Dag 148 Camino de Santiago: Grandas de Salime – Fonsegrada, 29km

4

Inmiddels beginnen we onze pelgrims-pappenheimers aardig te (her)kennen. Zo is daar Carmen, de Spaanse vrouw van wie we de leeftijd niet kunnen schatten vanwege haar opgespoten lippen en haar gewaterstofperoxideerde haar, bij wie Julio Iglesias altijd keihard uit haar telefoon schalt en die met een tempo loopt waar je u tegen zegt. We hebben Sergio Garcia, de fotograaf die op de meest onverwachte momenten op zijn hurken op het pad zit en dan zegt: ‘Keep talking, keep talking!’ terwijl we voorbij lopen en op de gevoelige plaat worden gezet. Ik heb hem om zijn website gevraagd maar daar deed hij vaag over. Die foto’s gaan we dus nooit zien. We hebben een grote groep luide Italianen, we hebben een nog grotere groep nog veel luidere Portugezen, we hebben Spanjaard Andreas die zes jaar geleden voor een stage naar Amsterdam verhuisde en daar nooit meer is weggegaan. ‘I absolutely love it there’, en we hebben Canela. Wat zijn echte naam is weten we niet, maar toen we meloen als toetje kregen in de herberg van Stef, gaf ik aan dat als ze kaneel hadden, dat dat heel lekker was over de meloen. Dat hadden wij dan weer geleerd in de herberg van Caborredondo. Dus Panka haalde ergens kaneel vandaan, we gooiden allemaal een beetje over onze meloen, en iedereen was het eens: dit was lekker. ‘Es canelaaaaaaa’ riep de Spanjaard bij ons aan tafel hard. ‘Es un afrodisiac!’ zei hij er toen met een knipoog achteraan. Om vervolgens de kaneel te pakken en nog eens ruim over zijn meloen heen te gieten. ‘Canela, canela!’ riep hij erbij. Sindsdien noemen we hem natuurlijk Canela, en altijd als we hem zien is het ‘Canela Canela!’ en dan steekt hij zijn duim op. We hebben ook Richard nog, een roodharige kabouter uit Engeland die de godganse dag loopt te vloggen. Hij schijnt een publiek van 20 man te hebben, maar dat deert hem blijkbaar niet; zijn enthousiasme is aandoenlijk. ‘So I’ve just climbed this mountain, and this is the view from the top. Check out this view! Look at the clouds! Aren’t they amazing? Look at these Dutch people who are constantly walking in front of the camera, aren’t they awesome?’ Vanochtend lopen we een heel klein stukje met Richard op, maar al snel blijft hij stil staan om een kat te filmen, daarna een caminobordje en vervolgens een schoen die op een paal staat. Hij is er maar druk mee, onze Richard. Zo druk zelfs, dat we hem een half uur later tientallen meters verder parallel aan ons pad de totaal verkeerde kant op zien lopen. ‘Richard! Richard!’ schreeuwen we over het veld. Nul reactie. We zien hem in hoog tempo achter enkele huizen verdwijnen. Zou dat de laatste keer zijn dat we Richard te zien krijgen? Richard, de verdwenen vlogger?…

En natuurlijk hebben we onze pelgrimsvrienden Richard en Helen. Hij een elektro-ingenieur, zij een docent Engelse literatuur aan de Open Universiteit, wonend in Brixham, aan de South West Coast Trail in Engeland. Gister haakten ze gezellig bij ons aan op het terras en daarna gingen we gevieren richting het enige open restaurant van Grandas, Restaurante A Reigada, en wat een gelukstreffer was dat! Ze serveerden een ongelofelijk lekker pelgrimsmenu aan de tientallen pelgrims die er neer waren gestreken, en wij zaten daar tussen. Voor 12 euro kregen we eerst patatas a la marinera, een soort vis- en aardappelsoep die rijkgevuld en bijzonder smaakvol was, en daarna hadden we dorade van de gril. Dit keer niet met patatjes erbij maar met gegrilde courgette. De ananastaart maakte het helemaal af. Glaasje wijn erbij, glas water erbij, we waren koning! En het was zo gezellig, de tijd vloog! Toen we om 22.00 uur bij het hostel terugkwamen, waren we de laatsten die binnenkwamen dus zo stil mogelijk richting bed en oogjes toe.

Vandaag blijkt weer een instinker. Ik heb me – zoals wel vaker – weer teveel aangetrokken van de beschrijving in de app. Die zegt namelijk: ‘Here is where the second most important mountain pass in the Primitive Route begins: the Pass of El Acebo. But it is nothing to be afraid of.’ Die laatste woorden galmen de hele ochtend in mijn hoofd terwijl ik klim en klim en klim en klim, en ik denk alleen maar: oké ik hoef er ook niet báng voor te zijn, maar dit is toch geen makkie mensen! We klimmen namelijk non-stop en gestaag – inderdaad niet supersteil maar toch – ruim vijftien kilometer lang! Vijftien kilometer lang klimmen! Daar had ik dus even niet op gerekend. Maar, het moet gezegd: het is weer spectaculair. Het ritme begint zo langzamerhand op te vallen: in de ochtend is het mistig, rond een uur of elf ontstaat er wat blauw en in de middag is het prachtig, met vergezichten en een wolkeloze hemel. We hebben zoveel geluk!

Na de klim zijn we zo moe, maar hebben we wel weer zo’n mooi uitzicht!

En na die intens lange klim hebben we dan ook nog een mijlpaaltje: we lopen Galicië binnen! Adiós Asturia, hola Galicia. En het grappigste is, dat de schelp – die tot nu toe met zijn kontje de richting aangaf – opeens andersom op de paaltjes staat! Vanaf nu kijken we dus niet langer naar het kontje maar naar de vingers van de schelp. Ik ga ervan uit dat het niet teveel problemen op zal leveren.

Het paaltje waar de schelp opeens andersom staat

Een andere instinker is dat de enige pauzeplek op deze etappe zich pas na 21 kilometer aandient, terwijl in de app stond dat we na 14 kilometer een bar zouden treffen. Die was er ook, maar die was dicht. Ja, dan wordt het moeilijk. We hadden alleen een stukje torta de Santiago bij ons en een paar hazelnoten, dus op ons tandvlees komen we aan bij het restaurant in Monte de Penoucos. Na een cola en een omelet gaat het weer prima, maar wat mij vooral nekt vandaag, is mijn vette verkoudheid. Ik weet niet wat het is met mij de laatste tijd, maar na het dagenlang hoesten rond Markina en de buikloop in Oviedo, ben ik nu snip- en snipverkouden. Kun je overtraind raken van het lopen van de camino? Vraag ik teveel van mijn lijf? Ik ben normaal gesproken nooit ziek, echt helemaal nooit, zelfs de gemiddelde verkoudheidsgolf gaat in Nederland volledig langs me heen, maar hier lijk ik elk virusje in de lucht mee te pikken. Iemand ervaring mee? Tips misschien?

Maar goed, geen reden om het klachtenloket voor te openen hoor. Die houden we mooi gesloten. In plaats daarvan ga ik straks de LemSip Max drinken die Helen me heel lief tijdens onze gezamenlijke middagpauze gaf. Een poedertje waarmee je thee maakt en die de boel als het goed is een beetje losmaakt. Als we nog ergens gember kunnen vinden in de supermarkt zou dat helemaal mooi zijn, maar dit vind ik al heel fijn. En dan doe ik zo een tukje, en dan ben ik vast morgen weer helemaal het mannetje. Gaan we de 27 kilometer die dan op het programma staat, met opnieuw een fikse klim van 900 meter en een afdaling van 1130 meter, eens even beslechten. Piet als een jonge hinde want gelukkig kerngezond, ik desnoods met constant genies, tranende ogen en een druipneus. Net zo makkelijk.

Naar Fonsegrada toe krijgen we nog een gemene klim voor onze kiezen. Ik klap uitgeteld achterover op bed en kan geen boe of ba meer zeggen.

Stijgen en dalen: 973 m omhoog en 581 m omlaag.

Slapen: Alberge-Pensión Casa Cuartel. Een pracht van een kamer met ultramoderne badkamer, heerlijk beddengoed, meerdere kussens en handdoeken, voor 50 euro met zijn twee. Super gewoon!

Over de schrijver

Marlies

Niets zo leuk als wandelen. Als ik wandel, voel ik me op z'n fijnst: mijn lijf aan de slag, mijn hoofd in de ruststand. Maar wat ik ook heel leuk vind, is schrijven. En op deze blog komen die beide passies samen: schrijven over wandelen. Dat dat hier kan, is een groot cadeau. En dat jij meeleest, is een minstens zo groot cadeau. Dus welkom op deze blog! Laat me vooral weten wat je vindt! Oh, en we hebben ook een account op Polarsteps, Facebook en Instagram. Mocht je exact willen zien waar we uithangen, of meer foto's bekijken en minder geouwehoer lezen. Kan allemaal :)

4 reacties

  1. Petra 14 september, 2023 at 19:57 Beantwoorden

    Ziek onderweg, da’s niet fijn. Stoer dat je wel doorbikkelt, en heerlijk om dan in een luxe accommodatie terecht te komen. Kwalen trekken wel weer weg, meestal plotseling, vlak na het moment dat je zeker weet dat het nóóit meer goed gaat komen. Ik wens je dat moment snel toe!

  2. Jose Laney 14 september, 2023 at 20:49 Beantwoorden

    Verkoudheid: je vraagt toch wel veel van je lijf al die tijd lopen dus het is niet echt gek dat je een virusje op pikt.
    Remedies: salie thee als je keelpijn hebt, zout water opsnuiven op een lepel door je neus en dat komt er via de mond weer uit. Heel vies maar effectief als je veel snot hebt.
    Het snotteren kan ook nog komen door alle grasjes die langs de weg staan. In dat geval kun je een allergie middeltje gebruiken zoals ceterizine of levoceterizine.
    Beterschap!

Plaats een nieuw bericht