast mijn bedje. Ik pak mijn tas, loop op mijn tenen naar buiten en vind daar een batterij aan pelgrims die al klaar zitten om net als wij vroeg te vertrekken. Er staat warme koffie klaar, we hebben ontbijt in de koelkast staan, en om 6.18 uur staan we buiten. Het is nog donker! Daar hadden we gek genoeg niet op gerekend. Gelukkig leidt de route eerst door de stad, over verlichte straten en langs rotondes waar het op deze dinsdagochtend al druk is. We worden ingehaald door zes pelgrims en ik voel meteen de druk om straks te bellen met de herberg en een bed zeker te stellen voor vanavond. Reserveren kon niet, maar ze vroeg of ik vanochtend wilde bellen om te bevestigen dat we echt zouden komen. Toch een beetje reserveren dus, en dat doen we graag. Voor onze gemoedsrust ook fijn.
De route loopt over asfalt de stad uit en leidt ons langs op- en afritten van de snelweg, langs klaverbladen waar het verkeer onder ons door raast, onder viaducten door waar het verkeer over ons heen buldert, langs taluds waarachter het verkeer af en toe stil valt. We hebben het geluk dat het pad waar we op lopen speciaal voor wandelaars en fietsers is gemaakt, maar het is stedelijker dan stads, met zoveel verkeersaders, binnenringen en snelwegen om ons heen.
Na een kilometer of tien, het is dan nog niet eens negen uur, gaan we een colaatje drinken bij een cafeetje in La Arena, een dorpje van twee hoge flats en een bar. Het ligt aan het strand; het is de eerste keer in dagen dat we de zee weer eens zien! Dat is altijd leuk. Bij La Arena weg lopen we eerst over vlonders door een duingebied, en gaan daarna een betonnen trap op tot we bovenop een klifpad komen dat we ruim acht kilometer volgen. Ook dit pad, dat gelukkig plat is en uitkijkt over zee, is alleen maar asfalt. De klifwand brokkelt blijkbaar regelmatig af, want er is over grote delen een ijzeren constructie gespannen om de boel bij elkaar te houden.
Na acht kilometer komen we bij een splitsing. ‘Officiële route, 12.4km’ staat naar links, ‘kustroute, 7.2km’ staat naar rechts. Naar rechts dus, dat is duidelijk! We lopen eerst 50 meter op een stoep langs een drukke weg, en dan houdt de stoep op. Echt waar? Is dit een alternatieve pelgrimsroute waarbij we over de weg moeten lopen? Waar geen berm is? Het zij zo. We lopen achter elkaar in ganzenpas langs deze weg. Je mag er 70 maar het is zo’n bochtig geheel dat auto’s er bijzonder langzaam rijden; dat is dan wel weer fijn! Met haarspeldbochten en al stijgen we eerst een tijdlang met 10%, om daarna met 10% af te dalen. Er is weinig aan. Verkeer houdt gelukkig wel rekening met ons en zo druk is het niet, maar we hadden toch echt een ander beeld van de noordroute dan wat we vandaag voorgeschoteld krijgen. Richting Santullán wordt het landschap ook nog eens bijzonder troosteloos: een reusachtige steengroeve – lees: volledig kaalgetrokken berg – staat achter het dorpje en bepaalt het aangezicht. Dit is niet echt mooi. Gelukkig is er plek voor ons in de herberg, slapen we in gewone bedden en niet in stapelbedden, is de boel modern en schoon, en hangt onze schone was nu gezellig te wapperen in de tuin.
Morgen gaan we 17 kilometer wandelen en wordt het snikheet. Hopelijk hoeven we niet alleen maar over asfalt, en hopelijk is het een wat mooiere route dan vandaag. We gaan het zien!
Slapen: Albergue de Peregrinos de Santullán. Dertien euro voor een bed, 3,50 voor ontbijt. Er zijn twee barretjes verderop in het dorp.
No reacties