Dag 113 Camino de Santiago: Bidarray – Espelette, 19km

0

Als we ons avondeten oppeuzelen met het mooiste uitzicht van de wereld, komt er een jonge Belgische vrouw naast ons zitten. Ze steunt en kreunt en masseert haar roodverbrande kuiten. Ze is vandaag begonnen met de GR10, en dat is haar nogal tegengevallen. Veel hoogtemeters, er was iets met een steile afdaling een ravijn in, en de hitte. ‘In het boekje staat dat deze dagetappe 6.5 uur duurt, maar ik heb er 10 uur over gedaan. Met name die klap van de hitte, het ging niet goed.’ Ze vertelt dat ze 2.5 jaar in het leger heeft gezeten, waar ze met een zware heupblessure is weggegaan. Ze moest trainingen doen waarbij ze een rugzak van 40 (veertig!) kilo moest dragen, dagen achter elkaar, en niet mocht slapen. ‘Twee man sterk moest die rugzak bij me omhangen. In zeven dagen tijd sliepen we zes uur. Ik zag dingen die er niet waren, ging helemaal koekoek.’ Als ik haar vraag waar zo’n zware training goed voor is, haalt ze haar schouders op. ‘Ik heb ruim een jaar moeten revalideren met die heup. Ik weet niet waar het allemaal op sloeg. Ben blij dat ik er weg ben.’ Dat kan ik me voorstellen! Toch lijkt het een beetje alsof ze zichzelf nog steeds graag fysiek uitdaagt: ze draagt voor vier dagen aan eten met zich mee en haar rugzak weegt 21 kilo! Toch is dat blijkbaar een ding onder GR10-lopers, want nadat deze vrouw is gaan douchen komt er aan onze andere kant een man zitten die een gasbrander op tafel zet, daar water in kookt, en dan vervolgens zo’n astronautenmaaltijd voor zichzelf maakt. Mind you: er is hier gewoon een gasfornuis in de gîte en een supermarkt in het dorp. Dan hoef je toch niet zo ingewikkeld te doen? We concluderen dat GR10-wandelaars echte hardcore hikers zijn en dat wij daar maar slapjes bij afsteken.

Neem ook vanochtend. Om 3.30 uur (echt waar) gaat er iemand douchen en vanaf 4.00 uur is het een drukte van jewelste in de ontbijtzaal. Jongens, het is midden in de nacht! Waar gaan jullie zo vroeg naartoe, en belangrijker: hoe ga je zien dat je het juiste pad neemt en hoe zorg je dat je niet struikelt? Het is nog donker! Tegen zessen hebben we er genoeg van en staan we zelf ook maar op. We zien nog net een staartje van de hardcore hikers de hoek om draaien, en dan is het stil in de gîte. Zullen we terug naar bed gaan en er nog een uurtje bij aanplakken? Ach nee, het wordt 36 graden vandaag, misschien is het ook wel verstandig ook. We maken ons ontbijtje in stilte, zetten ons kopje koffie in stilte, en eten in stilte. Zo ’s ochtends vroeg hoeven we niet zoveel drukte. We genieten van de bergen voor ons die met de minuut een streepje meer zon vangen: als een rolluik dat heel langzaam omhoog wordt getrokken. Om 7.30 uur staan we buiten. We dalen de gîte uit direct steil af en lopen dan gedurende enkele uren parallel aan de rivier de Nive, net als gister alleen maar over asfalt. Blijkbaar leent deze rivier zich voor white water raften, want we worden ingehaald door een busje dat niet ver bij ons vandaan stopt. Er worden vier rubber bootjes van de aanhangwagen gehaald, meerdere opblaasbare kano’s en een tiental plankjes waar je je aan vast kan houden terwijl je in je wetsuit en met flippers aan door de rivier laat glijden. We besluiten pauze te nemen en het geheel maar eens goed te bekijken. Hoe leuk! Een hoop gegil, bootjes die binnen drie meter na de start al omslaan, en af en toe een eenzame zwemmer die zijn kano niet meer terug kan vinden.

Nu wordt alleen het topje van die berg beschenen, over een half uur is het misschien het huisje al dat zon vangt. Gaaf hoe dat werkt in de bergen

Dan komen we aan bij de Pas de Roland. Nu gaat het echte werk beginnen. We moeten een col op van, komt-ie: 356 meter! Dat klinkt niet als veel, maar het is hard werken geblazen. De zon schijnt onverbiddelijk, we moeten warempel een steil stenig pad op, en het is warm. Maar het voelt heerlijk: we zweten ons het apezuur, moeten elke drie stappen onze bril terug op onze neus schuiven, en de hartslag gaat fiks omhoog. Pimpelpaars kom ik boven, waar een beekje stroomt waar we onze petten en een fijne dunne doek die ik al maanden meesjouw kunnen natmaken. Daarna begint de afdaling – natúúrlijk over asfalt. We draaien een bocht om en dan zien we een enorm dal voor ons liggen. Het is een lappendeken van velden in tientallen kleuren groen, bosjes, en kleine dorpjes. En daar, in de verte, zien we opeens de oceaan! De grote stad waar we op uitkijken blijkt Bayonne te zijn, en vale gieren cirkelen in grote getale boven ons hoofd. Nu ben ik blij met die afdaling over asfalt: je hoeft niet op te letten waar je je voeten neerzet en krijgt dus alle gelegenheid om het geweldige uitzicht in je op te nemen. Wat is het hier ongelofelijk mooi!

Zo’n rode kop na de klim!

De oceaan in de verte!

In Espelette aangekomen blijkt onze gîte tegenover het kasteel te liggen. In het kasteel zetelt de burgemeester en ook de VVV, en ernaast staat een museum. Ik had het verband nog helemaal niet gelegd tussen piment d’espelette, een poeder van hete peper dat hier over veel gerechten wordt gegooid, en het dorpje Espelette waar we nu zijn. Maar dit is dus waar het zijn origine vindt en ze hebben er een heel museum aan gewijd. We laten het kasteel en museum voor wat ze zijn en lopen een trapje af naar een straat een niveau lager, en daar is de ‘art gallery’ van Andy Le Sauce. Niet gelogen, eerlijk waar, zo heet hij. Ook wel bekend als Mr. Blue. We stappen zijn woonkamer binnen, en zien dan dit:

Al zijn kunstwerken zijn blauw!

Het blijkt dat Andy een wereldrecordhouder is van vele freedive strapatsen, en dat die diepzeewereld waar hij zo graag vertoeft (zonder zuurstof dus, gewoon met de adem ingehouden) de inspiratie vormt voor zijn kunst. Andy is wel een stoere man: overmorgen wordt hij 80 en voor zijn verjaardag gaat hij met zijn vijf kinderen en vier kleinkinderen parachute springen! De dag erna feest hij nog na met twintig vrienden, voor wie hij zowel de lunch als het diner gaat organiseren. Qua huis kan hij het allemaal niet meer helemaal bolwerken, zo lijkt het. Alles is een beetje schmutzig. Maar dat maakt niets uit. We hebben net fijn gedoucht, onze was hangt te drogen in de hete middagzon, en we zijn trots op het colletje dat we vandaag beslecht hebben. Oké, het was geen GR10-waardige prestatie, maar een heel klein minuscuul GR10tje was het wel. Toch?

Het kasteel van Espelette

PS Vind je het leuk om onze nieuwsbrief te ontvangen? Laat maar weten, dan sturen we je eens per week of zo een overzicht van een aantal posts.

PS II We zijn ook te vinden op Polarsteps en Instagram, mocht je geen genoeg van ons krijgen.

Over de schrijver

Marlies

Niets zo leuk als wandelen. Als ik wandel, voel ik me op z'n fijnst: mijn lijf aan de slag, mijn hoofd in de ruststand. Maar wat ik ook heel leuk vind, is schrijven. En op deze blog komen die beide passies samen: schrijven over wandelen. Dat dat hier kan, is een groot cadeau. En dat jij meeleest, is een minstens zo groot cadeau. Dus welkom op deze blog! Laat me vooral weten wat je vindt! Oh, en we hebben ook een account op Polarsteps, Facebook en Instagram. Mocht je exact willen zien waar we uithangen, of meer foto's bekijken en minder geouwehoer lezen. Kan allemaal :)

No reacties