Soms heb je zo’n moment dat je denkt: had ik maar. Dat moment hadden we vanochtend, toen we ons realiseerden dat we geen enkele foto hadden gemaakt van ons uitzonderlijk leuke diner gisteravond. We waren op pad met Duitse Peter, Franse Etienne, Canadees Michael, en wij tweetjes. Peter spreekt goed Spaans en is zo iemand die alles prettig regelt, dus hij had zich een pracht van een tapastent laten aanbevelen. Het eten was verrukkelijk, de wijn vloeide rijkelijk, en we namen dus geen enkele foto. Dom!
Dat we kunnen uitslapen vanochtend, is een groot geluk. En noodzakelijk ook, om die katerige hoofdpijn een beetje te laten zakken voor onze twaalf kilometer lange wandeling. Als we vertrekken, pakken wolken zich samen boven het ongelofelijk charmante Cáceres. Er is regen voorspeld vanaf een uur of twaalf, dus gewapend met regenjas en regenhoes, en de regenbroek binnen bereik in de tas, dalen we af via nauwe straatjes en langs de indrukwekkende Iglesia Concatedral de Santa María. We steken de weg over en beginnen aan een lange, maar bijzonder relaxte klim de Sierrilla kam op. We zien een paar spelende blauwe eksters en horen ruziënde musjes, en dan ligt de klim al weer achter ons. We kijken uit over een enorm weids groen tapijt dat licht glooiend overal om ons heen ligt. Her en der staan koeien. Erdoorheen loopt een weg (vast de N-630) en een stenig pad, waar wij overheen lopen. We kunnen ons voorstellen, dat als je dit deel loopt in de zomer, je levend verbrandt. Er is niets wat ook maar enigszins schaduw biedt. Voor zover we kunnen kijken, is er geen boom te bekennen.
Pas als we vlak in de buurt van Casar de Cáceres zijn, zien we het dorpje daadwerkelijk liggen. Het ligt nét achter een heuvel en blijft tot het allerlaatste moment uit ons zicht. Zodra we het binnenstappen, zijn we er ook meteen: ons hostel is het eerste gebouw dat je treft. Michael is hier, Ray ook, Peter zit verderop in het dorp in zijn eigen – waarschijnlijk zeer chique – hotel. Etienne is vandaag teruggegaan naar huis, dus die moeten we helaas vanavond missen. Maar hopelijk gaan we weer gezellig met zijn allen eten. Als dat het geval is, maken we er zeker weten een foto van. Dat ‘had ik maar’ gaat ons geen tweede keer gebeuren 🙂
No reacties