Hoe ik erop kwam, weet ik niet meer, maar ik had bedacht dat we vannacht in Mosteiro de Vairão zouden slapen. In een heus klooster! Ik had telefonisch gereserveerd, het kost daar 5 euro voor een nacht dus een buil konden we ons er ook niet echt aan vallen, en ik had er zin in. Tot we gisteravond naar de route aan het kijken waren en we zagen dat het negen kilometer van de camino af ligt! Da’s niet een beetje om, da’s een heleboel om. Gingen we echt in plaats van 18 27 kilometer wandelen, om in een klooster te slapen? Ik keek Pieter aan: ‘Wat vind jij?’ Hij antwoordde diplomatiek: ‘Voor mij hoeft het niet per se.’ Dat was duidelijk: drie dagen vóór onze eind- eind- eindbestemming zijn we toch nog mietjes geworden….
Dus gisteravond eerst een ander onderkomen geboekt dat wél op de route lag, daarna het Mosteiro afgebeld. Waar de hospitalera heel lief vroeg: ‘Of course you can cancel your reservation, but… are you guys okay?!’ Dat vond ik zo ontroerend, dat ze zich druk maakte om ons in plaats van om een reservering die niet doorging. Maar ik heb voet bij stuk gehouden en me niet laten overhalen door haar lieve reactie. Het Mosteiro zal een ander keertje bezocht moeten worden.
Na een heerlijke nacht in ons verrukkelijke huis staan we vanochtend om 7.15 uur bij de bakker om de hoek. We bestellen een koffie en een broodje ham-kaas, en kopen twee broodjes voor lunch. Is waarschijnlijk niet nodig want tentjes zat hier zo langs de kust, maar ik vind het altijd fijn om met eten in mijn rugzak te lopen. Voor een onverwachte hongerklop of zo. En wat dan zo leuk is aan het feit dat je maar 18 kilometer hoeft te wandelen – in plaats van die 27 – is dat je tijd hebt voor kletspraatjes onderweg. We zijn nog maar nauwelijks het dorp uit als we Rob en Anja tegenkomen, uit Benthuizen. Vers met pensioen, vers op de camino. Hun caravan staat twintig kilometer verderop en gisteren zijn ze vertrokken richting Santiago. Rob draagt een horloge waar Pieter op aanslaat, en dan blijkt dat Anja horlogeverkoper was in haar werkende leven. Je begrijpt waar ons korte, maar gezellige gesprekje vooral over ging.
Amper vijfhonderd meter later worden we aangesproken door Sahar, een klein meisje dat zeer Portugees oogt maar Canadees blijkt te zijn en nu in Nieuw Zeeland woont. Ze wandelt met een lange jongen, Stefan, die aan hoe hij Engels praat zijn roots verraadt: Nederlander! Wij Nederlanders zijn er ook overal tussenuit te halen. Onlangs zei Quina, onze Spaanse uitbaatster van de heerlijke B&B in Oia, dat ze ook aan het Spaans kan horen wanneer ze met een Nederlander te maken heeft. Ook daarin laten we dus blijkbaar iets typisch horen. Grappig toch? Sahar en ik praten over de route, over haar plannen, over haar leven in Nieuw Zeeland en over het feit dat ze Stefan pas een uur geleden ontmoette, en Pieter en Stefan praten over zijn vakantie van een maand. Hij heeft tijd over nadat ie in Santiago aankomt dus ze wisselen ideeën uit over hoe hij die tijd zou kunnen doorbrengen. Erg leuk, deze korte maar fijne gesprekjes!
Nadat we op een brede stoep langs een klinkerweg hebben gewandeld, begint de boardwalk. Hij loopt tussen boerenland en akkers links van ons, en enorm hoge rietpartijen rechts van ons. Zicht op zee wordt ons door het riet ontnomen, maar mooi is het wel! Zo mooi dat we niet opletten en uiteindelijk de boardwalk te lang volgen. We komen uit op een klinkerweg die tussen tientallen kassen door loopt, waar ook mensen in het veld handmatig plantjes aan het poten zijn. Daar bestaan vast machines voor, lijkt me, maar daar is misschien bij deze mensen helemaal geen geld voor. Het zijn allemaal oude, kromme mensjes die dit zware werk op hun knieën of voorover gebogen doen. Pittig…
Na een tijdje slaan we rechtsaf en belanden we weer op de juiste boardwalk. We hebben weer tegenliggers, zien weer blauwe pijlen. Dat houdt eigenlijk de hele dag aan. Boardwalk, boardwalk en nog eens boardwalk. Wandelt superfijn! Je veert een beetje en je bent hoger dan de omgeving, dus je ziet veel. We pakken een pauze hier, we pakken een pauze daar, en zo glijdt de dag onder onze voeten voorbij. Het wordt warmer en warmer, tot we bij ons hotel aankomen en de thermometer 31 graden aanwijst. Niet dat we klagen, want we zijn een beetje van het ‘hoe heter hoe beter’, maar we hadden dit soort temperaturen in oktober eigenlijk niet meer verwacht. We checken in in ons hotel en concluderen allebei tegelijkertijd: ‘Dit is geen Mosteiro.’ Het is prima hoor, daar niet van, maar ik vraag me zojuist toch eventjes af: was het in het klooster beter geweest? Mooier? Fijner? We zullen het nooit weten, en misschien is dat maar goed ook. Dan hadden we maar geen mietjes moeten zijn.
PS Vind je het leuk om onze nieuwbrief te ontvangen? Laat maar weten, dan sturen we je er eens in de zoveel tijd eentje…
Slapen: Hotel Brasão. Helemaal prima. Basic kamer, 75 euro voor twee personen, inclusief ontbijt.
No reacties