Onze mannen zijn we kwijt. Michael wilde weer eens een veertigje lopen, Peter is naar Placensia om daar zijn vriend op te wachten die zondag komt, en Raymond kon geen accommodatie vinden vanavond en heeft de bus naar een volgende etappe gepakt. Die laatste twee waren er niet rouwig om dat ze deze etappe misten. ‘Het is toch alleen maar asfalt.’
Enige wat wij weten, is dat we om 16.00 uur bij de eindbestemming worden opgehaald en dat het 18 km is. Dat betekent dat we niet vroeg weg hoeven. We ontbijten dan ook uitgebreid bij een leuk tentje in Carcaboso genaamd Zapp 2.0 (de betekenis van deze naam ontgaat me volledig), en stappen pas om 11.00 uur de deur uit. Er is de hele dag regen voorspeld, dus onder een dreigende lucht en met onze volle gear aan lopen we het stadje uit en wat denk je? Velden, zandpaden, smalle geitenpaadjes, kurkbomen, steeneiken en al wat dies meer zij. Wat is het niet? Asfalt! Geen seconde op asfalt vandaag. We zeggen wel tien keer tegen elkaar: ‘Oh, wat zonde dat de mannen dit missen!’
Want het is mooi. Super-, supermooi. Soms heel lieflijk, met stroompjes door het veld waar witte bloempjes op bloeien. Soms heel ruig, met grote boulders die her en der verspreid tussen de bomen liggen. Soms ingewikkeld vanwege kniediepe modder en plassen waar onze stokken in wegzakken. Soms adembenemend als we opeens een bergrug zien waar sneeuw op ligt. Soms spannend omdat er een grote hond op ons afgerend komt, die dan prompt een stuk met ons mee wandelt en tijdens onze lunch ook een stukje brood krijgt en superlief blijkt. Soms inspannend omdat we ook aardig moeten stijgen en die modder fiks het tempo eruit haalt. Soms een beetje gehaast, want uiteindelijk blijkt vijf uur voor 18 kilometer met veel modder, stapstenen, zigzaggend je weg vinden door onderlopen gras, stiekem best kort.
En na al dat moois kom je dan uit in Cáparra. Een oude Romeinse stad die al eeuwen geleden verlaten is, maar waar wel de nodige overblijfselen te zien zijn. De belangrijkste daarvan is de vierhoekige poort. Moet je kijken hoe prachtig.
Ongeveer halverwege de dag, als we net een buitje hebben doorstaan (een van de drie, het viel weer alles mee), roept Pieter over zijn schouder naar mij: ‘Het is dat we al getrouwd zijn, anders had ik je hier ter plekke ten huwelijk gevraagd.’
Zó mooi is het dus vandaag.
Slapen: bij Hostal Asturias in Jarilla, telefoon: +34 927 477 057. Ze halen je op bij de Arco van Cáparra. Qua etappe zou ik het aanraden (want anders veel te lang) maar qua onderkomen niet. De mensen die er werken zijn het leven beu en de dagen zat. De bedden zakken door, het eten is niet lekker. Het was niet wat.
Love is in the air 🥰