Camino del Norte: Abadín – Vilalba, 21km

0

Waar het gister mis ging qua route, ontdekken we ‘s avonds. We ontmoeten in het barretje naast ons hotel de Texaan Joe en de Duitse Lea, die wél de juiste camino hebben gelopen. Als ik Joe vraag waar ik nou fout ben gegaan, opent hij de app Buen Camino. Daarin staan duidelijk twee routes die Mondoñedo verlaten. De ene is oranje en loopt helemaal niet langs de kathedraal maar verlaat het stadje aan de zuidkant. De ander is geel, loopt langs de kathedraal en verlaat Mondoñedo aan de westkant; dit is de route die ik gepakt heb. Mijn app, Organic Maps, laat alleen die laatste zien. Vandaar. Waarom het oude mannetje mij niet even waarschuwde dat ik niet op de juiste weg zat, is me een raadsel, maar uiteindelijk doet het er niet toe. Ook mijn route was prachtig.

Vanochtend, na een nacht vol muziek (er is hier in de contreien iets gaande dit weekend, maar we kunnen niet ontdekken wat), nemen we in de bar plaats voor ons ontbijtje. Gister kregen we een croissantje en wat jam voor ons ontbijt in een kroegje, dus onze verwachtingen zijn laag. Je zult ons plezier begrijpen als de barman ons een schaal met scrambled eggs en gebakken spek, én een bak zelfgemaakte tomatentjep voorzet. Lekker! Terwijl we genieten van dit overheerlijke ontbijt en de minstens zo lekkere koffie, bespreken we Pieters probleem met zijn voet. Wat heeft dit nou veroorzaakt?

We zijn van nature enorme bergschoenenfans. Elke twee tot drie jaar brengen we weer een bezoekje aan onze favoriete schoenenwinkel, helemaal in Apeldoorn, René Vos Wandelfabriek. Daar werken podologen en die bieden je met één blik op je voeten meteen de juiste schoen aan. Ik heb daar nooit meer dan twee paar hoeven passen. Altijd spot on! Maar bergschoenen zijn soms te veel voor wat we doen. Een vierdaagse is fijner met wat lichter schoeisel. Ons oog viel op de trailrunning schoenen van La Sportiva. Licht, luchtig, stevig en fijn. De Heuvelland Vierdaagse ging van een leien dakje; we hadden tijdens pauzes niet eens de behoefte onze schoenen uit te trekken, iets wat met de bergschoenen gewoon móet.

Menorca, afgelopen september, deden we ook op de La Sportiva’s. Heerlijk! Ging perfect. Nooit meer anders, dachten we. Daarbij: op camino zie je mensen op het meest uiteenlopende schoeisel. Van bergschoenen van de D-categorie tot crocs en van sneakers tot badslippers, werkelijk van alles. De beslissing was snel gemaakt: we gingen de camino op onze Sportiva’s doen. We hebben onze bergschoenen niet eens bij ons, ook niet in de auto die in Ribadeo staat. Maar nu vrezen we toch dat onze lichte schoentjes misschien alleen fijn zijn als je ‘dertien-in-een-dozijn-voeten’ hebt. En die heeft Pietje niet. Zijn voeten zijn erg hol, en misschien bieden deze schoenen simpelweg te weinig ondersteuning. Zijn voet zakt door, zijn pezen komen onder druk te staan, en voilá: een blessure. Hopelijk is de rust die hij nu neemt, plus de niet mis te verstane hoeveelheid ibuprofen die hij naar binnen werkt, voldoende.

Hoe het ook zij: ook vanochtend ga ik in mijn eentje aan de wandel. Het is een vlakke etappe, zo wordt me beloofd. We zijn inmiddels beland in A Terra Chá, de grootste vlakte van Spanje, gelegen op 400 tot 500 meter hoogte en van de zee gescheiden door enkele bergketens. Het is een vlakte met altijd groene weilanden, die wordt doorsneden door talrijke rivieren en lagunes. Ik verlaat Abadín, controleer even snel of ik wel op de goede camino zit, en wandel dan al gauw over holle wegen die omzoomd worden door tamme kastanjes en met klimop overwoekerde eiken. Het landschap geeft veel rust. Koeien liggen vredig herkauwend in de groene weiden, af en toe kijkt een paard op als ik langsloop, en ik groet een enkele boer op een tractor. Ik hoef nauwelijks van richting te veranderen vandaag: het is alleen maar rechtdoor over karrensporen, brede zandwegen, smalle steenpaadjes en oude struikelweggetjes.

Wat het meeste indruk op me maakt, is de ongelofelijke hoeveelheid vogeltjes onderweg. Omdat het hier zo groen is, is het goed toeven voor al dat kleine grut dat mijn gewandel zo gezellig maakt. Ik denk dat ik vandaag, niet gelogen, 17 keer stilsta om mijn telefoon hoog boven me te houden, luisterend naar al dat gezang, geklik, gefluit en geroep. Moet je horen:

en dat zijn dan deze vogeltjes:

Dat is toch niet normaal? Die hoor je dus in één go. Daar kan ik zó van genieten!

Wat ik hoor is dus geweldig. Maar wat ik zie is ook niet mis. Brem bepaalt veelal het kleurbeeld tijdens de route. Ook de flanken van de heuvels zijn mooi vanwege het geel. Als ik over een smal asfaltpaadje loop en even op Picture This bekijk wat voor bomen hier nu eigenlijk staan, blijken het voornamelijk de ruwe berk en de grauwe wilg te zijn. Met hun voeten staan ze in het groen, waar bloempjes bloeien als de avondkoekoeksbloem, de kruipende boterbloem, robertskruid en blaassilene. Echt heel tof.

Op de heuvels bepaalt gele brem en het bruinrode van eucalyptusvelden veelal het beeld

Na tien kilometer kom ik bij de Pontevella. Een 17e eeuwse brug die de rivier de Batán overspant. Ervoor zit een zwerverachtig type op de grond met vet haar en een krijtwit gelaat. Hij heeft zelfgemaakte spulletjes op een doek liggen en groet me vriendelijk. Normaal zou ik hier rustig de tijd nemen, pauze houden op een stenen picknickbankje tussen de bomen, maar deze man geeft me de kriebels. Ik hou mijn rugzak op en loop hem in zonder snelheid te minderen voorbij. Het is vreemd te merken dat ik me opeens zo bewust ben van het feit dat ik een vrouw alleen ben. Ik weet zeker dat als Pieter bij me was geweest, we hier uitgebreid waren gaan zitten voor een pauze. Maar nu durf ik dat dus niet.

De Pontevella

Het wreekt zich wel, dit onbehaaglijke gevoel, want de kilometers erna tref ik nergens een bankje. Pas in Goiriz, als ik al vijftien km in de benen heb, doe ik mijn rugzak af bij de 16e eeuwse parochiekerk van Santiago aan de grote weg. De pinakels, bekroond met klassieke kruizen, van de begraafplaats prijken hoog boven de weg. Het is niet eenvoudig ze vast te leggen:

Mijn rozijnennotenbrood smaakt nog net zo lekker als gister, evenals de kersen die ik nog over had. Nu is het nog maar vijf kilometer naar Vilalba. Deze laatste kilometers zijn over asfalt en niet echt mooi, maar dat vergeet ik zodra ik onze accommodatie van vanavond in het vizier krijg: we slapen in de Parador! Deze was oorspronkelijk gevestigd op de 15e eeuwse donjon van het kasteel van de Graven van Andrade, waar van oudsher zes kamers in zaten. Recentelijk hebben ze een bijgebouw ernaast gezet met daarin 42 kamers, en daar slapen wij. De toren staat op dit moment in de steigers, dus helaas kunnen we jullie er geen mooie foto van laten zien. Maar van binnen ziet onze kamer er zo uit:

Nice, toch?

En Pieter? Die baalt van zijn voet. Maar hij mocht hier vanochtend al de kamer in en heeft zich vermaakt in het sportschooltje van dit prachtige hotel. En voor nu staat er een sauna op het program. Dus ook al kan hij niet wandelen, veel te klagen heeft hij niet. En dat doet hij dan ook niet.

Morgen kijken we verder!

Slapen: bij de parador in het centrum van Vilalba. Supermooie plek, lief personeel, we krijgen 15% korting op ons diner, we zijn in onze sas. Annemiek en Roberto regelen het allemaal toch maar mooi voor ons.  

Over de schrijver

Marlies

Niets zo leuk als wandelen. Als ik wandel, voel ik me op z'n fijnst: mijn lijf aan de slag, mijn hoofd in de ruststand. Maar wat ik ook heel leuk vind, is schrijven. En op deze blog komen die beide passies samen: schrijven over wandelen. Dat dat hier kan, is een groot cadeau. En dat jij meeleest, is een minstens zo groot cadeau. Dus welkom op deze blog! Laat me vooral weten wat je vindt! Oh, en we hebben ook een account op Polarsteps, Facebook en Instagram. Mocht je exact willen zien waar we uithangen, of meer foto's bekijken en minder geouwehoer lezen. Kan allemaal :)

No reacties