Wederom geen haast. Zestien kilometers op het program. Kwart voor tien zetten we onze eerste stappen de stad uit, via het ontzettend indrukwekkende Los Milagros Aquaduct. Dit 24 meter hoge bouwwerk dateert van de eerste eeuw na Christus en is gebouwd om water van de Proserpina-dam te leveren aan de Romeinse kolonie Augusta Merita. Althans, dat is wat Wikipedia zegt. Een verdere zoektocht op het internet leert ons dat het bouwwerk niet uit de eerste, maar uit de vierde eeuw na Christus stamt, de late Oudheid. Ons vielen in de brug al lagen van rode platte leitjes op die afweken van de rest van de stenen constructie, en nu blijkt ook dat de Romeinen dit soort tussenlagen van platte steentjes helemaal niet toepasten in hun bouw. Ha! Hadden we je zo kunnen vertellen! Het blijkt dat veel oude stenen bouwwerken in Spanje, als die zonder documentatie zijn, ten onrechte als Romeins worden bestempeld. Grappig toch.
We lopen verder over een wat drukke weg richting voornoemde Proserpina-dam. Onderweg passeren we Raymond, een Amerikaanse pelgrim die in 2015 besloot de stoute schoenen aan te trekken en met zijn vrouw te emigreren naar Spanje. Eerst twee jaar in Barcelona, en nu al vijf jaar op het platteland bij Taragona, waar hij een klein boerderijtje met haar runt. Als er niets op het land te doen is, loopt hij camino’s. Op dit moment is hij bezig aan zijn dertiende. Baas boven baas!
Bij de dam aangekomen is het aan de waterrand tijd voor een boterham. Wat een plek. Heuvels overal om het water heen, de oude dam die de Romeinen in de eerste eeuw na Christus gebouwd hebben (ja ja! Nu geloven we natuurlijk niets meer!), vissers, vogels en twee kajakkers. We zien een hop, groenlingen en horen ruziënde mussen. Het is er prachtig. We lopen een groot deel het meer rond, kletsen nog wat met een Nederlands stel dat met de camper op pad is, en belanden dan op een rustig asfaltweggetje. De omgeving wordt spectaculair mooi. Een tapijt van bloemetjes bloeit op de glooiende heuvels om ons heen, waar steeneiken oude, kromme rustpunten vormen in een verdere explosie van roze en geel. Een watertje kronkelt door het grasland. Een monniksgier cirkelt hoog boven onze hoofden en laat twee rode wouwen schrikken, die prompt tot een aanval overgaan. We ontmoeten Peter, een Duitse pelgrim die de Via de la Plata loopt als training voor de Camino Portugues, die hij straks in april gaat lopen met zijn vrouw. Als we op een grote kei pauze houden, komt hij er gezellig even bij zitten en rookt een peuk. Peter heeft ooit tien jaar in Sevilla gewoond, waar hij een zeer succesvolle plasticfabriek heeft opgezet. Die heeft hij vijfentwintig jaar geleden verkocht, en sindsdien renteniert hij. Hij is nog geen 65, dus Peter was er vroeg bij. Net als Ray een bijzonder vrolijke, zorgeloze pelgrim. Leuk om weer eens wat mensen te ontmoeten.
Pieter en ik lopen zuchtend door het sprookjesachtige landschap. Het is hier adembenemend mooi. Peter had overal op het internet gelezen dat je niet in februari de Via de la Plata moet lopen vanwege de regen en de kou, maar wij hebben al lang door dat dit juist dé maand is om hier te zijn. Alles begint te bloeien, vogels worden helemaal gek, de lente hangt in de lucht en het is bijzonder aangenaam. Oké, soms wat regen, soms wat wind, maar vandaag is het – behalve dikke mist in de ochtend – een graad of achttien en zonnig. Perfect gewoon.
Als we twee kilometer voor de eindbestemming een heuvel overgaan, verandert het landschap drastisch. De heuvels voor ons en aan weerszijden in de verte zijn hoger en het is weer kale, kromme wijnstokjes wat de klok slaat. Back in wine country! We passeren een snelweg en steken een 80-km weg over, en dan zijn we in Aljucén. Een dorpje van maar liefst 249 inwoners. De bar opent om zes, dan kunnen we ons inschrijven en betalen, en dan gaan we maar eens rondkijken. Wie weet vinden we hier nog ergens een oud Romeins bouwwerk dat stiekem toch uit de late Oudheid stamt. Zou grappig zijn.
Ach wat leuk om die bekende plekken te zien. speciaal dat iemand anders er ook door getroffen wordt. Wens jullie nog veel plezier !