Er is hier intussen een hele pelgrimsfamilie aan het ontstaan. Eerder waren we al de Oostenrijkse Karin en de Italiaanse wijnboer Enrico tegengekomen. Karin neemt geen rustdagen dus die zijn we kwijtgeraakt toen we stopten in Mérida. Enrico ging er prat op dat hij 5.5 km/uur liep, maar die troffen we een dag later manklopend aan in het hostel. ‘I took the bus today, I have problems with my foot. Tendonitis I think.’ Enrico heeft daarna niet meer gewandeld. Hij heeft de bus naar Sevilla gepakt en daar gewacht op zijn vlucht twee dagen later. Heel sneu.
Eergisteren troffen we vlak voor Mérida de bijzonder relaxte Duitser Peter aan. Gisteren kwam daar de Amerikaan Ray bij, die een boerderijtje heeft aan de oostkust van Spanje. Peter zat gister in een chique appartementencomplex, samen met twee Nederlanders: Lub en Evert. Die ontmoetten we vandaag onderweg. Vanochtend in het café waar we ontbeten, kwam Heike uit Duitsland opeens binnenlopen. Over geoefende pelgrims gesproken! Ze loopt met vijf kilo op haar rug en pakt, als het even kan, een dubbele dagafstand. Veertig kilometer lopen op een dag boeit haar niets. Lub en Evert kunnen er trouwens ook wat van: ze lopen elk jaar de Vierdaagse van Nijmegen, maar zijn ook bekenden op de zgn. Dodentocht, een honderd kilometer lange wandeling rond Klein-Brabant (België) die je af moet leggen in 24 uur. Jakkes! Dat is toch niet echt ons ding, zullen we maar zeggen. Wij doen het liever zoals Peter en Ray: langzaam, en korte dagafstanden.
Vandaag komen we hen allemaal onderweg meerdere keren tegen. Kletspraatje hier, kletspraatje daar. Zo gezellig! Het blijkt ook dat we allemaal in dezelfde accommodatie verblijven, want hier in het dorpje Acuescar is er maar één optie: bij de monniken. Het is een oud pand dat – je gelooft het niet – op elke verdieping een stuk muur mist. Het is op dit moment zes graden buiten, vannacht zakt het kwik naar twee graden, en de muur is er dus op elke verdieping uit! Hopelijk maar tijdelijk, want het is hier ijskoud en het tocht dat het een lieve lust is. Ik heb niet gedoucht want ook in de douche vriest het, en zit hier te typen met al mijn kleren aan en een dikke deken om me heen geslagen. Straks gaan we dineren met de monniken en een paar pelgrims die net als wij het dorp niet meer in willen, maar het kan me niet schelen wat er op het menu staat; als er maar verwarming is! Denk dat we maar lekker dicht op elkaar moeten zitten met onze hele pelgrimsfamilie, dan komt het vast goed. En wordt het in ieder geval gezellig.
Zo fijn dat jullie weer op pad zijn en ik elke dag kan meelezen met jullie tocht. Soms benijd ik jullie prachtige avonturen, soms ben ik blij dat ik lekker in mijn eigen warme bed kan kruipen. Het is genieten en afzien tegelijk.
Leuk dat je ons weer volgt, Mara. Gezellig!