Nadat we aanbellen bij het Convento, doen we een stap naar achter en wachten tot er wordt opengedaan. We horen niets. Maar dan opeens klinkt er een lawaai dat steeds harder wordt. Oorverdovend luid gebulder. Alsof we in een tunnel staan en er zo een trein over ons heen zal rijden. Ik kijk Pieter geschrokken aan: wat gebeurt er in vredesnaam? Dan gaan onze blikken tegelijk in de richting van het lawaai, en zien we op nog geen vijftig meter afstand een Boeing opstijgen!!!! I kid you not. Het Convento van Irun staat zo’n beetje OP het vliegveld! We grijpen allebei naar ons hart; hier zou je toch een verzakking van krijgen! Daarna komt de ontlading en giechelen we als twee schoolmeisjes. Dit zou zomaar eens een onrustig nachtje kunnen worden…
De deur wordt opengedaan door een lieve dame. Ze gaat ons voor naar de grote keuken/woonkamer waar ze onze paspoorten stempelt en we betalen. Dan brengt ze ons naar onze kamer. We hebben weinig verwachtingen: toen ik reserveerde werd me verteld dat ze alleen slaapzalen hebben, en vaak betekent dat stapelbedjes met wegwerphoezen en een WC delen met acht man. Niets van dat al: ze leidt ons een brede, houten trap op en dan een smalle lange gang in. Dan opent ze onze kamer. We hebben twee bedden met stoffen hoeslakens en kussens met slopen eromheen, een eigen badkamer, een kledingkast met hangers en zelfs een bureau met stoel! De vloer loopt zo scheef dat je er bijna duizelig van wordt, maar het is schoner dan schoon, de badkamer nieuw en we hebben de hele ruimte voor onszelf. Wat heerlijk! De uren erna horen we geen enkel vliegtuig meer dus blijkbaar is dit een rustige baan. We doen ons ding – zoals elke dag 🙂 – en gaan terug naar een cafétje dat we zagen toen we hierheen liepen. Ze hadden er een heus pelgrimsmenu, dus dat moeten we maar eens gaan uitproberen.
Toen we vanochtend wakker werden, had ik een pijnlijke keel. Nu, na een dag wandelen, is daar hoofdpijn, rugpijn en buikpijn bij gekomen. Het voelt alsof ik ziek ga worden. Van het menu – dat eerlijk gezegd heel lekker is, ook al betaal je voor drie gangen en een karaf wijn 12,50 euro per persoon – eet ik ongeveer de helft. De rest schuif ik door naar Piet. In mijn hoofd ben ik al aan het bedenken wat we moeten doen als ik echt ziek word vannacht. Alles tot aan Bilbao hebben we al geboekt. In San Sebastian, waar we morgen heen gaan, slapen we voor de absolute hoofdprijs; daar wil ik geen extra nacht aan vastplakken. Met de taxi naar een volgend plaatsje? Vragen of we een nacht extra in het Convento mogen slapen? Allerlei scenario’s passeren de revue, maar tegen negenen concluderen we dat we eerst maar eens lekker moeten gaan slapen, dan zien we het morgen wel weer.
Ik val als een blok in slaap en word vanochtend met een pijnlijke keel wakker, maar voel me verder goed. Hoezee! Mijn lijf is blijkbaar goed bezig geweest; het virus of de bacterie lijkt verslagen. Toch besluiten we om lief te zijn voor onszelf. We kunnen ofwel de officiële route doen, 24 kilometer lopen met 1100 meter omhoog en 1240 meter omlaag, of we pakken de route die Organic Maps ons voorschotelt, waarbij we ook 24 kilometer lopen maar slechts 350 meter omhoog hoeven en 340 meter naar beneden. Jullie snappen welke we besluiten te doen. Met het risico dat we alleen maar asfalt en industrieterrein zien, gaan we op pad.
Via de drukke weg waaraan het Convento ligt lopen we naar een grote rotonde, waar we een bizar pad over een rioolbuis op moeten. Deze leidt echter al snel naar een park, en vandaar uit gaan we het bos in. Dit hadden we niet verwacht. Het is er mooi, rustig, wandelt makkelijk, en gaat eigenlijk vrij plat door het groen. Dit mag voor ons de hele dag wel duren!
Dat doet het echter niet. Als we het bospad via een groot grasveld verlaten, belanden we tussen de 80-kilometer wegen, industrieterreinen, meubelboulevards en tankstations. We zoeken onze weg over stoepranden, door de berm, op de vluchtstrook, en dan moeten we onder het spoor door. Een hek verspert onze weg. Maar we zijn natuurlijk niet voor één gat te vangen, dus we maken onszelf smal – lastig met zo’n rugzak maar het lukt – en wriemelen onszelf langs het hek. Waarom deze prima weg onder het spoor door is afgesloten, is ons een raadsel. Aan de andere kant komen we op een geitenpaadje uit en dat leidt ons weer naar een weg die lijkt op een snelweg. Hier mogen we toch zeker niet wandelen? Ik heb het nog niet uitgesproken of drie wielrenners fietsen langs ons heen. Auto’s houden er rekening mee, niemand toetert. Als zij mogen, mogen wij ook. Relaxed is het allemaal niet, maar ja, dan hadden we ook maar de bergen in moeten gaan vandaag. Je kunt niet alles hebben, luitjes!
We vinden het heerlijk om in Spanje te zijn. Tuurlijk, wat we vandaag doorkruisen is een beetje erg stedelijk; de drukte, het verkeer, de zwervers, het afval, de vele mensen met wie het niet zo goed lijkt te gaan, het is allemaal een beetje overweldigend. Maar de drukbezochte speeltuinen, de oude mannetjes die zich verzamelen op bankjes om daar wereldproblemen met elkaar door te nemen, op elke straathoek een cafétje, dat vinden we toch zo leuk aan dit land. Dus we genieten met volle teugen als we kids op crossfietsjes op een parcours bezig zien. Als we een ouder stel zien ruziën op straat. Als we door mensen begroet worden met een enthousiast ‘Hola!’ Als we San Sebastián binnen wandelen en ons vergapen aan de pracht en praal van deze stad. Dit is wel even wat anders dan die voorsteden van vanochtend. Die gebouwen joh! Die bruggen. Die rivier! Het maakt allemaal veel indruk. En dan moeten de vele restaurantjes met tapa’s, pintxos en lekkere wijn nog bezocht worden.
Maar eerst gaan we naar ons Airbnb adres. Alles was vol hier dus we hebben voor de hoofdprijs (170 euro!) een studentenkamer moeten huren voor vannacht; iets anders was er niet. Als we aankomen, blijkt het sleutelkastje leeg te zijn. Na een kwartier op straat wachten, komt de uitbaatster en gaat ons voor in de ongelofelijk smerige hal. We pakken een vieze lift naar de vijfde etage, waar ze ons het huis binnen laat. Een oude kamer met gaten in de muur is ons onderkomen. In de hal zijn drie andere kamers, waar ook Airbnb’ers zitten. De douche blijkt van heet naar koud te gaan in luttele seconden zonder dat je iets aanraakt, een rekje om onze gewassen kleding aan op te hangen is er niet. Pieter en ik zeuren tegen elkaar over hoe belachelijk de prijs is voor wat we krijgen. Maar met het vooruitzicht van een avond in de culinaire hoofdstad van Spanje (het heeft de hoogste dichtheid aan sterrenrestaurants ter wereld!) moeten we natuurlijk gewoon onze mond houden. Dit is óók de camino; die geeft je wat je nodig hebt, en blijkbaar hebben we vannacht een kamer nodig waar we veel te veel voor betalen. Waarom precies is ons niet duidelijk, maar dat inzicht komt misschien vanavond nog. Als we ergens aan het genieten zijn van een heerlijk glas wijn met de lekkerste pintxos ooit erbij. Dán zullen we het vast begrijpen.
Stijgen en dalen: 1198 m. omhoog, 1188 m. omlaag
PS Vind je het leuk om onze nieuwsbrief te ontvangen? Laat maar weten, dan sturen we je eens per week of zo een overzicht van een aantal posts.
PS II We zijn ook te vinden op Polarsteps en Instagram, mocht je geen genoeg van ons krijgen.
No reacties