Dag 128 Camino de Santiago: El Pontarrón – Laredo, 20km

0

Nu was ik gister heel positief over dat wij zonder koffie heus wel aan een wandeling kunnen beginnen, maar man, wat valt dat vanochtend tegen! Als een stel zombies lopen we El Pontarrón uit. Dat we allebei bar slecht geslapen hebben door de hitte en het langsrazende verkeer zal er zeker mee te maken hebben, maar we zeggen geen woord tegen elkaar en brommen alleen als de ander wat vraagt. Gelukkig is het begin plat en makkelijk, dat geeft ons een kleine drie kwartier respijt om wakker te worden. Na het nietszeggende dorpje Rioseco verlaten we het asfalt en klimmen we door een eucalyptusbos omhoog. De geur is werkelijk overweldigend; onze neus gaat volledig open staan! Boven in het bos is het een tijdje plat, en daarna begint de steile asfalt afdaling onder de snelweg door (daar is ie weer, de snelweg!) naar het dorpje Hazas. Daar is het bij een café bijzonder druk; daar moeten we dus zijn! Een verrukkelijk kopje koffie – of smaakt ie alleen maar zo lekker omdat we er zóveel behoefte aan hadden? – en een tostada con tomate maken ons weer een beetje mens. We glimlachen tevreden naar elkaar en voelen dat we straks de boel wel weer aankunnen.

We zijn aardig vroeg op pad

In het lekker ruikende eucalyptusbos. Armen breed om de oksels te laten luchten in de warmte

Een uur later gaan we weer verder. Het is inmiddels 11.30 uur en de temperatuur is opgeklommen naar 34 graden. Maar van het ene op het andere moment begint het keihard te waaien. Hoe lekker is dit! We verlaten ook nog eens de asfaltweg en gaan een grindpad op, dat na een tijdje verandert in een smal keienpad. We hebben al een tijdje een gigantische rots rechts van ons, maar als we dan hoger komen en een bocht draaien zien we opeens de zee! En op de rots meen ik een gems te zien, maar die stijgt opeens op; het is een gier! Hij vliegt lager dan wij, dus we kijken bovenop zijn indrukwekkende lijf en zien hoe hij de thermiek van de zee gebruikt om te cirkelen. We kunnen heel goed zijn witte kop onderscheiden, zijn kromme nek, de pennen van zijn vingerachtige vleugels. Net als bij de Via Nive verzamelen ze zich hier ook in grote groepen die op verschillende hoogten aan het cirkelen zijn, en terwijl we hen volgen met blik en telefoon, worden we opeens onze eindbestemming van vandaag gewaar: Laredo. Een stad die werkelijk prachtig rond een baai ligt, met een enorm zandstrand, een oud centrum, hoge gebouwen rond het strand en een landtong die ver de stad uit loopt. Morgen moeten we over die landtong heen en dat alleen is al 6 kilometer, zo is ons verteld. We staan de hele tijd stil om alles om ons heen, wat zoveel mooier is dan wat we de afgelopen dagen hebben gezien, rustig te aanschouwen en zeggen alleen maar ‘wauw, echt wauw’ tegen elkaar.

Hè hè, we zijn op de Camino del Norte hoor. Eindelijk! Zo mooi als het hier is!

En dan zien we Laredo liggen

Heel erg mooi

Ik moet eerlijk bekennen dat we de laatste dagen een beetje uit ons hum waren. We misten Frankrijk, en het pelgrimsgevoel dat we daar hadden. Het gevoel dat we met name kregen door de gemeenschappelijke avondmaaltijden die we genoten met mede-pelgrims, en het gezamenlijke ontbijten de volgende ochtend. Maar ook het landschap van Frankrijk misten we. De rollende heuvels, met hier en daar een boerderij of een klein dorpje tegen de heuvelrug aangeplakt. De akkers, de mooie koeien die in plukjes op de groene grasvelden stonden te grazen. De indrukwekkende Pyreneeën. De kleine paadjes, de mooie doorkijkjes, de slingerende weggetjes. Dat zijn we al een paar dagen een beetje kwijt, met name door het vele asfalt maar ook door de verkeersdrukte die ons vaak omringt. Maar vandaag, toen we daar in die ruige duinen over dat stenige zandpaadje liepen, met de gieren boven ons en de stilte van het verlatene, toen hadden we het weer. Het gevoel dat we met een pracht van een tocht bezig zijn. En dat we nog heel veel ontzettend mooie landschappen voorgeschoteld krijgen. En dat het niet erg is dat het af en toe wat minder is, dat dat ook niet anders kan als je drieduizend kilometer wandelt. Dat het soms minder mooi is, minder rustig, je je minder pelgrim voelt. Dat komt wel weer. Zoals vandaag.

Oh en net nadat we aangekomen waren, ging Pieter even naar de kapper. Hij heeft weer een mooi koppie! Al heeft ie dat altijd al, natuurlijk 🙂

Stijgen en dalen: 618 m omhoog, 603 m dalen.

Slapen: Albergue El Buen Pastor. Beetje verwarrend want op de deur staat dat het Casa Lopez heet. Kost 17 euro voor een bed in een slaapzaal met acht man. Heel fijne tent, lieve receptioniste Marta. Voor 2 euro heb je een handdoek en voor 3 euro doe je de was in de machine. Ze stuurt je ook een app met allerlei restauranttips; die moeten we straks eens gaan uitzoeken. 

Over de schrijver

Marlies

Niets zo leuk als wandelen. Als ik wandel, voel ik me op z'n fijnst: mijn lijf aan de slag, mijn hoofd in de ruststand. Maar wat ik ook heel leuk vind, is schrijven. En op deze blog komen die beide passies samen: schrijven over wandelen. Dat dat hier kan, is een groot cadeau. En dat jij meeleest, is een minstens zo groot cadeau. Dus welkom op deze blog! Laat me vooral weten wat je vindt! Oh, en we hebben ook een account op Polarsteps, Facebook en Instagram. Mocht je exact willen zien waar we uithangen, of meer foto's bekijken en minder geouwehoer lezen. Kan allemaal :)

No reacties