Je gelooft het niet, maar het is gelukt! Ja ja, een foto van de mannen! Check it out.
Gisteravond was het opnieuw heel gezellig met de bijna 70-jarige Raymond uit Amerika, de 61-jarige Peter uit Duitsland en de 61-jarige Michael uit Canada. Ray is aardig doof aan het worden. Gister hadden we het geruime tijd over een stadje aan de Camino Francès, Melide, waar je doodgegooid wordt met pulpo-restaurantjes, terwijl de zee in geen velden of wegen te bekennen is. Michael had gehoord dat dat komt door de zeer populaire markt in Melide, waardoor pulpo-verkopers zelfs de 100 kilometer lange trip van zee naar de stad de moeite waard vinden om hun waar te verkopen. Ergens in Michaels verhaal viel blijkbaar het woord pulpo op bij Ray, en opeens zegt ie: ‘You know, there’s this town on the Camino Francès, called Melide, that is renowned for the pulpo.’ Dan smelt ik.
Op een gegeven moment liep er een kat de bar in. Ik ben niet zo’n kattenmens, maar deze bood zich zo enthousiast aan door praktisch bij me op schoot te springen, dat ik hem toch maar begon te aaien. Binnen twee seconden ging de ronker aan en lag het beest prinsheerlijk op mijn schoot te snorren. Ik vond het met name erg aandoenlijk omdat hij dat klauwen dat katten zo kunnen doen, in de lucht deed en niet in mijn broek. Punten voor deze kat! Op een gegeven moment keken Pieter en ik elkaar tegelijkertijd aan. Waar kwam in godsnaam die ongelofelijke putlucht vandaan? ‘Wat ruikt het hier opeens naar riool’, zei ik tegen de mannen. Peter, Michael en Ray, aan de overkant van de tafel, hadden er alle drie geen last van. Ik liet het voor wat het was, nam nog lekker een slokje wijn, en na tien minuten weer: een ongelofelijke rotte-eierenlucht. ‘Gadverredamme’, zei ik tegen Piet. ‘Waar is dat joh?’
Pieter keek naar mijn schoot. ‘Ik weet niet hoor, maar volgens mij is het de kat!’ Ik keek naar beneden. Het beest lag nog altijd, met zijn koppie in mijn elleboog weggestopt, lekker warm op mijn schoot. Ik voelde geen scheetjes, ik hoorde geen scheetjes. Maar meine liebe, rook ik zijn scheetjes! Niet te harden. Ik veranderde even van houding en tjoep, daar ging de rioolkat. Misschien zou een verandering van dieet een goed plan zijn voor deze snoezerd.
Vanochtend worden we gewekt met een klopje op onze deur. Michael heeft koffie gezet en zelfs sinaasappels geperst voor heerlijke verse jus. Wat een feest! We genieten met zijn vieren enorm van ons uitgebreide ontbijt en stappen een paar minuten na elkaar even voor tienen de deur uit. Eerst een stukje over de weg, en dan het veld in. Het is een onwaarschijnlijk mooie route vandaag. We wisselen geitenpaadjes, karrensporen en struikelpaden af en lopen over glooiende heuvels vol met steeneiken. Ver voor ons zien we de gepoedersuikerde bergtoppen van de Sierra de Ambroz: sneeuw! Erboven cirkelen monniksgieren. We passeren veel ijzeren poorten en wildroosters. Rechts van ons staan steeneiken als kleine zwarte pukkeltjes op de heuvelflanken, overal om ons heen vinden we kamille en grote zandkool. Soms is de concentratie bloempjes rond de bomen zo groot, dat ze als een wit dekbed op het gras liggen. Her en der een plukje lavendel maakt het schilderachtige landschap helemaal af.
Lunchen doen we op een betonblok waarvan je er hier veel ziet; ze geven de Via de la Plata aan en vormen perfecte rustpunten. Terwijl schapen even verderop aan het grazen zijn, eten wij onze boterham en genieten van de zon in ons gezicht. Het zou maar 14 graden worden, maar we hebben intussen zowel de pijpen eraf als ons t-shirt lange mouwen uit. Inmiddels bloeit de brem overal en komen er al knoppen en katjes aan de bomen. Het is echt lente!
Als we een heuvel beklimmen langs de ruïne van een oud fort, kijken we op de eindbestemming van de dag: Galisteo. Een heel bijzonder stadje met slechts 1000 inwoners, maar wel volledig ommuurd vanwege zijn strategische ligging hoog boven de Jerte vallei. Binnen de muur vind je ook een zogenaamde huldetoren, La Picota. We gaan het straks allemaal maar eens bekijken. En dan voorbereiden op morgen, want het gaat keihard regenen. We hebben onze dagetappe er maar op aangepast: morgen maar 11 kilometer, en ik heb een accommodatie geboekt met een houthaard. Lekker warm en droog worden voor een knapperend vuurtje. Kan ik me nu al op verheugen!
Slapen: bij La Pensión del Parador in Galisteo. Een prachtig oud pand met oude elementen, donkere balken, een heerlijke douche en een wasmachine. Kost 35 euro voor een privékamer en dan mag je ook nog thee en koffie zetten zoveel als je wil. De bakker ligt ernaast, evenals die indrukwekkende muur.
Wat een verschil met toen wij er liepen …… jullie met heerlijk voorjaarsweer en wij met meer dan 35graden. Niets lekker door het stadje dwalen, maar in de schaduw vertoeven. Maar net zo prachtig. Nog veel plezier en mooie verhalen doen.
Oh wat een feest deze prachtige foto’s en verhalen. Lig hier in bed met hoge koorts etc. En dan stuit je ineens op deze mooie pareltjes. Word er helemaal blij van.
Groetjes!