Dag 13 Albadén de la Plata – El Real de la Jara, 14km

0

Het is bitterkoud als we vanochtend om 8.15 uur op zoek gaan naar café El Reloj voor een kopje koffie en een ontbijtje. Enrico en Karin zijn al minstens anderhalf uur aan de wandel, maar wij hoeven maar 14 km dus nemen onze tijd. Als we het café binnen gaan, beslaat onze bril. Het is er heerlijk warm en ontzettend druk. We willen aan een klein tafeltje plaatsnemen maar een mevrouw aan een wat grotere ronde tafel met tafelkleed wenkt ons: kom hier maar bij zitten. We bestellen ons vaste receptje en gaan zitten. Er komt warmte van het tafelkleed. Bij nadere inspectie blijkt er gewoon een gaskacheltje ónder de tafel geplaatst te zijn. Het tafelkleed, dat tot op de grond komt, leg je over je benen heen en zo krijg je het heerlijk warm. Wat een uitvinding.

Hier heb ik nog niet ontdekt dat er een warmtebron onder tafel ligt

Veertien graden is koud genoeg om alles weer aan te hebben

Tegen half tien is het tijd om aan de wandel te gaan. Langs een enorm zonnepanelenpark en halfvergane vijgcactussen lopen we de heuvel op over een breed zandpad. Elke zoveel honderd meter komen we bij een hek, dat ofwel paarden, ofwel geiten, ofwel schapen moet tegenhouden. Het pad gaat glooiend over de ene en dan weer de andere heuvel, dus het is veel klimmen, steil afdalen naar een betonnen gootje voor de afwatering, en weer terug omhoog. Het weer is heerlijk, eigenlijk zoals de afgelopen dagen telkens: frisse wind van achter, strakblauwe lucht en de zon die onze kuiten en nek verbrandt. Het is flink smeren geblazen!

Een ooievaar kijkt toe terwijl we Albadén verlaten

Langs zonnepanelen en reusachtige cacti

Na het derde of vierde hek, ik ben de tel kwijt, zie ik dat Pieter op het pad stil gaat staan. Dan staan er twee grote honden om hem heen. Pieter is daar altijd heel relaxed over, ik beduidend minder. Maar als honden niet blaffen, gaat het over het algemeen wel. Al snel wordt het me duidelijk dat het hier om twee gigantische pups gaat. Jonge, blije exemplaren van de Spaanse Mastín, de enorme schapenbeschermers die je hier veel vindt en die te allen tijde bij de kuddes zijn om hen te beschermen tegen wolven en beren (die schijn je hier gewoon keihard te hebben. Bizar). De pups benaderen ons rustig, maar zodra ik ze een aai geef, beginnen ze tegen me op te springen. Minder leuk! Bajo bajo roep ik, maar ze blijken oost-indisch doof. Ik vraag aan Piet of hij ze alsjeblieft van me weg wil halen, en ook al weet Pieter niet hoe hij dat zou moeten aanpakken, hij lokt ze toch en kalmeert ze. Op zijn Cesar Milano’s houdt hij zijn hand laag en doet tss tss. De honden houden op met springen en volgen Pieter op de voet. Piet, de hondenfluisteraar! We lopen snel naar een hek, de honden stoppen alsof het afgesproken is, we geven hen nog een laatste aai en lopen dan het volgende boerenerf op.

Poeh, spannend…

De vegetatie is eigenlijk overal hetzelfde: steeneiken op rollende heuvels, keien in verschillende groottes overal tussendoor. Ook al lijkt dat saai, het is een pracht van een wandeling. Halverwege gaan we op een oude put zitten, daarna nog een fikse klim, en dan is het gestaag naar beneden naar El Real de la Jarra. Daar worden we richting een barretje getrokken dat zich in een winkelcentrum bevindt. Drie oude heren lopen met ons mee; zij gaan ook net voor een drankje die kant op. ‘Zijn jullie ook al Nederlands? Wat een hoop Nederlanders toch altijd op de camino’, zegt de oudste van het stel. ‘We houden nou eenmaal van uw land’, zeg ik hem. Hij houdt de deur voor ons open en knikt vriendelijk. We gaan zitten, bestellen een cola gevolgd door een biertje, en dan bekijk ik de kaart voor een tapa. De barkeepster heeft het in de gaten.

‘We hebben ook een pelgrimsmenu als je wilt?’

Ik ben benieuwd. Zeg maar, wat is jullie menu? ‘Salade vooraf, dan linzen of kikkererwten, en dan varkenswang. Dan toetje, dan koffie. Voor €7,50.’

We doen dit eigenlijk nooit, uitgebreid lunchen tussen de middag, maar waarom ook niet? Ik check even bij Pieter maar die heeft ook wel zin in een maaltje, dus ‘sí, por favor!’

Anderhalf uur later gaan we blij, met volle buik en onze bergschoenen in de hand, naar ons hotel. Het eten was verrukkelijk, de rekening €23. Het is allemaal zo goedkoop hier, ongelofelijk gewoon. Alsof inflatie in Spanje niet bestaat… Het hotel is megaschoon, de kamer fijn en ruim, de douche heerlijk. We gaan zo ons boek lezen, een film kijken misschien, en dan vanavond laat nog even het dorp in voor een afzakkertje? Wat een heerlijke dag weer zo, het lijken er wel drie!

Slapen: bij Alojamiento Ma. Carmen. Zit praktisch aan de camino, heeft verwarming, is superschoon en de bedden zijn top. Kost 60 euro voor een kamer. Hartstikke prima.

Over de schrijver

Marlies

Niets zo leuk als wandelen. Als ik wandel, voel ik me op z'n fijnst: mijn lijf aan de slag, mijn hoofd in de ruststand. Maar wat ik ook heel leuk vind, is schrijven. En op deze blog komen die beide passies samen: schrijven over wandelen. Dat dat hier kan, is een groot cadeau. En dat jij meeleest, is een minstens zo groot cadeau. Dus welkom op deze blog! Laat me vooral weten wat je vindt! Oh, en we hebben ook een account op Polarsteps, Facebook en Instagram. Mocht je exact willen zien waar we uithangen, of meer foto's bekijken en minder geouwehoer lezen. Kan allemaal :)

No reacties