Het pad is stenig en breed en gaat steil de berg af langs een camping, waar het geluid van gillende kinderen een buitenzwembad verraadt. In plaats van in alle rust af te dalen, wat over het algemeen pijnlijk is voor mijn knieën, besluit ik een beetje vaart te maken. Eerst gaat het nog vrij gedecideerd en plant ik bewust mijn voeten op het pad, maar al gauw krijg ik meer snelheid en verleg ik mijn focus naar iets wat op dit moment belangrijker is: afremmen. Dat lukt, maar toch mis ik ergens voor het pad minder steil wordt een soort ingebouwd stoeprandje en neem ik een snoekduik richting de marmerwitte kiezels. Met de alertheid van een scherpschutter bepaal ik dat ik niet recht naar voren wil vallen, maar dan toch liever opzij, richting zacht gras waar hier wonderwel geen brandnetels staan. Mijn plan lukt. Ik beland met mijn volle gewicht op mijn zijkant in het groen, waarbij mijn hoofd rakelings langs het prikkeldraad gaat. Door de vaart schieten mijn benen omhoog waardoor ik voor een kort moment de vorm krijg van een slecht gebakken pretzel, en dan lig ik stil.
‘Oef,’ zeg ik.
‘Jezus, lief,’ zegt Pieter, ‘gaat het?’
Hij raapt me op. Ik neem de schade op, die er gelukkig nauwelijks is, en amper twee minuten na mijn jammere afdaling voel ik geen pijn meer in heup of elleboog. ‘Lekker snel beneden, toch?’ grap ik.
Het is geenszins het spannendste wat we meemaken op deze laatste dag van de Heuvellandvierdaagse. Want onder een onbarmhartige zon en een strakblauwe hemel wandelen we op deze prachtige, zware dag die ons via Oud-Valkenburg en Schin op Geul naar Epen brengt en door het waanzinnigste deel van Zuid-Limburg trekt, na vijfendertig kilometer de laatste rustplaats op. Als we onze waterzak hebben gevuld voor de laatste zeven kilometer en onze rugzak hebben leeggegeten, worden we door vrijwilligers tegengehouden als we onze weg willen vervolgen.
‘Wat is er aan de hand?’ vraag ik een wat bollige man met zweetdruppels op zijn voorhoofd. Politieauto’s komen het terrein opgereden van de aardappelboer die zijn bedrijf voor de Vierdaagsegangers heeft opengesteld. Uit een politieauto stapt een agent die vanuit een al geoogst graanveld een afzetting organiseert. Wat krijgen we dan nu?
Onze mond valt open als het woord ‘bommelding’ valt. Een bom? Hier? Waar wij net langs zijn gelopen? De bollige man zegt dat we onze route niet mogen vervolgen, dat het gebied wordt afgezet. Wat moeten we dan?
‘Ik breng jullie naar Sibbe en vandaaruit kunnen jullie de route weer oppakken.’
Ik kijk Pieter en de Belgische Dominique, die zich bij ons gevoegd heeft, vertwijfeld aan. In een auto stappen? Nu, nu de finish nog maar zeven kilometer wandelen is? Ik pak mijn telefoon en zie dat we via Google Maps vrij gemakkelijk in Berg en Terblijt kunnen komen. Langs de provinciale weg, dat wel. Maar liever langs een provinciale weg wandelen dan liften. Mijn wandelmaatjes zijn het eens, en dus beginnen we aan de laatste etappe. Over asfalt, onder de brandende zon. Maar met zijn drietjes is het erg gezellig. Dominique, de vrouw die ons op dag 1 beschuldigde van slabakken, is een groot entertainer met goede verhalen en een heerlijk gevoel voor humor. Het asfalt, hoe heet ook, schiet onder onze voeten voorbij, en anderhalf uur later is de finish in zicht. We danken haar voor de middag die vooral dankzij haar heel erg leuk was, en geven elkaar een dikke zoen. Gehaald! Honderachtenzestig kilometertjes in de benen.
Dik compliment
Waarbij ik dan nu even twee dikke thumbs-ups moet geven. Allereerst aan onze schoenen. Dit was voor het eerst in mijn leven dat ik een lange wandeling maakte op iets anders dan mijn Lowa bergschoenen, en man wat beviel dat waanzinnig goed! Nooit eerder heb ik zo’n afstand afgelegd zonder brandende voeten, zonder pijnlijke plekjes, zonder dat ik niet kon wachten mijn schoenen uit te trekken. De La Sportiva schoenen waarop ik deze Vierdaagse heb gedaan, zijn de beste schoenen ooit! Er kwam nauwelijks gras, gruis of zand in, ik kreeg geen blaren, ze liepen als zonnetjes en ik daarmee ook.
Tweede thumbs-up is voor de organisatie van de Heuvelland Vierdaagse. Ik heb eerder de Vierdaagse van Nijmegen, van Haarlem en van Salland gelopen, maar nooit eerder was de route zo goed aangegeven, de rustplekken zo schoon en fijn, het gratis fruit onderweg zo heerlijk en de mentaliteit zo relaxed. Het maakt bij de Heuvelland Vierdaagse niet uit hoeveel kilometer je wandelt. Je checkt bij vertrek uit en bij terugkomst weer in, en in de tussentijd doe je lekker waar je zin in hebt. Pijnlijke voeten en dus minder wandelen dan waarvoor je je had opgegeven? Doen! Voel je je sterk en heb je zin een tandje bij te zetten? Ga vooral je gang! Wij waren volgens mij de enigen die elke dag 42 kilometer liepen. Veel mensen beginnen met 42 kilometer en gaan op dag drie terug naar 28, om de laatste dag 21 kilometer te wandelen. Dan ben je lekker op tijd thuis en niet helemaal kapot als je maandag weer aan het werk gaat. Dat is toch geweldig, dat dat allemaal prima is?
Dus valpartij en bommelding of niet: wij zijn er volgend jaar driedubbelzekerenvast weer bij!
PS Vind je het leuk om onze nieuwsbrief te ontvangen? Laat maar weten, dan sturen we je eens in de zoveel tijd een overzicht van een aantal posts.
PS II We zijn ook te vinden op Polarsteps en Instagram, mocht je geen genoeg van ons krijgen.
No reacties