Dag 71 Camino de Santiago: St. Privat d’Allier – Saugues, 20km

0

In Le Puy heb ik een routeboekje gekocht. En daarin staat van elke dagetappe hoe zwaar hij is. Groen betekent te doen, oranje betekent pas op, en rood betekent hou je hart vast. Vandaag is de route rood. Niet lang, 20 kilometer maar, maar hij zegt dat we gemiddeld zo’n 2,8km/uur zullen wandelen. Da’s nie snel! Ons ontbijt staat op 895 meter hoog, we zullen eerst dalen naar 598 meter hoog, vervolgens klimmen naar 1103 meter en dan slapen op 960 meter hoogte. Dat lijkt best bescheiden, maar tussendoor stijg en daal je nog flink.

Iedereen heeft dezelfde informatie, dus als we vanochtend om vijf over zeven aan het ontbijt verschijnen is iedereen daar al. Er wordt fluisterend gepraat, mensen zijn opgewonden en ook wel een beetje nerveus. Net als wij, stiekem. Best gek als je bedenkt wat we al in de benen hebben, maar blijkbaar laat je je toch nog gek maken door een rode route. Ach ja. Aan de eettafel gisteravond ontdekten we dat Pieter en ik van de twaalf pelgrims die mee-aten de enigen zijn die hun volledige rugzak dragen. Alle anderen maken gebruik van bagagevervoer. We hoeven ons dus nergens voor te schamen.

Als we St. Privat verlaten, duiken we al snel via een smal paadje het dal in. Dit houdt aan tot we beneden in Monistrol d’Allier aankomen, waar we het eerste café dat we zien induiken voor een cola, een snack en een sandwich om mee te nemen voor later. Een superfijne plek; de uitbater is heel vriendelijk, hij maakt lekkere baguettes met paté en kipcurry voor ons en er ligt een Rottweiler aan onze voeten te slapen. Pelgrims wandelen af en aan, af en toe maken we een praatje omdat we een pelgrim herkennen van onze gîte, en ook wielrenners weten deze plek goed te vinden. Twee oude Britse dames die elkaar al kennen sinds de universiteit komen naast ons zitten en maken een babbeltje.

We dalen af op smalle paadjes

en wandelen onderweg door Rochegude, waar een kasteel op de heuvel prijkt.

Na een half uur gaan we weer verder. De berg op. Via een bizar kerkje komen we hoog op de heuvel uit, waar het uitzicht prachtig is. Boerderijen, akkers, her en der een dorpje, glooiende heuvels, groepjes bomen bij elkaar. We groeten de hele tijd pelgrims die wij inhalen en die even verderop ons dan weer inhalen, het is best gezellig.

Praten met koeien is ook altijd heerlijk

In het bos is het flink klimmen

en dan heb je dit uitzicht op Monistrol d’Allier

Op een gegeven moment voel ik dat ik honger krijg en dat is dan altijd vrij accuut, dus ergens tussen wat huizen zoeken we naar een plek om te zitten. Het bevalt me allemaal niet zo, dus we lopen door. Net buiten het dorpje staat er een bordje, naast een huis met een groot grasveld als tuin. In de tuin staat een tafel, eromheen zes stoelen en een parasol. Op het bordje staat dat ze koffie aanbieden voor een euro, een madeleinekoekje voor 50 cent, en een gekookt ei voor een euro. Alleen al vanwege deze grappige menukaart denken we: doen! We lopen de tuin binnen en de mevrouw die in het huis woont loopt ons tegemoet. ‘We hebben een sandwich in onze rugzak, mogen we die eten als we wat drinken van u?’ vraag ik haar. ‘Natuurlijk, ga lekker zitten!’ We gaan op haar stoelen zitten, bestellen een glaasje jus d’orange en pakken onze sandwich met kipcurry. Wat zitten we hier verrukkelijk! Gewoon bij mensen op hun grasveld, lekker in de schaduw, windje erbij. Al gauw komen er twee pelgrims bij, een stel uit Australië. Hij heeft in 1988 door Europa en Noord-Afrika gereisd en toen hij blut was en naar huis wilde, zeiden zijn ouders: blijf maar daar, hier in Australië is geen werk. Hij is vervolgens in Engeland terechtgekomen, is daar gaan werken en heeft daar uiteindelijk tien jaar gewoond. Al gauw kwam hij zijn vrouw Philippa tegen, en sinds 2001 wonen ze in Melbourne, Australië. Nu doen ze een week de camino, pakken dan een huurauto en reizen nog een paar weken door Frankrijk. Heel gezellige mensen, we kletsen honderduit.

Na een uur of zo vinden we het toch tijd om door te lopen; zo komen we er nooit! We pakken onze spullen, bedanken de vrouw en haar echtgenoot hartelijk voor de gastvrijheid, betalen voor onze consumpties en gaan op pad. Vanaf nu is het eerst geleidelijk stijgen tot 1100 meter hoogte, en vanaf daar rustig aan naar beneden, naar het dorpje Saugues.

Voor de afdaling naar Saugues vind je deze totempalen van hout

en dan daal je zo af richting het dorp

Daar kunnen we nog niet in onze gîte, die opent pas om vier uur, dus dan maar richting bar voor een biertje. Daar treffen we weer de Engelse vriendinnen van vanochtend en nog een paar andere pelgrims die we gister voor het eerst hebben gezien, dus het is gezelligheid troef. Om kwart over vier gaan we naar de gîte, waar de eigenaar ons heel lief in een tweepersoons kamer legt. Wel met stapelbed, maar geen andere ronfleurs vannacht. Hoe fijn! We verzuchten hoe heerlijk alles is: de route ging heel goed, het stijgen en dalen was makkelijker dan verwacht, onze mede-pelgrims zijn heel gezellig, het weer is subliem en we liggen gewoon in een privékamer. Echt zwaar, dat pelgrimeren!

Ons kamertje met stapelbed. Niet groot, maar wel voor ons alleen. Yes!

PS Vind je het leuk om onze nieuwsbrief te ontvangen? Laat maar weten, dan sturen we je eens per week of zo een overzicht van een aantal posts.

PS II We zijn ook te vinden op Polarsteps en Instagram, mocht je geen genoeg van ons krijgen.

Over de schrijver

Marlies

Niets zo leuk als wandelen. Als ik wandel, voel ik me op z'n fijnst: mijn lijf aan de slag, mijn hoofd in de ruststand. Maar wat ik ook heel leuk vind, is schrijven. En op deze blog komen die beide passies samen: schrijven over wandelen. Dat dat hier kan, is een groot cadeau. En dat jij meeleest, is een minstens zo groot cadeau. Dus welkom op deze blog! Laat me vooral weten wat je vindt! Oh, en we hebben ook een account op Polarsteps, Facebook en Instagram. Mocht je exact willen zien waar we uithangen, of meer foto's bekijken en minder geouwehoer lezen. Kan allemaal :)

No reacties