Als we ergens aankomen, is uitzoeken waar we kunnen eten vaak het eerste wat ik doe. Tripadvisor is een goede app, die ons zelden teleurstelt. Maar gisteravond besloot ik Google eens te raadplegen. Ik vond een tentje met een 4.9 (van de 5) met 371 stemmen. Zo’n hoge score had ik zelden gezien; wat was er zo speciaal aan dat restaurant? Ik las de reviews en stuk voor stuk gingen ze over de onwaarschijnlijk lekkere tortilla. Nu ben ik niet per se een enorme tortillafan. Aardappel en ei, mwah. Maar hoe er over de tortilla hier geschreven werd, nodigde ons uit het toch te proberen. Plus – ook niet onbelangrijk – de keuken was open vanaf half acht. Vroeg, voor Spaanse begrippen. Fijn, voor ons.
Stipt om half acht gingen Pieter en ik eropaf. Het lag aan een grote, drukke weg. Het pandje zelf was aardig onooglijk, en binnen zaten drie mannen aan de bar, verder was er geen volk. Er waren geen gedekte tafels, het had niets van een restaurant. We liepen op de bar af. Een rondborstige dame met dik, zwartgrijs haar en vriendelijke ogen beantwoordde onze ietwat zoekende blik. Ik vroeg haar hoe laat haar keuken openging.
‘Die is al open,’ zei ze.
‘We komen voor uw fameuze tortilla,’ zei ik. Ze lachte, wees naar een veel jonger ogende man aan de andere kant van de toog, en zei: ‘Dat is een uitvinding van mijn man. Ga lekker zitten.’
Ze volgde ons naar een tafeltje bij het raam, vroeg wat we wilden drinken, bevestigde nog even dat we dus een tortilla wilden en toen was ze weer weg. ‘Dat wordt een vluggertje,’ zei ik tegen Pieter. ‘We zijn hier over een kwartiertje weer weg.’

Het is gewoon een simpel, typisch Spaans barretje
Toen ze de glazen wijn bracht die we besteld hadden, zei ze: ‘De tortilla duurt 25 minuten. Dan weten jullie dat.’
Vijfentwintig minuten? ‘Hij wordt vers gebakken,’ zei Pieter verbaasd. ‘Speciaal voor ons.’
We wachten vol ongeduld en spanning af tot ze met een bord kwam waarop een ronde tortilla lag. Een gebaksmes ernaast met een kartelkant, en voor ons beiden een bordje. ‘Buen provecho.’

Mjam!
We sneden de tortilla aan en zacht eigeel droop naar buiten. We namen ieder een portie op ons bord, zetten onze tanden in de eerste hap en oooooooooi oi oi wat een lekkernij! Klaarblijkelijk heeft deze man bedacht dat hij de aardappelen eerst in flinterdunne schijfjes snijdt die hij frituurt, en dan verwerkt in de tortilla. Zo krijg je iets smeuïgs, iets zachts, iets knapperigs en iets verrukkelijks. Dit is geen ordinaire aardappeltaart, dat kan ik je wel vertellen! We gaven elkaar een boks bij zoveel lekkers, en het feit dat blijkbaar dit restaurantje nog niet ontdekt is door de pelgrims; we zaten met alleen maar Spanjaarden om ons heen. Op de tv was The A-Team bommen aan het maken van duct tape en tie wrap en wij zaten te smikkelen. Tip van de dag dus: ben je ooit in Betanzos, ga dan langs bij El Café de Segundo en eet daar hun Tortilla Betanzos. Superbueno!
Vanochtend is het een drukke boel bij het ontbijt. Er staat een lange, zware dag op het programma en dat is te merken: iedereen vertrekt tegelijkertijd. Als we om 8.30 uur naar buiten stappen onder een grijze hemel en over nat asfalt – het heeft vannacht superhard geregend – sluiten we netjes in de rij aan. Met zijn allen zakken we eerst in het stadje af richting rivier, om daarna over asfalt een lange klim te maken. We wisselen stuivertje met allerlei pelgrims, groeten ze links, maken een praatje rechts, en intussen blijven we wandelen op asfalt.
Na 8.5 km zijn we daar wel klaar mee. We zien in de app Buen Camino een alternatieve route en besluiten die te nemen. We zwaaien wat naar pelgrims die ons verbaasd nastaren en zijn dan heerlijk met zijn twee. Bij een smal paadje naar rechts is een man bezig met eucalyptusstammen. Hij groet ons vriendelijk met een Buen Camino, wat ik zie als een goed teken. Voorheen was dit de officiële camino; in 2017 hebben ze de asfaltroute als officiële bestempeld. Blijkbaar kijken ze hier echter niet gek op als pelgrims toch besluiten om om te lopen om al dat asfalt te vermijden. Verderop langs het smalle, bossige paadje zien we een gele pijl. Die is nog van voorheen, dus die volgen we. Daarna zien we er nog één, en dan nog één, en dan komen we uit bij een weg. Ik ben stomverbaasd als ik naar links kijk, en daar drommen pelgrims zie lopen. Ik check de app. Het blijkt dat we via een grote bocht gewoon weer terug zijn gelopen naar de weg die we net nog bewandelden. Strakke actie!

Samen door het struweel
We grinniken naar elkaar. Zo wordt het wel een lange dag natuurlijk! 🙂 Nou ja, verderop krijgen we nog een kans. Nu eerst maar even bij dat barretje daar iets drinken. Dit plan blijkt ook door iedereen opgevat te zijn. Een drukte van jewelste. We drinken snel een colaatje en een Aquarius, waarna we het pelgrimsgeweld ontsnappen. Ik besluit er even een Instagram post over te schrijven. Net als ik dat gedaan heb, kijken we om ons heen. Waar is iedereen? Zowel achter ons als voor ons is niemand meer te zien. Zitten we nog wel op het juiste pad? Het lijkt wel of ik het met mijn verhaaltje op Insta ‘gejinxt’ heb: door erover te schrijven heb ik alle pelgrims weggejaagd. Beter!

Druk bezig met mijn Instagram post
De rest van de dag verloopt in relatieve rust en ook van het asfalt lijken we het laatste gezien te hebben. Toch gaan we kort na Beche, een prachtige rustplek bij een stuwmeer, opnieuw het alternatieve pad op.

Onze lunch bij het stuwmeer van Beche
Dit keer hou ik goed in de gaten dat we niet per ongeluk teruglopen naar de camino. Het pad is prachtig. We volgen een smal karrenspoor door landerijen, bossen en langs boerenbedrijven, waar verder niemand is.
Zodra we weer aansluiten bij de camino, is het nog maar vijfhonderd meter naar de eindbestemming van de dag, het gehuchtje Hospital de Bruma. Daar zijn twee hostels, allebei vol. Ons hotel ligt een kleine twee kilometer verderop. Annemiek en Roberto hebben een taxi voor ons geregeld, die ik moet appen zodra we bij de gemeentelijke herberg aankomen. Als ik dat doe, ontstaat er verwarring over waar wij zijn en waar de taxichauffeur is, maar vijf minuten en zestien appjes later, staat hij voor ons. Het blijkt de eigenaar van ons hotel te zijn die ons met zijn privéauto komt ophalen. Hij geeft aan dat we vanaf zijn hotel gewoon de camino op kunnen pikken morgen, dat dat ook wel wat meters scheelt, maar hij wil ons net zo lief terugbrengen naar Hospital de Bruma. We kiezen voor het laatste: morgen weer verder gaan waar we vandaag gebleven zijn. Niet dat het uitmaakt, maar voor ons gevoel gek genoeg wel. Overmorgen komen we al aan in Santiago, dus we willen nog even genieten van elke meter die deze Camino Inglès ons te bieden heeft. Officieel of niet.

Overal langs de routes vind je dit soort bronnetjes

Igrexa de Santaia de Leiro
PS Vind je het leuk om onze nieuwsbrief te ontvangen? Laat maar weten, dan sturen we je eens in de zoveel tijd een overzicht van een aantal posts.
PS II We zijn ook te vinden op Instagram, mocht je geen genoeg van ons krijgen.
No reacties