Dag 32 La Calzalda de Béjar – Fuenterroble de Salvatierra, 22km

1

We zitten nét verkeerd qua timing. César, de aardige eigenaar van de posada in Grimaldo, had het ons al gezegd: ‘Als je op 1 maart vertrekt uit Sevilla, wandel je met de lente mee.’ Een waarheid als een koe, want wij vertrokken daar op 17 februari. Wij wandelen duidelijk met de wínter mee. Het slechte, koude weer hangt als een enorme wolk boven ons en glijdt samen met ons richting noord. We keken vanmiddag eens wat het weer is in Aljucén, waar wij 29 februari waren en waar het toen tegen 6 graden was, en wat denk je: 22 graden en zon! Kom daar maar eens om in deze contreien, hier vriest het nog ’s ochtends! En ook vanochtend keken we al wandelend de hele tijd naar grijze, deprimerende wolken, terwijl achter ons de hemel in gaten van blauw uiteen brak en de zon de heuvels bescheen.

Dit is de lucht vóór ons

Maar achter ons beginnen er wat openingen te komen

Wie een wintercamino wil, kan hier dus duidelijk een wintercamino krijgen. En we moeten het er maar mee doen; dit is immers waar we voor gekozen hebben. Maar soms baal ik er een beetje van. Dan zie ik sneeuwwitte toppen, nét onder een dikke deken van wolken en mist doorpiepen, en dan denk ik: ooooooo, als nu eens de zon had geschenen en de lucht boven die witte toppen blauw was geweest. Dat was zo’n prachtig plaatje geweest! Dus ons advies: als je ook een wintercamino op de Via de la Plata overweegt, start dan op 1 maart in Sevilla, dan heb je waarschijnlijk beduidend beter weer. En dan staat ook niet de hele boel onder water.

Maar verkeerde timing of niet: vandaag was het droog. En heel soms vingen we zelfs wat zonnestralen op. Wat ziet de wereld er dan meteen mooi uit! Kijk maar.

De zon! Heerlijk!

De route is fijn. Bijna de gehele tijd over ofwel asfalt, ofwel over zandgrond. Beide praktisch watervrij. Halverwege de twintig kilometer komen we door Valverde de Valdelacasa, een klein dorpje met niets behalve Bar El Peregrino. Daar werkt een alleraardigst mannetje dat alles voor ons wil maken wat we maar willen. Ook een omelet met chorizo? Claro! Het tentje wordt verwarmd met een houtkachel, dus daar plakken we onszelf tegenaan. De omelet is heerlijk, het mannetje aandoenlijk. Als we vertrekken, geeft hij ons een sleutelhanger mee. Zo zoet!

In het café bij de lieve man

die ons deze sleutelhanger geeft.

Daarna is het langs een soort steengroeve en verder vrij onbeduidend landschap naar Fuenterroble. Over dit dorp, en met name over de accommodatie hier, wordt door iedereen op de Via de la Plata gesproken. De accommodatie is een kerkelijke herberg, gerund door Pater Blas. Het diner is gemeenschappelijk, het ontbijt ook, en je betaalt hier wat je het waard vindt. Mensen lopen volledig weg met deze plek. Iets zegt me dat Pater Blas alleen in het hoogseizoen zijn ding doet, want over de pelgrimsmis die hier gehouden schijnt te worden, reppen de vrijwilligers niet. En Pater Blas is in geen velden of wegen te bekennen. Maar de sfeer is fijn. Zowel de eetkamer als de slaapzaal worden verwarmd met houtvuur. Dan ben ik al blij. Die wintercamino lijkt, nu ik hier zit met rode konen en een knisperend vuur achter me, gelukkig even heel ver weg.

De Albergue Parroquial Santa Maria

waar we met zes snurkende mannen op een slaapzaal liggen. Wordt een fijne nacht! 🙂

Over de schrijver

Marlies

Niets zo leuk als wandelen. Als ik wandel, voel ik me op z'n fijnst: mijn lijf aan de slag, mijn hoofd in de ruststand. Maar wat ik ook heel leuk vind, is schrijven. En op deze blog komen die beide passies samen: schrijven over wandelen. Dat dat hier kan, is een groot cadeau. En dat jij meeleest, is een minstens zo groot cadeau. Dus welkom op deze blog! Laat me vooral weten wat je vindt! Oh, en we hebben ook een account op Polarsteps, Facebook en Instagram. Mocht je exact willen zien waar we uithangen, of meer foto's bekijken en minder geouwehoer lezen. Kan allemaal :)

1 reactie

Plaats een nieuw bericht