Gregorio, de Spaanse pelgrim die we eergisteren ontmoetten toen hij verdwaald was, kwam gister in het restaurant waar we zaten naar ons toe. Hij had zijn mobiel vast.
‘Wat gaan jullie hier doen?’ vroeg hij terwijl hij de route liet zien die we overmorgen lopen.
‘Wat bedoel je?’ vroeg ik hem in al mijn onschuld.
Hij keek me aan en zei: ‘We moeten deze rivier over.’ Hij wees naar een blauw lijntje. ‘En het schijnt dat pelgrims eroverheen gaan met hun tas boven hun hoofd getild, en dat ze tot hun oksels onder water verdwijnen.’
Sorry, wat?
Hij wees opnieuw naar het blauwe lijntje dat de rivier moest voorstellen.
‘Wat gaan jullie doen?’ vroeg hij opnieuw.
‘Wij wisten van niets tot je ons dit vertelde’, zei ik hem. ‘We gaan erover nadenken.’
Het is exemplarisch voor wat er gaande is op dit moment: dit deel van Spanje staat volledig onder water. Het heeft zo hard, zo veel en zo lang geregend de laatste tijd, dat je eigenlijk op elk moment van de dag een beekje hoort stromen. Een beekje dat daar normaal niet loopt. Water dat daar normaal niet is. In Aldeanueva, waar we gisteren waren, loopt een klein stroompje door het dorp. Dat is nu een wild kolkende rivier. Over graspaden zie je stroompjes lopen. Beken zijn buiten hun oevers getreden, rivieren overlopen ons pad, slootjes ontstaan spontaan tussen koeien in een grasveld. Het is hier dus erg nat. En modderig. En dat maakt het wandelen niet heel veel toffer. Maar we hebben besloten het maar van dag tot dag te bekijken, en ons vooralsnog niets aan te trekken van Gregorio’s paniekvoetbal. Dat is overmorgen pas.
Maar we zijn wel heel blij als we ontdekken dat vandaag de eerste tien kilometer over asfalt loopt. In de berm van de inmiddels o zo bekende N-630. Het is zondag, dus verkeer is praktisch afwezig. Water kolkt en klotst naast de berm door gootjes die normaal droog staan, maar het asfalt is prima te doen. We komen na twee uur aan in Baños de Montemayor, een dorp dat bekend staat om zijn Romeinse thermen. Er is een bar open. We komen binnen, worden begroet door wel twintig enthousiaste Spanjaarden, en de barkeeper stelt meteen voor dat we een warm tapaatje nemen bij onze kop thee. Het is een gefrituurd ei. Ontzettend lekker!
Daarna stijgen we over een oud Romeins pad van grote, grove keien weer richting de weg. Die steken we over en dan duiken we een bos in, waar de oude camino van eeuwen geleden nog zichtbaar is. Na enkele kilometers passeren we een dorpje dat zijn beste tijd gehad heeft. Het zijn meer ruïnes dan iets anders, maar ze besteden veel aandacht aan de mijlpaal van de dag: we laten Extremadura achter ons en gaan de provincie van Salamanca binnen, dat onderdeel vormt van de Castilla y Leon regio. Je ziet het meteen aan het landschap: we laten de kurk- en steeneiken achter ons en bevinden ons tussen de treurwilgen en berken. Ook horen we hier nieuwe vogeltjes: het winterkoninkje en de zanglijster doen opeens mee. En check out deze koeien langs het pad:
Het landschap wordt glooiender. Muurtjes van grote, grove keien lopen langs het pad, dat gelukkig van zand is en de grote hoeveelheden water aardig weet weg te slurpen. Enorme boulders staan op de heuvelflanken.
We nemen een pauze terwijl de miezer op ons neerdaalt, en dat houdt de laatste anderhalf uur ook niet meer op. Maar dat is niet erg. We hebben 22 kilometer gewandeld, zitten nu lekker warm in onze tweepersoonskamer in Alba Soraya Hostel, en krijgen straks een bord paella in de bar. Die rivier waar we doorheen moeten waden, het zal later zijn. We zien het wel! En anders kunnen we altijd nog kijken.
Een voorbeeld van hoe het er hier nu aan toegaat (bijster slecht gefilmd, met excuses!):
Slapen: bij Alba Soraya Hostal (+34 646 410 643), 30 euro voor tweepersoonskamer met de badkamer op de gang. Er is hier centrale verwarming (zo fijn) en de uitbaters zijn lief. Ze bieden avondeten en ontbijt aan in hun bar verderop in het dorp, en wij mogen bepalen hoe laat. Chique!
PS Zou je het leuk vinden elke week een nieuwsbrief te ontvangen met de laatste blogs? Geef je dan op voor onze nieuwsbrief.
PS II We zijn ook te vinden op Polarsteps en Instagram, mocht je geen genoeg van ons krijgen.
Hoi Marlies en Pieter,
ik heb even een leesmaraton gedaan, ik moest namelijk twee of drie weken van je verhaaltjes inhalen. Leuk hoor. Nu ben ik bij.
Het grappige is dat ik gisteren las dat mensen zich afvroegen waarom jullie in februari al startten ipv in maart. Toen zei jij dat jullie het juist heerlijk vonden, en dat het weliswaar `s ochtends koud was, maar dat het weer verder op de dag heerlijk was. Jullie konden het toen nog iedereen aanbevelen. Haha. Ik kon het stukje nu niet meer zo snel terug vinden, maar het zal ergens eind februari geweest zijn. Maar…….., vandaag,12 maart, hebben jullie er prachtig weer bij. Ik hoop dat het een paar dagen zo blijft. Ik blijf met veel plezier lezen. Veel wandelplezier gewenst!!
Goh Marlies en Pieter wat een water. Mooie recensie van je boek trouwens. Een mooi gezegde uit Twentel is: “laten we eerst maar eens kijken, dan kunnen we altijd nog zien” BVOlgens mij past dat wel een beetje.
groeten papa