We hebben aan onze kunstenaar Andy Le Sauce gevraagd of hij een leuk restaurant in Espelette kan aanbevelen. Dat kan hij: Pottoka (uitspraak: potchoka). Daar is de Azerbeidjaan die hier in huis woont de chef. Heerlijk eten, zo belooft hij. Prima, gaan we daar straks heen. Als ik op Google Maps check waar het ligt, staat daar dat dit restaurant om 19.00 uur sluit. Da’s vreemd; normaal gaan restaurants hier juist om 19.00 uur ópen. We besluiten dus om 17.30 uur het dorpje in te lopen en er eens een kijkje te nemen. Google Maps blijkt het bij het rechte eind te hebben: Pottoka is een lunchrestaurant. Vreemde tip, monsieur Le Sauce! Waarom zou je een restaurant aanbevelen voor de avond als het alleen maar open is voor de lunch?
Anyway. Aan de overkant van de straat ligt een net zo Baskisch ogend restaurant: Aintzina. Kom, dan proberen we het daar. Ik vraag aan de jonge ober of we een aperitiefje mogen drinken nu en dan bij hen mogen dineren. Dat mag, maar ze gaan pas om 19.00 uur open. Is prima, mogen we reserveren? Daar doen we niet aan mevrouw, maar als u hier om zeven uur bent, is er nog plaats. Ik bekijk het restaurant, zie vier tafeltjes, en op het terras staat er iets van vijf. Wij komen om 19.00 uur terug! Even verderop bestellen we een Baskisch biertje en bekijken we het volk dat op straat loopt. We horen vanaf het Pelote veld aan het einde van de straat lawaai komen. Zullen we eens gaan kijken? We wandelen erheen en vallen in de laatste minuten van een heuse pelote wedstrijd. Die mannen slaan met ingetapete handen keihard tegen een bal aan, en moeten hem om en om raken. Ze spelen een dubbelspel en het valt me op dat ze de muur de hele tijd heel hoog proberen te raken. Helaas zit het spel er na een kleine tien minuten op en gaat iedereen weg. Wij gaan even terug naar ons blauwe huis, lezen een boek in de tuin en gaan dan iets voor zevenen richting Aintzina. Daar aangekomen schrikken we ons wild: er staat een rij voor de deur van tientallen mensen! Wat is dit nou?
We zien dat de mensen voor ons allemaal op het terras worden gezet. Het stel dat direct voor ons staat krijgt het laatste tafeltje. We bereiden ons voor op ofwel één van die vier tafeltjes binnen, ofwel een afwijzing. Geen van beide gebeurt: de serveerster neemt ons mee naar binnen en leidt ons naar een ruimte die we vanmiddag helemaal niet gezien hebben. Achter die ruimte ligt een reusachtig terras waar ook minstens twintig gedekte tafels staan. Wat een enorme tent is dit! Binnen een kwartier is het hele restaurant van voor tot achter vol. We zijn duidelijk weer met de neus in de boter gevallen! De gerechten op de kaart zijn puur Baskisch: Axoa de Veau d’Espelette (kalfsgehakt op Espelette wijze), Tripotx (vertaald als schapenvleespudding), Xuria (een vleesdis met eendenbout, varkenswangetjes, huisgemaakte worstjes), Peio (confit de canard met serranoham), Morue a la Biscaienne (kabeljauw Biskaje stijl) etc. Het lijkt ons allemaal zo lekker! Al staan er ook dingen bij die me een beetje eng lijken. Maar we beginnen maar eens met een ‘cocktail au piment’, een cocktail met hete peper. Die blijkt verrukkelijk. Een goede voorbode voor de rest.
De schapenvleespudding klinkt een beetje heftig, maar als we dan als voorgerecht een charcuterieplankje bestellen, blijkt die pudding daar onderdeel van uit te maken. Ja, dan móet je hem wel proeven natuurlijk. Blijkt superlekker! Zou dit zijn wat in Engeland black pudding heet? Daarna neem ik de kabeljauw en Piet de Xuria, het bord met vlees. Gezond is het allemaal niet, maar sjonge wat kunnen ze hier koken zeg. We genieten echt met volle teugen. Met een buikje vol lopen we rond 21.30 uur richting ons blauwe huis. Op het Pelote veld is er weer iets gaande, maar we zijn moe en vinden het laat zat. Dus we gaan het huis binnen, poetsen onze tanden en gaan op bed liggen.
Kijk, en dat is dus waar het fout gaat. Want is dit Yes-man-waardig gedrag? Niet bepaald. Is dit wat yes-men doen? Absoluut niet! Maar ja, we liggen al in bed. En morgen is het vroeg dag want het wordt weer warm. En we zijn zo moe. En vol. En tevreden na zo’n heerlijk maal. Dus we blijven liggen, terwijl er buiten duidelijk iets cools gaande is. We horen applaus, gefluit, gejoel, gestamp, nog meer applaus. Af en toe valt het even stil, en dan opeens een hele hoop kabaal. Luide muziek, mensen die op de tribune stampen. Oh, wat zijn we allemaal aan het missen?! Ik lig me op te vreten in bed, maar onderneem toch geen actie om erheen te gaan, uit angst denk ik dat het voorbij is als ik er aankom. En zo liggen we wakker tot 0.30 uur, als het eindelijk rustig wordt in dit kleine leuke dorpje. We kunnen daarna nog steeds de slaap niet vatten want het is heet op de kamer en we liggen op een plastic matras met een wegwerp-matrashoes, dus het wordt een beroerde nacht.
En dat wreekt zich vanochtend. Ik word aardig chagrijnig wakker en vind prompt onze Andy niet aardig, zijn keuken smerig, de koffie niet lekker en de pelgrim die opeens bij ons aan tafel zit een zeikerd. Is natuurlijk allemaal niet het geval, maar in zo’n bui ben ik dus. Ook is er de laatste dagen ergens een kast met krakkemikken opengegaan en daar heb ik er een paar van opgepikt. Zo is het gisterochtend, toen ik mijn mobieltje van bed oppakte, in mijn rug geschoten en loop ik nu de hele dag bij elke beweging te kreunen. Als we vanochtend het dorpje verlaten via een afdaling over asfalt, schieten er elke tien seconden steken door mijn knie, wat nieuw is. En opeens is daar ook mijn heup die opspeelt. What’s going on?
Piet is gelukkig goedgeluimd als altijd, dus die laat een fikse dosis Qi Gong los op mijn knie, heup en rug. Hij pakt mijn hand vast en zegt me hoe mooi het hier is. En daarin heeft ie helemaal gelijk. We beklimmen twee fikse bergen over asfalt, dalen af over brede zand- en grindpaden, en passeren een uitgebreide varkensboerderij hoog op een heuvel. Wat zien die beesten er blij en tevree uit zeg. Kan ik nog wat van leren!
Het weer is ultiem want het waait hard en het is een beetje bewolkt, en dan komt het grote cadeau van de dag: Sego en haar vriend Alexis zijn klaar met de GR10 en hebben vijf kilometer bij ons vandaan een herberg geboekt. We gaan dus vanavond heerlijk met zijn viertjes uit eten in Ascain! Kijk, dan mag zo’n dag misschien beroerd beginnen, maar dat boeit dan niet meer: hij eindigt in ieder geval geweldig!
Slapen: bij een Airbnb adres. Er blijkt in Ascain één gîte te zijn, maar die verhuurt tegenwoordig de boel graag uit aan grote groepen, voor een hele week. Pelgrims kunnen er dus niet makkelijk meer terecht.
PS Vind je het leuk om onze nieuwsbrief te ontvangen? Laat maar weten, dan sturen we je eens per week of zo een overzicht van een aantal posts.
PS II We zijn ook te vinden op Polarsteps en Instagram, mocht je geen genoeg van ons krijgen.
No reacties