Dag 45 Camino de Santiago: Marigny l’Eglise – Dun-les-Places, 15km

0

Als we gisterenavond beneden komen bij Philippe, staat de hele eettafel vol met crudités. Schaaltjes geraspte wortel, komkommer, olijven, sla, tomaat, maïs, alles is er. Zelfgemaakte dressing, stokbrood, een bakje met za’atar kruiden en een flesje rosé maken het helemaal af. We vallen erop aan alsof we drie dagen niet gegeten hebben. Zalig! Dan vraagt Philippe me opeens of ik pasta wil of rijst. Op het fornuis is niets gaande. Ik snap het niet? Ik kijk naar Robin, die geen sjoege geeft, en ook aan Pieter heb ik weinig. ‘Pâte?’ zeg ik vragend. ‘Pâte’, knikt hij bevestigend. ‘Ehm, jullie wilden hopelijk ook pasta?’ vraag ik aan de jongens. Zowel Robin als Piet knikken terwijl ze nog een hap nemen van hun salade. Gelukkig.

Philippe komt al snel met een dampende schaal tagliatelle, zet een pot tomatensaus op tafel, en een pakje gezouten boter. Dan komt er nog een schaaltje met gruyère. Ik snap het niet? ‘Allez-y’ zegt hij bemoedigend, en ik schep iedereen een flinke lepel tagliatelle op. Dan wacht ik. Robin pakt de gezouten boter, snijdt er wat plakjes vanaf en legt die op zijn pasta. Dan de gruyère. En dan begint hij te roeren. Philippe pakt de pot saus, opent hem en gooit er slechts een eetlepel van over zijn pasta. Dit ben ik niet gewend op deze manier! Maar met zoute boter en gruyère wil ik best proberen. Ik doe zoals Robin en eet mijn pasta. Ooooohhh wat is dit lekker! En hoe simpel! We eten de hele bak tagliatelle leeg – Robin schept vier (!) keer op, Piet drie en ik twee, Philippe kijkt het allemaal glimlachend aan – en krijgen dan nog een bakje yoghurt met jam. Dat vind ik zo’n lekker toetje. Je krijgt het hier vaker. Het lijkt inspiratieloos maar gek genoeg is het vaak precies waar ik zin in heb na een volle maaltijd. Even een bakje yoghurt.

Vanochtend is Robin al op pad als wij beneden komen. Hij gaat naar Lac des Settons, een afstand van 33 kilometer, die wij maar voor de helft zullen wandelen. Wij houden er in Dun-les-Places lekker mee op, en pakken dan morgen de rest van die afstand. Robin probeert elke dag rond de dertig kilometer af te leggen, en doet dat ook nog eens met twintig kilo op zijn rug. Hij heeft een tent bij zich en wandelt eigenlijk van supermarkt naar supermarkt. En die zijn schaars gezaaid in deze contreien! Maar hij lijkt het wel fijn te vinden, lange dagafstanden en fiks afzien. Voordat hij aan zijn nieuwe baan begint heeft hij 100 dagen de tijd voor de camino vanuit Antwerpen, dus hij mag ook wel tempo hebben. Knap vind ik het! Al benijd ik hem niet, en voel ik ook zelf totaal niet de behoefte hetzelfde te doen. Ieder zijn ding.

Zo ziet het er vandaag uit. Volle zon en een frisse bries. Perfect gewoon.

Na vertrek zakken we al snel af in het dal. We lopen door een klein gehuchtje waar een smal straatje richting het bos één grote bloemenzee is. De berm lijkt wel de Keukenhof! Rozenstruiken, klaprozen zo groot als een voetbal, lupine vol in bloei, het is prachtig. Net voordat we bij het eind komen, staan twee oudere heren (ik mag geen oude mannetjes meer zeggen van mijn vriendin Erzja) bij een schuur. ‘Is dit allemaal uw tuin?’ vraag ik aan de ene. Hij maakt een armgebaar naar de ander en zegt: ‘We doen dit met zijn twee.’ Als ik hem zeg hoe ongelofelijk mooi en indrukwekkend ik het vind, haalt hij zijn schouders op. ‘Bwoh’. ‘Echt mooi. U heeft ons blij gemaakt vandaag!’ Hij lacht verlegen, kijkt zijn broer (denk ik?) even aan en wenst ons dan een bon chemin.

Met een brugje van wat planken steken we La Cure over

We lopen over een grindpaadje het bos in en zien op een gegeven moment een heel coole boomhut. Hij staat op een terrein met glijbanen, picknicktafels en een tiny house, en ik sta even stil om het tafereel in me op te nemen. Dan zie ik opeens in mijn ooghoek iets bewegen. Het is bruin en het rent razendsnel onze kant op. Ik sta achter een dikke boom dus even verdwijnt het uit beeld, maar dan opeens is het er weer. Het is een haas! Hij ziet ons niet en stuift regelrecht op ons af. Op het allerlaatst, ik denk serieus dat hij minder dan een meter van me vandaan is – ik sta al klaar om opzij te springen – heeft hij me in de gaten, gaat vol in de ankers en maakt rechtsomkeert. Binnen drie seconden zien we hem niet meer. Pieter en ik kijken elkaar vol verbazing aan en schieten in de lach. Ik heb het kippenvel op mijn armen staan. Nog nooit een haas van zo dichtbij gezien. Hoe gaaf was dat!

Doordat het in de Morvan nogal kan regenen – weten een paar jullie alles van! – zie je hier heel veel mos. Een magisch gezicht vind ik het; alles bedekt onder een groen vachtje.

We dalen verder af en steken La Cure over. Soms is dat een klein stroompje, soms een aardige rivier. Hoe dan ook wordt het landschap er prachtig van, van dat kronkelende riviertje dat soms dwars door het bos, soms aan de bosrand door een veld meandert. Er zitten kleine stroomversnellingen in. De zon schittert in het water tussen het bladerdek van de bomen door.

Toch is niet elk stukje even mooi. Delen van de Morvan zijn productiebos, dus er wordt veel gekapt. En dat geeft soms zo’n treurig beeld, met houten stompjes op een helling en heel veel rotzooi ertussen…

Pieter loopt een stukje voor me en staat opeens stil. ‘Kom snel!’ roept hij naar me. ‘Snel! Snel!’ Ik ren zijn kant op en zie nog net de staart van een slang de wat hogere berm op glijden. ‘Daar is hij’, zegt Piet, en hij wijst me op de slang. Die zit opgerold in de berm en houdt ons in de gaten. Bizar dat hij niet echt op de vlucht slaat. Fijn ook, want daardoor kan Pieter echt een heel mooie foto van hem maken.

Cool, of cool?

Als we een half uur later in het gehuchtje Bonare een bijennest aantreffen tegen de bovenkant van een raamkozijn, is onze dag helemaal compleet.

Waarschijnlijk is het geen bijennest maar hebben de bijen zich hier verzameld, vóór ze op zoek gaan naar een goede plek….?

Wat een wildlife vandaag! Helemaal happy lopen we over een holleweg, door iets wat op een rivierbedding lijkt en langs een weggekapt bos naar Dun-les-Places. Het gekwetter van musjes is oorverdovend en het uitzicht op de heuvels vóór ons een lust voor het oog. De herberg waar we slapen heeft zijn beste tijd gehad maar dat kan ons niets schelen. Het was weer een top dag.

Zo’n leuke muurschildering hier in het dorp. We moesten hard lachen 🙂

PS Vind je het leuk om onze nieuwsbrief te ontvangen? Laat maar weten, dan sturen we je eens per week of zo een overzicht van een aantal posts.

PS II We zijn ook te vinden op Polarsteps en Instagram, mocht je geen genoeg van ons krijgen.

Over de schrijver

Marlies

Niets zo leuk als wandelen. Als ik wandel, voel ik me op z'n fijnst: mijn lijf aan de slag, mijn hoofd in de ruststand. Maar wat ik ook heel leuk vind, is schrijven. En op deze blog komen die beide passies samen: schrijven over wandelen. Dat dat hier kan, is een groot cadeau. En dat jij meeleest, is een minstens zo groot cadeau. Dus welkom op deze blog! Laat me vooral weten wat je vindt! Oh, en we hebben ook een account op Polarsteps, Facebook en Instagram. Mocht je exact willen zien waar we uithangen, of meer foto's bekijken en minder geouwehoer lezen. Kan allemaal :)

No reacties