Dag 143 Camino de Santiago: Grado – Salas, 23km

2

Als we om zeven uur de trap aflopen, staat de hal vol met vertrekkende pelgrims. Ik kijk Pieter verbaasd aan. Ontbijt begint toch pas om zeven uur? Waarom gaan al deze mensen in het donker weg, zonder ontbijt, terwijl de etappe maar 22 kilometer is? We halen onze schouders op, bestellen een lekker kopje koffie en pakken wat yoghurt en cornflakes. Daarna nog een geroosterde boterham met kaas, en dan zijn we er klaar voor. Nog vóór we terug zijn in onze kamer om onze tas in te pakken, horen we diep gerommel in de verte. Onweer? We openen de luiken en ja hoor. Pikzwarte wolken en bliksemschichten die de donkere hemel oplichten. Dan begint het ook hard te regenen. Die arme pelgrims die nu al buiten zijn! Wij wachten maar even fijn tot dit is overgetrokken.

Een dik half uur later is het qua regen een stuk rustiger. We stappen de deur uit. Het is windstil, heel benauwd, en eigenlijk te warm om een regenjas aan te hebben, maar het regent wel. Dilemma dilemma. Ik besluit mijn regenjas weer als cape om me heen te hangen al regent het daar eigenlijk iets te hard voor, en zo verlaten we Grado. Amper de stad uit gaat de jas toch aan; het regent te hard. Om ons heen zijn de luchten spectaculair, maar achter ons rommelt het nog steeds. Een beetje zoals onze buiken de laatste drie dagen maar dan 20.000 keer versterkt. Het smalle asfaltweggetje dat we volgen loopt kilometers lang kronkelend tussen de heuvels omhoog. Dan verandert het in een brede puinhelling die geleidelijk afdaalt. Aan onze rechterflank worden afbrokkelende stenen tegengehouden door witte vlaggenmasthoudertjes die in een patroon in de berg zijn geschroefd. Inmiddels is het droog, maar als we achter ons kijken, zien we nog af en toe een glimps van een aambeeldwolk, waarvan Pieter weet dat die vaak zichtbaar is tijdens een thunderstorm. Dat daar in het Nederlands geen woord voor is trouwens, thunderstorm, vind ik best gek. Als wij het over storm hebben, denk je meteen aan wind, toch? En als we een thunderstorm hebben, zeggen we: het dondert en het bliksemt. Maar een ‘donderstorm’, dat zeggen we dan weer niet. Merkwaardig….

De lucht is prachtig als we weggaan

De aambeeldwolk

Dat we op de camino primitivo zitten, is duidelijk: het gaat continu op en neer. We lopen vandaag letterlijk geen honderd meter plat. Maar we merken het ook aan hoe mooi het hier is. Asfalt zien we bijna niet, het zijn vooral bospaden en karrensporen die we bewandelen. De bergen hebben plaatsgemaakt voor groene heuvels vol met bos, en er zijn bijna geen dorpen te bekennen. Af en toe een verdwaalde boerderij, dat is het. Na tien kilometer door dit mooie landschap gewandeld te hebben, komen we bij onze pauzeplek, Cornellana. Man man wat is het druk met pelgrims. Het eerste terras zit helemaal vol, het tweede idem, bij de bakker is ook geen plaats meer, pas als we van de route af lopen zien we een barretje waar warempel nog een tafeltje vrij is. We zien daar Richard en Helen ook zitten, de Britse pelgrims van gister die met bier opgescheept zaten terwijl ze limonade wilden drinken. Ook zij verbazen zich over de enorme drukte op deze camino, en als we een uur later Laurens uit Zuid-Afrika in het bos spreken omdat hij een steentje uit zijn schoen staat te halen op het pad, geeft ook hij aan dat hij dit niet verwacht had. De Primitivo werd in 2016 maar door 4% van alle pelgrims naar Santiago bewandeld, zo las ik op het internet, maar dat is blijkbaar in die zeven jaar danig veranderd. De hele dag door zien we pelgrims voor en pelgrims achter ons. Nou ja, we zullen eraan moeten wennen want straks op de Camino Francés zal het nog vele malen drukker zijn.

Een uur na onze pauze komen we vanuit het bos in een klein dorpje terecht. Ergens waar de weg een bocht maakt, staat er naast een oude horreo (intussen weet ik hoe ze heten, dankzij Conny!) een klein kraampje met daarop grote, terracotta dakpannen. Erbij hangt een briefje: ‘Beste pelgrims, wij hebben uw hulp nodig bij de reparatie van het dak van onze kerk. Laat wat van jezelf achter op de Camino Primitivo; personaliseer een dakpan met je handtekening, een boodschap of een groet, en wees deelgenoot van dit initiatief. We zouden je erg dankbaar zijn als je een donatie wilt doen om dit werk uit te voeren. Dank je wel en buen camino!’ Hoe zouden wij zoiets leuks voorbij kunnen lopen? Dus we pakken een onbeschreven dakpan, pakken een stift en kalken er een boodschap op. Pieter stopt intussen 10 euro in het gelddoosje dat erbij staat en geregeld: we hebben iets van onszelf achtergelaten op de Camino Primitivo. Hier word ik weer zo blij van, dat iemand dit gewoon bedacht heeft. Echt leuk!

Hierna is het nog een uur naar onze eindbestemming. Als we nog weer een pauze pakken voor wat pinda’s en gedroogd fruit – waar we gezelschap krijgen van een bijzonder nieuwsgierige roodborsttapuit – horen we opeens weer onze buiken in duizendvoud. Alweer onweer? We kijken naar de lucht, zien hoe wolken zich razendsnel samenpakken en dan vallen de eerste droppen op het pad. We pakken onze spullen in, zetten onze pet op, doen de hoes om de tas en zetten het op een holletje. Binnen vijf minuten voel ik echter de zon op mijn lijf. Hoe kan dat nou? Ik kijk naar boven en de hemel is volledig loodgrijs, behalve één klein gaatje waar de zon doorheen piept, en precies onder die stralen lopen wij. Kijk, dat zijn de meevallers van de week! Zonder een druppel op ons hoofd te krijgen, maar wel met een constant gedreun van donder om ons heen, bereiken we Salas. Daar gaan we naar een herberg die gerund wordt door een Nederlander, Nicolaas. We checken in, kletsen wat, hij geeft ons een biertje terwijl hij ons bed opmaakt, en tijdens het douchen barst buiten de hemel volledig open. De ramen moeten dicht omdat de vloer anders nat wordt. Met een hoop gedonder op de achtergrond schrijf ik deze blog. Blij dat we lekker droog binnen zitten, en blij dat het gedonder alleen buiten is, en niet langer in onze buiken.

Het vogeltje dat maar in onze buurt blijft rondwippen

In Salas staat een prachtig kasteel (Castillo de Salas, ja ja), waarover al gerept wordt in documenten in het jaar 1124.

Stijgen en dalen: 645 m omhoog, 881 m omlaag.

Slapen: Albergue El TulipánAlbergue El Tulipán de Salas. Oud gebouw met vijf prive kamers en twee slaapzalen. Je betaalt 13 euro voor een bed in de slaapzaal en 35 euro voor een tweepersoonskamer. Dan 12 euro voor het driegangendiner (vegetarisch en biologisch) en 5 euro voor het ontbijt (pannenkoekjes met vers fruit, yoghurt met muesli en vers fruit). Echt heel erg goed geregeld. Fijne vent ook, die Nicolaas!

Over de schrijver

Marlies

Niets zo leuk als wandelen. Als ik wandel, voel ik me op z'n fijnst: mijn lijf aan de slag, mijn hoofd in de ruststand. Maar wat ik ook heel leuk vind, is schrijven. En op deze blog komen die beide passies samen: schrijven over wandelen. Dat dat hier kan, is een groot cadeau. En dat jij meeleest, is een minstens zo groot cadeau. Dus welkom op deze blog! Laat me vooral weten wat je vindt! Oh, en we hebben ook een account op Polarsteps, Facebook en Instagram. Mocht je exact willen zien waar we uithangen, of meer foto's bekijken en minder geouwehoer lezen. Kan allemaal :)

2 reacties

  1. Margreth 9 september, 2023 at 21:39 Beantwoorden

    Zo Marlies, wat een tochten heb je al gelopen en wat een plannen.
    Kwam zomaar op je blog terecht en heb de laatste week als een junk je camino verhalen vanuit Laren gelezen.
    Geniet nog maar lekker , maak mooie avonturen en houd de blog in ere. Dan loop ik lezend af en toe mee.
    Groetjes Margreth (van eventmanagement en brabants logeeradres van je first camino.

  2. Marlies 10 september, 2023 at 15:32 Beantwoorden

    He Margreth! Wat leuk om van je te horen! Hoe is het met jou? Dertien jaar geleden alweer dat ik bij je logeerde en dat je mij toen dat geweldige cadeau van die massage de volgende ochtend gaf. Ik zal het nooit vergeten. Heel gezellig dat je met ons meeleest!

    Liefs, Marlies

Plaats een nieuw bericht