Een vreemde snuiter op een fiets

Een vreemde snuiter op een fiets

0

Gister waren we bezig met ons favoriete rondje door Utrecht, een wandeling van 12 kilometer langs singels en door parken, toen we op de Maliebaan werden aangesproken door een nogal vreemd ogende man met een fiets. Hij stond druk over zijn mobiel te swipen die hij aan zijn stuur had bevestigd, had een backpack op zijn rug waar een enorm instrument uit stak – wat voor één was ons een raadsel, want het zat in een rechthoekige hoes – , had een werptentje op zijn bagagedrager met daaronder een dikke stapel dekens, en hij was voor het weer nogal dik gekleed. Koksbuis aan, timmermansbroek aan met wat leek tientallen zakken, allerlei portemonnees aan zijn riem, gleufhoed op zijn hoofd, lang sikje over zijn kin en een intens dun staartje vanonder zijn hoed.

Het gesprek dat we met hem kregen, ging ongeveer als volgt:

“Ik moet naar Den Bosch, is dat die kant op? Of die kant?”

Hij wees eerst naar de kant waar we vandaan kwamen, toen naar die waar we heen gingen. De grote vraagtekens op onze gezichten leverden hem niets op.

“Dat is het zuiden toch?” Vinger richting waar we vandaan kwamen.

“Eh.” Ik keek door het bladerdek richting de zon, vroeg me in mijn hoofd af hoe laat het was, concludeerde dat het rond 14.00 uur was en dat de richting die hij aanwees inderdaad het zuiden moest zijn.

“Klopt”, zei ik. Hoe slim ben ik.

“Is het dan gewoon rechtdoor?”

“Je bent in Utrecht, een stad vol bochten,” zei ik. “Zoiets als rechtdoor bestaat hier niet, vrees ik.”

Pieter en ik pakten beiden onze mobieltjes en typten op Google Maps ‘Den Bosch’ in. Twee mogelijkheden kwamen naar boven: via Nieuwegein en Leerdam, of via Werkhoven en Geldermalsen. Die laatste was 20 minuten korter, maar hoe leg je aan een fietser uit hoe hij vanuit Utrecht in Werkhoven komt, laat staan verder naar Geldermalsen, om nog maar niet te spreken van Den Bosch zelf? Ik besloot toch een poging te doen.

“Je gaat daar richting het water, en volgt dat tot je bij een kruispunt komt dat nogal bochtig oogt. Daar ga je rechtdoor, maar dat is dus een beetje naar rechts. Niet afslaan, want dat komt niet goed. Dan krijg je snel daarna een café aan je linkerhand, dat heet Brothers in Law, daar rijd je aan voorbij, maar vlak erna moet je wel een smal straatje in naar links. Die ga je in, die wordt breder, dat wordt dan de Koningsweg maar zo heet ie in eerste instantie nog niet, maar hoe hij wel heet weet ik eerlijk gezegd niet.” Op dit moment keek ik hem even schuldbewust aan en zag ik de totale verwarring op zijn gezicht. Hoe ik nu verder moest wist ik eigenlijk niet, had dit nut, begreep hij iets van mijn uitleg? Ik besloot stoïcijns door te gaan. “Koningsweg rijd je af tot je bijna in Bunnik bent, maar niet helemaal. Voor Bunnik kom je langs een restaurant, of eigenlijk is het een bakker, nee het is beide geloof ik, in ieder geval heet het Vroeg, en daar ga je rechts. Onder de snelweg door, over het spoor, en dan helemaal rechtdoor, en dan kom je in Werkhoven. Vraag daar maar hoe je verder richting Geldermalsen komt.” De verwarring op zijn gezicht was allengs groter geworden, maar hij hield zich sterk en glimlachte door zijn wanhoop heen.

Vervolgens vroeg ik hem als een volleerd schooljuf om alles wat ik gezegd had te herhalen. Hij kwam tot het water, draaide toen alle richtingen die ik genoemd had om, was Werkhoven vergeten en ook dat hij bij Vroeg af moest slaan, en toen gaf ik het op.

Ik maakte een terugtrekkende beweging en zei: “Je gaat het redden, ik weet het zeker.” Toen ontwaarde ik de schelp op zijn rugzak en wist dat ik met een mede-pelgrim te doen had. “Ultreia!” riep ik enthousiast, de begroeting onder pelgrims die zoiets als ‘voorwaarts!’ betekent, en liep van de man weg, Pieter aan zijn mouw meetrekkend.

De zon brak door op het gezicht van de man, hij ontblootte zijn bizar rechte en witte tanden, stak zijn hand in de lucht en riep vol overtuiging terug: “ULTREIA!”

Hij zou er wel komen, ik wist het zeker. Een pelgrim komt altijd op zijn pootjes terecht.


Over de schrijver

Marlies

Niets zo leuk als wandelen. Als ik wandel, voel ik me op z'n fijnst: mijn lijf aan de slag, mijn hoofd in de ruststand. Maar wat ik ook heel leuk vind, is schrijven. En op deze blog komen die beide passies samen: schrijven over wandelen. Dat dat hier kan, is een groot cadeau. En dat jij meeleest, is een minstens zo groot cadeau. Dus welkom op deze blog! Laat me vooral weten wat je vindt! Oh, en we hebben ook een account op Polarsteps, Facebook en Instagram. Mocht je exact willen zien waar we uithangen, of meer foto's bekijken en minder geouwehoer lezen. Kan allemaal :)

No reacties

Foto’s dag 16

Het vertrouwen dat mensen in je stellen terwijl ze je niet kennen, is waanzinnig