We zouden vanochtend de Camino Inglès kunnen starten vanuit ons overheerlijke hotel, maar dat doen we natuurlijk niet. We zijn in de stad waar deze eeuwenoude wandelroute officieel start, dus dan is het natuurlijk wel de bedoeling dat je eerst naar het startpunt loopt en daar begint. Zo doen we het dus ook. We lopen door de smalle straten van Ferrol en komen uit bij de Rua dos Iramandiños, die ons onder luid verkeerslawaai naar het startpunt in de haven leidt. Een bordje belooft ons dat het vanaf hier 113 km naar Santiago is. Vandaag wandelen we vijftien kilometer; dat betekent dat we op dag 1 van deze camino al het 100km bordje passeren. Yes!
De geschiedenis van de Camino Inglès
De Camino Inglès is een bijzondere route. Sowieso is het de kortste officiële camino naar Santiago. Als je maar een weekje vakantie hebt, is deze route in vier lange of vijf relaxtere etappes te doen.
Daarbij is het een heel oude: hij kwam tot stand toen een slimme scheepseigenaar in de 12e eeuw het idee kreeg oude handelsroutes met Spanje opnieuw te openen (die waren door de Vikingen en de Noormannen eeuwen eerder al op de kaart gezet) en om te vormen tot routes die een combinatie vormden van economie en spiritualiteit. Hij nam niet alleen Engelse stoffen (op de heenreis) en Galicische wijn, olie of vlees (op de terugreis) mee, hij nam ook passagiers mee: rijke kooplieden en renteniers die op zoek waren naar zielenheil. Toen Paus Calixtus II in 1122 bepaalde dat als je naar het graf van de apostel liep in zogenaamde jubeljaren (jaren waarin 25 juli, de geboortedag van Santiago, op een zondag valt), je volledige aflaat zou verkrijgen, was er helemaal geen houden meer aan. Met name in die jaren was er een hausse aan pelgrims die leden onder een schuldig geweten. Maar sowieso liepen in de hoogtijdagen van deze route (van de 12e t/m de 15e eeuw) dagelijks honderden Britten en inwoners van andere noordelijke landen de route van Ferrol naar Santiago. Ze kwamen aan in de havens van A Coruña, Ferrol of Pontedeume en gingen vervolgens te voet, te paard of per karavaan op pad. De schepen gingen zeven tot acht dagen voor anker en wachtten. Zodra de pelgrims na zeven dagen terugkwamen van hun tocht naar de apostel, werden ze weer thuisgebracht. Keurig drie weken van huis, all inclusive, en al je zonden waren je nog vergeven ook!
We volgen deze eerste wandeldag de Ria de Ferrol, een enorm zoutwaterestuarium dat gevormd wordt door de rivier Xubia. Ferrol is een van de steden die aan dit estuarium liggen en is ietwat schizofreen. Ooit ontstaan als vissersdorp, maar tegen de 17e eeuw de thuisbasis van het grootste wapenarsenaal van Europa. Daarnaast was het een centrum van de scheepsbouw; je vindt er nog altijd veel scheepswerven. Nu herbergt het een van de belangrijkste marinehavens van Spanje. Pieter vindt er de sfeer echt tof, ik niet zo. Veel afbraakpanden, elk ander gebouw heeft een ‘se vende’-bord achter het raam, armoedige straatjes en failliete cafeetjes. Tegelijkertijd staan de pakhuizen aan de haven er prachtig bij, zijn er ook veel oud-koloniale huizen die absoluut grandeur uitstralen en ademt de stad wel echt eeuwenoude historie.

Afbraakpandjes

naast heel mooie huizen

En door een mooi park, met uitzicht op de Puente AP9
We wandelen door kleine straatjes, over brede lanen, op de stoep langs drukke wegen en door parken. Na ongeveer twaalf kilometer treffen we een splitsing. We kunnen over een grindpad parallel aan een drukke weg blijven lopen, iets wat we al een tijdje doen, of we kunnen 800 meter omlopen, door een loopje te maken om een uitloper van het estuarium heen.

Linksaf? Of rechts?
We besluiten om te lopen. Vijftien kilometer is bescheiden, dus daar mogen best 800 meters bij. We zijn blij met onze beslissing. Het is een prachtig extra lusje, en helemaal als we onder de ‘tunel graffiti’ in Narón doorlopen en deze street art zien.

De rest van het lusje is ook erg mooi
Daarna is het over de stoep van een drukkere weg door kleine lintdorpjes als O Coto, Ribeira da Toeleira en Santa María, tot we in Neda aankomen. Daar staat ons hotel, Pazo da Merced, al ruim voor we er zijn met bordjes aangekondigd. Als we het terrein op lopen, begrijpen we waarom. Wat een bijzonder pand, en wat een geweldige ligging! Het blijkt te gaan om een 18e eeuwse leerlooierij die, nadat de eigenaar naar Cuba emigreerde, omgebouwd werd tot franciscanenklooster. Meerdere eigenaars later werd het in 1991 zorgvuldig gerestaureerd met behoud van vroegere elementen en is het het prachtige hotel waarin wij zomaar een nacht mogen slapen. Volgens een oude volkslegende is dit Pazo via een onderwaterpassage verbonden met het klooster van San Martiño de Xubia, dat aan de andere kant van de riviermonding ligt.

Zo kom je aangelopen bij het hotel

En dan is dit de binnenplaats
Of het waar is, weten we niet. We zullen het ook nooit ontdekken. Voor nu gaan we lekker genieten van onze avond en mijmeren over de rest van deze Camino Inglès. De eerste dag belooft veel!
PS Vind je het leuk om onze nieuwsbrief te ontvangen? Laat maar weten, dan sturen we je eens in de zoveel tijd een overzicht van een aantal posts.
PS II We zijn ook te vinden op Instagram, mocht je geen genoeg van ons krijgen.
Wat een pláátjes weer, Marlies!
En wat een kunstwerken zijn graffiti ‘s, geweldig!!