Het is fijn een beetje te weten wat je te wachten staat. We weten dat als we Conques verlaten, we steil de berg op moeten. We weten ook dat we halverwege een klein kapelletje (Chapelle St. Foye, genoemd naar de heilige Sainte Foye waarnaar ook de kerk in Conques is genoemd) treffen waar we de bel kunnen luiden. En we weten ook dat we daarna nog een heel eind de lucht in moeten, maar dat we daarna getrakteerd worden op een prachtig uitzicht.
En zo geschiede. De klim is door het bos en dus in de schaduw. Maar ook al is het acht uur ’s ochtends en heeft het gisteravond uren lang ongelofelijk hard geregend, er hangt nog steeds veel vochtigheid in de lucht. Druipend van het zweet komen we bij het kapelletje waar ik met een zweetdruppel aan mijn neus de bel luid. Leuk!
Daarna is het nog eens zo ver de berg op en dan zijn we uit het dal van de Dourdou, het riviertje dat door Conques loopt. Vanaf daar lopen we eigenlijk het gros van de dag over een olifantenpaadje naast de weg, hoog over een heuvelrug. We hebben zulke prachtige uitzichten, soms 360 graden rond. Maar echt ervan genieten kan ik niet; aan mijn camino 13 jaar geleden heb ik likdoornverzamelingetjes onder mijn voeten overgehouden en soms spelen die op. En soms is nu. Ik ben al twee weken bezig met er elke dag wrattentinctuur op te doen zodat ik de pit eruit kan halen, maar vooralsnog is me dat niet gelukt. De plekjes worden steeds pijnlijker. Gister op de kinderkopjes in Conques was het al niet zo prettig, maar nu gaat er bij elke stap een steek door mijn voeten.
Pieter vindt dat ik niet rigoureus genoeg te werk ga. Die heeft soms ook likdoorns en smeert die tinctuur er ’s ochtends en ’s avonds op en begint daarna meteen te prutsen. Bij mij werkt dat helaas niet zo; eerst moet dat spul zijn werk doen en dàn ga ik pas prutsen. Maar dat duurt dus soms een tijd. Vandaag echter bij ons tweede ontbijt moedigt hij me aan om toch te gaan trekken aan de huid. Ik probeer het, en warempel: er komt een pit mee! Aan mijn rechtervoet lukt niet, maar mijn linkervoet is vanaf nu zonder pijn. Wat een opluchting, ik kan wel dansen! Pas als de pijn weg is, voel je soms hoeveel last je ervan gehad hebt.
Na onze lunch, die we bij gebrek aan bankjes gewoon aan de kant van de weg in de berm nuttigen, is het klaar met het olifantenpaadje en lopen we in de brandende zon over asfalt naar Decazeville. Het is 31 graden, de wind waait niet meer zo hard, en we zweten opnieuw als ottertjes. Als we aankomen bij onze accommodatie, lezen we dat we pas om 15.30 uur naar binnen mogen. Het is nu 14.30 uur. We trekken onze schoenen uit, doen de sandalen aan, en gaan tegen een muurtje aan in de schaduw zitten. Blijkbaar hoort de eigenaar ons zuchten en opent hij de deur. ‘Lekker gewandeld?’ vraagt hij. ‘Heerlijk! Maar we zijn blij dat we er zijn.’ ‘Kom maar lekker binnen dan.’ We douchen lekker onder lauw water, wassen al onze kleren – het droogt toch in 10 minuten in deze temperatuur – en drinken een Menthe à L’Eau, water met pepermuntsiroop. Verrukkelijk!
Opa met zijn drie kleinkinderen is net binnen gekomen en daarna nog een gezin van vader, moeder en drie kids. Wordt vast heel gezellig straks. Ik heb na de douche lopen prutsen aan mijn rechtervoet, maar die is er nog niet klaar voor. Morgen doe ik weer een poging. Uiteindelijk moet het lukken. Ooit. En dan ga ik dansen.
PS Vind je het leuk om onze nieuwsbrief te ontvangen? Laat maar weten, dan sturen we je eens per week of zo een overzicht van een aantal posts.
PS II We zijn ook te vinden op Polarsteps en Instagram, mocht je geen genoeg van ons krijgen.
Hoi Marlies,
Leuk om jullie verslagen te lezen en watc een gave foto’s allemaal. Begin september gaan we onze eerste Caminno lopen, vanuit le Puy-en-Velay.
Mag ik vragen waar jullie geslapen hebben in Decazeville? En heb je tips voor een site waar ik slaapplaatsen kan vinden?
Alvast bedankt!
Met vrendelijke groet,
Addy Bravenboer