Omelet
In Cercal do Alentejo liggen alle cafétjes, bakkerijen en restaurants rond een drukke rotonde. We waren de rotonde al drie keer rond gewandeld, maar we konden het om één of andere reden niet vinden: bij het eerste café waren de mensen te dronken, bij het café erna was het licht te hard, bij de bakkerij stonden de deuren dusdanig ver open dat het te koud was, het ene restaurant was nog niet open en het andere restaurant ging over een half uur dicht. Het was kwart voor zes en we wilden ergens eten.
We hadden onze zinnen gezet op omelet. Waarom weet ik niet, we wilden graag omelet als avondeten. Toen we voor de derde keer de rotonde rondgewandeld waren, sprak ik een man aan die de eigenaar leek van het restaurant waar hij bij stond. ‘Serveert u omelet?’, vroeg ik hem. ‘Jazeker’, antwoordde hij me vriendelijk. ‘Nu?’, vroeg ik hem. ‘Nee, vanaf 19.00 uur.’ Ik keek op mijn telefoon: nog een uur. Ik stak mijn duim op. ‘Prima, dank u wel!’
Precies een uur later stapten we zijn restaurant binnen. Het was klokslag 19.00 uur, het personeel stond klaar om in actie te komen. Ik glimlachte vriendelijk en keek het restaurant rond. Op elke tafel stond een ‘reservado’ bordje. Huh? De man keek ons aan, haalde zijn schouders op en zei: ‘Everything reserved from seven, sorry. No place for you.’ Wat is DIT nou weer?!?!? We hadden toch aangegeven dat we bij hem een omelet wilden komen eten? Hadden we soms een tafeltje moeten reserveren? Dat is deze hele reis nog nergens nodig geweest! Daarbij: welke Portugees gaat om 19.00 uur aan de dis? Ik weet het antwoord wel: GEEN ENKELE!! Wat een eikel zeg. Terwijl ik naar buiten liep, waagde ik nog een poging: ‘Maar ik vroeg u nog hoe laat u opent, en of u omelet heeft!’ Hij haalde opnieuw zijn schouders op. Vette pech voor de kabouter.
Geïrriteerd wandelden we voor de tienduizendste keer de rotonde rond. Waar dan nu naartoe? We keken naar een café met de briljante naam Klandestinos en besloten: dat wordt hem. We kwamen aan en zagen dat een mevrouw alle stoelen op het terras bij elkaar aan het binden was. ‘Gaat u sluiten?’ vroeg ik, wanhoop in mijn stem. ‘Klopt. Maar het restaurant Klandestinos is net opengegaan. Daar, aan de overkant!’ Ze wees ons het restaurant aan. Gaan we daarheen.
Het restaurant was nog helemaal leeg toen we aankwamen, maar toen we aan onze heerlijke Bacalhau à Brás (rijstschotel met kabbeljauw en gebakken uien erdoorheen) en Arroz de Pato (gebakken rijst met eend) zaten, vulde het restaurant zich langzaam en tegen 21.00 uur zat alles vol. Iedereen was vrolijk, er werd veel gelachen, en we vergaten hoe we hadden lopen klooien om hier te komen. Wilde die meneer geen geld aan ons verdienen? Prima, dan brachten we het toch elders? Ha!
Zon in de rug
Vanochtend stonden we vol goede moed op. Vandaag zouden we de kust bereiken! Eerst nog door eucalyptusbos en langs hele rijen kurkbomen, maar wel met de zon in de rug; we liepen naar het noordwesten! Nadat we het bos uitkwamen, werd het landschap lieflijk: velden vol gele bloempjes met af en toe een wit-met-blauw huis. Opnieuw nauwelijks asfalt. We lunchten op een zandwand waar natuurlijke zittingen waren uitgesleten en zagen vlak erna voor het eerst de zee. Tegen tweeën kwamen we aan in Porto Covo. Een prachtig wit vissersdorpje waar we het rood-wit van de Historical Way loslaten en vanaf nu het blauwgroen van de Fisherman’s Trail gaan volgen; die liepen tot nu gelijk. Straks maar eens even naar het haventje toe hier. Kijken of we de zon in de zee kunnen zien zakken. En daarna natuurlijk op zoek naar die omelet. Vandaag moet het lukken!
Slapen: in Appartamentos Guiomar Campos, € 40 voor een kamer met gedeelde badkamer. Uitzicht op zee! Heel schoon, verwarminkje op de kamer, fijn!
No reacties