Dag 43 Granja de Moreruela – Tábara, 26km

0

Victors date bleek anders spannend dan we dachten. Wij hadden het idee dat het om een ontluikende liefde ging, maar vanochtend aan het ontbijt vertelt hij ons dat hij ruim een half jaar een relatie met deze Maria had, ze het vervolgens uitmaakte, en nu weer contact had gezocht. Het ging dus meer om opnieuw kijken of er iets in zat, dan dat hij haar nog van haar feet off moest sweepen. Of het een succes was of niet ontdekken we niet helemaal, maar we merken wel dat onze Victor een bijzonder sentimentele jongen is. Met tranen in zijn ogen vertelt hij hoe hij destijds reageerde op haar afwijzing. Dat hij sindsdien acht kilo kwijt is en dat het een zware tijd was. Jan, de Australische pelgrim met wie we gister ons avondeten deelden, legt meelevend een hand op zijn arm en kijkt ons dan aan met een blik van ‘ah gos’. Na het ontbijt pakken we onze spullen en daarna rekenen we af. Ik schrik nogal van de prijs. Het onderkomen was 60 euro en op Gronze stond dat het diner 11 euro per persoon was, maar Victor vraagt ons 100 euro. Ik vraag hem vrees ik nogal direct (iets té) hoe dat bedrag tot stand is gekomen, aangezien ik rekende op 82 euro. Victor schrikt blijkbaar van mijn reactie, want hij biedt prompt aan om een fles wijn mee te geven voor bij ons diner vanavond. Dat hoeft echt niet. Ik leg hem uit dat 100 euro prima is, maar dat ik gewoon op een ander bedrag had gerekend. Dat wat hij ons heeft gegeven absoluut 100 euro waard is. Hij wil er niet van weten. ‘Ik geef het mee aan de taxichauffeur die Jans tas naar Tábara brengt’, zegt hij dan. We danken hem uitvoerig voor zijn openheid, de gesprekken, de fles wijn en zijn heerlijke huis, en gaan dan op pad. Jan is 72 en loopt niet zo snel, dus we halen haar al gauw in. Op onze beurt worden wij weer ingehaald door de pelgrims die we gister ook zagen. Het blijkt te gaan om Jon en Nina uit Noorwegen. Nina heeft zeven jaar geleden een auto-ongeluk gehad waarbij ze ernstige whiplash heeft opgelopen. Ze heeft onlangs opgegeven nog te kunnen werken en is dus eigenlijk onvrijwillig met pensioen. Jon, een zeer fanatieke marathonrenner, draagt al hun spullen aangezien Nina nog geen gram gewicht aan haar nek, schouders of arm veelt. Ze heeft geluk met zo’n sterke echtgenoot, want Jon loopt met minstens 25 kilo op zijn rug. En zijn heupband zit niet eens vast. Respect.

Met Jon en Nina

We lopen een tijdje met hen op en vragen hen alles over het Olavspad, een pelgrimstocht die van Oslo naar Trondheim loopt. We hebben de wens die camino ooit nog te lopen en zijn benieuwd naar zwaarte, accommodaties en landschap. Nina en Jon hebben hem in fases al meerdere keren gewandeld dus kunnen er in detail over vertellen. Ze maken ons zo mogelijk nóg enthousiaster, dus ik denk maar zo dat we dit 630 km lange pad ooit gaan doen. Ooit ooit ooit!

De route vandaag is prachtig. We gaan na Granja de Moreruela meteen de heuvels in van Tierra de Campos en steken na enkele kilometers de Esla rivier over via de prachtige oude Quintos brug. Vanaf daar klimmen we via een smal geitenpaadje steil naar boven langs de flanken van de rivier. Het is met de stokken in de aanslag over puntige rotsen en langs jarra-struiken tot we bovenaan komen en even op adem komen bij de ruïnes van El Castillon.

De mooie Quintos brug over de Esla rivier

Hier houden we even lekker pauze en genieten van het uitzicht

Als we weer vertrekken, blijkt Jan net onder ons ook pauze te hebben gehouden

Daarna wordt het pad breder. We lopen over feloranje zandpaden tussen steeneikjes en grasland. In de verte zien we de heuvels van de Tierra de Tábara. We zijn overgeleverd aan de elementen als de steeneiken wegvallen en we in de verte al onze pauzeplek zien liggen. De zon komt eindelijk door het heiïge wolkendek en de wind valt volledig stil. Het kwik klimt naar 25 graden en aardig aan het eind van ons latijn komen we in Faramontanos de Tábara. Een colaatje en een stukje cake wachten op ons in de schaduw en al snel komt ook Jan oververhit aangewandeld.

Lang recht stuk naar Faramontanos

Ik lach moedig maar heb het best zwaar 🙂

We moeten nog zeven kilometer en besluiten het pad, dat nogal slingert, te negeren en over de weg richting Tábara te gaan. We laten Jan achter – die slaapt in het hotel – en vreten in stilzwijgen de kilometers naar Tábara. De weg is rustig, dus het geeft geen enkel probleem. In Tábara zien we in de donativo herberg waar we slapen, dat het wat drukker is dan we gewend zijn. We liggen met zes anderen op een kamer en dan is er nog een stel dat op een andere kamer ligt. We weten dat Jan, Nina en Jon in het hotel slapen, dus we starten sowieso morgen met dertien man aan de volgend etappe. Voor wat we gewend zijn (namelijk niets), is dat een gigantische hoeveelheid pelgrims. Maar wel gezellig: straks schuiven we aan voor het communal diner. En dan kunnen wij een flesje wijn aanbieden. Met grote dank aan Victor!

Slapen: Albergue Communal in Tábara. Ligt een beetje aan de rand van het dorp. Geen stapelbedden (dikke plus) en gescheiden douches (dikke plus!). Is donativo. Met gemeenschappelijk diner en ontbijt. Helemaal prima. 

PS Zou je het leuk vinden elke week een nieuwsbrief te ontvangen met de laatste blogs? Geef je dan op voor onze nieuwsbrief.

PS II We zijn ook te vinden op Polarsteps en Instagram, mocht je geen genoeg van ons krijgen.

Over de schrijver

Marlies

Niets zo leuk als wandelen. Als ik wandel, voel ik me op z'n fijnst: mijn lijf aan de slag, mijn hoofd in de ruststand. Maar wat ik ook heel leuk vind, is schrijven. En op deze blog komen die beide passies samen: schrijven over wandelen. Dat dat hier kan, is een groot cadeau. En dat jij meeleest, is een minstens zo groot cadeau. Dus welkom op deze blog! Laat me vooral weten wat je vindt! Oh, en we hebben ook een account op Polarsteps, Facebook en Instagram. Mocht je exact willen zien waar we uithangen, of meer foto's bekijken en minder geouwehoer lezen. Kan allemaal :)

No reacties