De dag start vroeg, want om 9.00 uur vertrekt onze bus vanuit Santiago naar Ribadeo. Daar staat onze auto, waarmee we naar Léon rijden om een paar dagen gezellig met Roberto en Annemiek door te brengen. Althans, dat was bij het ontwaken vanochtend het idee. Een klein stukje siliconen gooit namelijk roet in het eten.
Vlak na het ontwaken haal ik mijn oordoppen uit mijn oren. Ik kijk naar mijn linkeroordopje en denk: die is een heel stuk kleiner dan toen ik hem gisteravond in mijn oor stopte. Ik voel in mijn oor en verdomd: er is een stuk achtergebleven. Het doet geen pijn. Meer een gevoel dat er water in mijn oor zit. Wat te doen? Ik google op klinieken in Ribadeo, waar we na onze busreis aankomen, maar het is zaterdag. Alles is dicht. We appen met Roberto: heb jij een idee? Léon is een grote stad en warempel, vlakbij hun huis is een kliniek 24 uur per dag geopend. Daar gaan we heen.
De busrit is prachtig, door het Galicië dat we inmiddels zo goed kennen, langs weggetjes die ik herken omdat we daar dagen eerder liepen. De drie uur in de bus vliegen om, en dan is daar Ribadeo, de stad waar ons camino-avontuur een kleine drie weken geleden begon. We lunchen er wat, lopen rustig rond, en pakken dan de auto naar Léon. Onderweg besluiten we de tolwegen te vermijden en via de N-630 door te steken naar het binnenland. We belanden midden in het Cantabrische gebergte, waar de Camino San Salvador doorheen loopt. Nooit eerder zag ik zo’n dramatisch landschap in Spanje als daar. Ongelofelijk mooi. Pieter en ik kijken elkaar aan: dit wordt onze volgende camino! Roberto en Annemiek hebben hem nog niet in hun assortiment, maar daar wachten we dan met liefde op, want wat is het hier adembenemend mooi.
Om half vijf komen we bij de medische kliniek. Buiten staat een man in een witte jas op zijn telefoon te kijken. We lopen langs, groeten hem, lopen naar de automatische deuren van de hoofdingang die niet voor ons opengaan, en dan roept hij ons terug. ‘Het is hier.’ Hij wijst naar de deur achter hem, die eruitziet als de personeelsingang, en we volgen hem naar binnen. Er is niemand te bekennen. Hij neemt achter een computer plaats in een hokje dat hem van ons scheidt middels een glasplaat.
‘Heeft u een Europese zorgkaart?’ is het eerste wat hij me vraagt.
‘Ehm…’ Ik heb er nog nooit van gehoord. Vragend kijk ik Pieter aan, die naarstig begint te zoeken op zijn telefoon.
‘Ik heb wel een paspoort,’ zeg ik tegen de dokter. Ik geef hem mijn paspoort en hij gaat aan de slag. Al gauw komt er iemand bij hem staan. Binnen een minuut een derde en nog twee minuten later een vierde persoon. Allemaal buigen ze zich over mijn paspoort. Ik word naar voren geroepen en ze controleren mijn naam. Is het echt Margje? Ik raak altijd een beetje in de war van wat in het Spaans ook alweer voornaam is en wat achternaam, en probeer in mijn beste Spaans uit te leggen dat ik twee voornamen heb, namelijk Margje Liesbeth, en één achternaam, namelijk Hofland. In mijn paspoort staat echter Van der Steeg, ev Hofland. Verwarrend! Uiteindelijk noteren ze dat mijn achternaam Margje Liesbeth is en wordt Hofland überhaupt niet in het systeem ingegeven. Ik laat het maar.
Pieter is intussen druk bezig een Europese zorgkaart op de kop te tikken ergens. Hij belt met het noodnummer van onze verzekeringsmaatschappij en ontdekt dat we die zorgkaart kunnen inzien binnen hun app. Hij downloadt de app, klikt wat hier en scrollt wat daar en verdomd: er verschijnt een Europese zorgkaart met mijn naam erop in beeld. Vijf man personeel loopt intussen rond met mijn paspoort, wil er een kopie van maken maar de copyshop is dicht – want zaterdag – dus hoe moet dat nou, en dan geef ik de dokter Pieters telefoon. Gejuich gaat op achter het glazen scherm. De Europese zorgkaart is terecht! Nu komt alles goed.
Een jonge vrouw neemt me mee naar een behandelkamer. Ik leg haar uit dat mijn oordop nog gedeeltelijk in mijn oor zit. Ze neemt een kijkje.
‘It is blue!’ zegt ze opgetogen.
‘Kunt u hem eruit krijgen?’ vraag ik ietwat benauwd.
‘A ver.’ Even kijken. Ze trekt aan mijn oor, er komt een tweede persoon bij, die trekt ook aan mijn oor, een derde persoon komt kijken, die pakt een otoscoop, een vierde komt binnen met een kidneybasin vol met water en een spuit, en zo staat het hele grut dat net met mijn paspoort in de weer was weer gezellig in de kamer. Jongens, waar is de efficiëntie? Vier man personeel om een oordopje te bevrijden!
‘Ai Dios mio,’ hoor ik naast me.
‘Het zit diep hè?’
‘Hoe heeft ze dat voor elkaar gekregen?’
‘Pas op, duw het niet verder.’
‘Ik krijg het met geen mogelijkheid los.’
‘Zorg dat je het niet scheurt hè, het moet één geheel blijven.’
In gedachten lig ik al op de operatietafel om dat verdomde oordopje operatief te laten verwijderen, maar dan duwt de vrouw met de kidneybasin iedereen opzij. Ze zet het schaaltje tegen mijn nek onder mijn oor, laat iemand anders mijn oor opentrekken, spuit dan vijf keer, en bij de vijfde keer hoor ik een hoop lawaai in mijn oor en daarna vier gillende vrouwen. Het oordopje ligt in de kidneybasin.
Ik kijk ernaar. ‘Volgens mij is dat niet het gehele dopje,’ zeg ik teleurgesteld. Alle juichende armen zakken naar beneden.
‘Echt?’ vraagt de mevrouw met de spuit mij.
‘Volgens mij was ie groter.’
Ze pakt, agressiever dit keer, weer mijn oor en de otoscoop, en neemt een kijkje.
‘All clean.’
Ik hou mijn hoofd scheef, tik er aan de bovenkant tegenaan en een druppel water loopt langs mijn oorlel. Ha, nu hoor ik alles weer.
‘Dizzy?’ vraag ze me.
Ik schud mijn hoofd. ‘Todo bien,’ zeg ik met mijn duim opgestoken. Ik volg de vier dames richting de dokter, die nog steeds druk op de computer in de weer is achter het glas, en pak mijn portemonnee.
Ze gaan weer met zijn allen achter hem staan om mee te kijken op het scherm (waarnaar?!), en de vrouw met de otoscoop steekt haar hand op.
‘Hier wordt nooit betaald,’ zegt ze. ‘Dat regelen de bedrijven onderling.’
Helemaal goed. Pieter en ik pakken onze spullen bij elkaar. Achter het glazen scherm valt de club dames uiteen. Eén van hen verzucht zacht, voor ze zich terugtrekt in een kamertje:
‘Dios mio, que estress.’
En dat hoor ik. Goed gewerkt.
PS Vind je het leuk om onze nieuwsbrief te ontvangen? Laat maar weten, dan sturen we je eens in de zoveel tijd een overzicht van een aantal posts.
PS II We zijn ook te vinden op Instagram, mocht je geen genoeg van ons krijgen.
No reacties