Als we vanochtend bij ons weergaloze ontbijt aanschuiven, appt Roberto van waw.travel hoe het gaat met Pieters voet. We appen terug dat we een podoloog gaan zoeken. Direct biedt hij aan dat voor ons te doen. We zitten net te smikkelen van ons roerei als hij ons appt met het adres van de podoloog in Vilalba, de route ernaartoe (zeven minuutjes wandelen), en de bevestiging dat we gewoon kunnen binnenlopen. Dat is nog eens ontzorgen!

Een waanzinnig ontbijt, met de bekende San Simón da Costa kaas die hier in Vilalba wordt gemaakt. Heerlijk!
Ik pak alvast mijn spullen in en ga met rugzak en al met Pieter mee, die sandalen draagt en zijn schoenen vasthoudt. Zijn rugzak mag in de parador achterblijven. Bij de podoloog bekijkt de dame achter de balie Pieter van top tot teen. Ze trekt een wenkbrauw op als ze ziet dat hij op sandalen loopt.
‘Ik weet het,’ zeg ik lachend, ‘een pelgrim die op sandalen loopt, dat is geen goed teken.’ Ze grinnikt van achter haar mondkapje. Dan steekt ze haar hoofd om de deur achter haar, overlegt even met iemand die wij niet zien, en dan komt er een jonge vrouw uit de kamer. Ik leg in het Spaans uit wat het probleem is, Pieter wijst aan waar het pijn doet, en dan typt de podoloog iets op haar laptop. Ze draait hem naar ons toe. In Google Translate heeft ze in het Spaans ‘Ik denk dat zijn pezen ontstoken zijn. Geef me vijf minuten, dan geef ik hem een consult’ getypt, wij lezen de Engelse vertaling. Briljant dat we direct terecht kunnen!
Vijf minuten later neemt Pieter plaats in haar stoel. Ze knijpt wat hier, duwt wat daar, drukt een beetje overal. ‘Doet het hier geen pijn?’ vraagt ze ietwat verbaasd als ze aan de onderkant van zijn voet duwt en hij geen kik geeft. Als Pieter aangeeft dat hij daar geen last heeft, knikt ze.
‘Het zijn ontstoken pezen,’ bevestigt ze.
‘Wat kunnen we doen?’ Ik haal Pieters zooltje uit zijn schoen. ‘Kunt u zoiets als dit maken, passend bij zijn voet?’
‘Dat kan zeker, maar dat duurt minstens twee weken. En dan moet je ook nog een paar keer terugkomen om hem helemaal op zijn voet af te stemmen.’
Ai. Die tijd hebben we niet. ‘Wat voor mogelijkheden zijn er verder?’ vraag ik haar.
‘Het is een blessure die is ontstaan door kracht. Hoe minder gewicht je dus in je rugzak hebt, hoe beter. Als je toch wilt wandelen, strik je schoenen dan strak. Op sandalen lopen kan ook, maar ook die moet je strak vastmaken. Loop niet op slippers. Ik geef je een crème mee, die smeer je drie keer per dag op je voet. En ik schrijf ibuprofen voor, iedere acht uur een tablet. En verder…’ ze kijkt ons meewarig aan, ‘paciencia.’
Geduld. Niet onze sterkste eigenschap. Maar dit is al zo fijn! We laten ons paspoort zien, rekenen af en bedanken de dames uitvoerig voor hun goede – en vooral snelle – zorgen.
Roberto denkt vanuit het waw.travel kantoor met ons mee. ‘Ik kan bagagevervoer voor jullie regelen, als je wilt,’ oppert hij. ‘En voor nu voor Pieter een taxi naar het volgende dorpje. Zal ik dat in ieder geval doen?’ Het is heel erg fijn om zo’n kort lijntje te hebben met de organisators van onze reis. Roberto is zelf Spanjaard. Hij weet hoe het reilt en zeilt hier. Hij wist ook dat we ons gewoon konden melden bij de podoloog en dat we dan waarschijnlijk snel geholpen zouden worden. Bood zelfs aan dat we daar ter plekke met hem konden videobellen als we ‘lost in translation’ zouden raken. Echt superfijn om te weten dat ze er voor je zijn als je nood hebt!
Pieter gaat zijn crème en pijnstillers halen bij de apotheek, ik begin aan de wandeldag. Het is inmiddels 11.10 uur. De etappe vandaag is de eerste dag van de achtdaagse wandeling zoals waw.travel die aanbiedt. Het is dus voor veel mensen hun kennismaking met de camino, met Galicië, met het pelgrim-zijn. Ik kan het me bijna niet meer voorstellen, hoe het moet zijn om je eerste schreden op een pelgrimspad te zetten, maar toch bekijk ik de route vandaag met die ogen: die van iemand voor wie dit allemaal nieuw is. Want als je dit nog nooit gedaan hebt, is het wel fijn dat je juist vandaag elke vijf kilometer een overdekt rustpunt tegenkomt. De eerste heeft vending machines, de tweede is een bar Casa Alejandro, en de derde is een bushokje aan je rechterhand in een klein gehuchtje. Ideaal allemaal!
Wat ook fijn is, is dat de route niet zo op en neer gaat. We zijn immers nog steeds in A Terra Chá, die hoogvlakte waar ik je gister over vertelde. Een plat, nat stuk land is het. En er stroomt van alles. Zoals deze rivier Magdalena, een kilometer buiten Vilalba.

Dit bordje stond erbij. Betekent dat nou dat als je de rivier oversteekt, je kans loopt dood te gaan?
Maar ook over het pad zelf stroomt regelmatig water, en het gesuis van stroompjes parallel eraan begeleidt me gedurende grote delen van de dag.

Hier bijvoorbeeld: een stroompje midden op het pad
De route is weer geweldig rustig. Ik word kort na vertrek door één pelgrim ingehaald, en ‘s middags passeer ik een groepje van vijf Duitse pelgrims. We hebben hen eerder gezien. Ik verdacht hen ervan motormuizen te zijn, want ze kwamen aan het diner in spijkerbroek en spijkerjasje (niet bepaald pelgrimsuitrusting!), maar nu blijkt dat ze hun bagage laten vervoeren. Misschien wel door waw.travel. Maar dat heb ik hen niet gevraagd.
Verder zie ik de hele dag niemand. Wel komt er halverwege de dag een kolos van een hond op me af als ik op een smal bospaadje loop. De schrik slaat me om het hart en ik weet niet hoe snel ik een stok uit mijn zijvakje moet trekken. De hond kijkt me verbaasd aan als ik mijn stok in elkaar draai en het ding naar hem wijs als ik dichterbij kom, maar richt zijn aandacht weer op de berm als ik hem voorbij loop. Dan draai ik me om en blijkt hij hetzelfde te doen. Ik neem deze foto. Een pracht van een beest. Wat doet ie nou in zijn eentje in een bos?
De stok hou ik bij me. Ik wijs vandaag nog vier keer naar loslopende honden. Geen van alle tonen ze enige interesse in me. De enige die het flink op een blaffen zet, ligt aan de ketting. Geen zorgen dus. Misschien koop ik ooit nog zo’n fluitje, dat zo hoog klinkt dat wij het niet horen maar waar honden het van op een rennen zetten. Dat lijkt me wel wat!
Na ongeveer tien kilometer, halverwege de etappe, breekt de zon steeds meer door de wolken en maken de bospaadjes en zandweggetjes plaats voor asfalt. Ik doorkruis een aantal lieflijke gehuchtjes, probeer nog een pelgrim terug te halen die verkeerd loopt maar mijn geschreeuw helaas niet hoort, en passeer dan vlak voor de eindbestemming een tunnel onder de snelweg door. De tunnel zelf wordt bewoond door een vlucht zwaluwen en door het plafond sijpelt water, maar wat er prachtig aan is, is de graffiti. Moet je zien:
Dan draai ik naar rechts en loop parallel aan de snelweg naar Baamonde. Het weggetje dat me daarnaartoe leidt, kleurt diepgeel door de brem aan weerszijden:
Baamonde zelf is drukker dan je zou vermoeden van zo’n klein, lelijk stadje dat wordt omgeven door 80-km wegen en de snelweg. Maar dan daagt me weer wat hier zo bijzonder is: vanaf hier is het nog 100 kilometer naar Santiago! En aangezien 100km het minimum is dat je als wandelende pelgrim moet hebben afgelegd om in Santiago je Compostela te krijgen, beginnen veel pelgrims hier hun camino. Dit paaltje is dus waar het om te doen is:
Maar dat is voor morgen. Morgen, de dag dat Pieter weer gezellig met me meeloopt. Want in het dorpje waar we morgen heen wandelen is geen onderkomen. Wat betekent dat we twee nachten hier zijn. Wat betekent dat we zo’n beetje al onze bagage in het hotel kunnen laten liggen. Wat betekent dat Pieter zonder rugzak kan gaan wandelen. Wat betekent dat hij gewoon keihard samen met mij die magische 100 kilometer-grens oversteekt. Wat betekent dat ik een heel, heel blij meisje ben!
PS Vind je het leuk om onze nieuwsbrief te ontvangen? Laat maar weten, dan sturen we je eens in de zoveel tijd een overzicht van een aantal posts.
PS II We zijn ook te vinden op Instagram, mocht je geen genoeg van ons krijgen.
wat een prachtig verhaal weer en indrukwekkende belevenissen. Beterschap voor Pieter
Dank je wel Erna! x