Samen met onze gastheer- en vrouw bekijken we onze route van vandaag. Het is een lange: 27 kilometer. Maar het lijkt alsof hij door bosgebied loopt, of in ieder geval door het groen, en dan is 27 km niet zo erg. Na een heerlijk ontbijt, dat we genieten met twee wandelaars die het Grenspad lopen, wandelen we Hamont uit en duiken al snel een breed fietspad op dat langs een kanaal loopt. Het blijkt de Zuid-Willemsvaart te zijn, die we volgen naar Bocholt. Daar drinken we een kopje koffie bij een superleuk tentje dat Wonderland heet en de lekkerste taartjes serveert. Ook al hebben we lekkere omelet op brood meegekregen van Vriend op de Fiets Lisa in Hamont, toch kunnen we het niet laten een enorm stuk limoencake en een zo mogelijk nóg groter stuk appel-peer-speculooscake mee te nemen. Mjam, nu al zin in!
We lopen een klein stukje door Bocholt, passeren een parkje, en komen dan weer uit bij die Zuid-Willemsvaart. Onvoorstelbaar maar waar: die volgen we bijna d’n gansen dag! De enige bocht die we draaien is als we van de ene oever naar de andere oversteken via een fietsbrug, verder is het de hele dag rechtdoor. Saai? Helemaal niet! Met name de wolken vormen vandaag een prachtig schouwspel. Het gaat van stukjes blauw tussen helwitte schapenwolkjes tot dreigend grijze regenwolken met dramatische gitzwarte randen, en alles ertussen in. De wind blaast ons voort en er is geen verkeer. Café de Kieper voorziet ons halverwege de dag van een warme kop thee en verder is het genieten. De limoencake is niet te versmaden en ook het broodje omelet smaakt geweldig.
Zo’n tien kilometer voor onze eindbestemming zien we een oude man met een stok onze richting op komen. Ruim voor we bij hem zijn gaat hij al in de berm staan, alsof we hem met 50 kilometer per uur voorbij zullen snellen. Als we eenmaal bij hem zijn, groeten we hem.
‘Is alles oké met u?’ vraag ik hem. De man oogt niet bepaald verward – heeft warme kleding aan, een sjaal om, een hoed op, heel gedistingeerd eigenlijk – maar ik wil zeker weten dat hij weet waar hij is.
‘Wablief?!’ Hij plaatst zijn hand achter zijn enorme oor en kijkt me vriendelijk aan.
‘Of u oké bent. Moet u nog ver?’
‘Och nee kindje, ik loop nog een stukske verder en dan draai ik weer terug hoor. Ik loop hier elleken dag.’ Hij kijkt me trots aan. ‘Als ik kon fietsen zou ik dat doen, maar dat is me te gevaarlijk. Daarvoor bennik te oud. Opstappen gaat nog, maar d’r afstappen, da luk nie meer. En dan krijgt ge ongelukken.’
‘Hoe oud bent u dan?’ vraag ik hem. De man ziet er nog zo fief uit.
‘Wa denkt u?’
Oei, altijd een gevaarlijke vraag. Ik schiet laag in. ‘Tachtig?’
‘Nog inne week en dan worrik drieënnegentig.’ Weer die trotse blik. Pieter en ik fluiten tussen onze tanden. Dat wordt van ons verwacht, zoveel is duidelijk.
‘Het is lekker weer voor een wandeling hè?’ zeg ik terwijl ik naar de wolken knik.
‘Wablief?’ Weer die hand achter zijn oor. Wat een snoezige man.
‘Dat het lekker is!’
‘Oh ja zèker, het zonnetje is lekker. Maar het is wel te koud hè? Deze kou is toch voor deze tijd nie normaol.’ Hij kijkt me glimlachend aan en zegt dan wijs: ‘Moar ja, wa is tegenwoordig nog normaol? Toch?’
Ik knik, zeg ‘Zo is het!’ en steek mijn hand op terwijl ik weer begin te wandelen.
‘Fijne dag meneer! Geniet van uw wandeling.’
‘U ook!’ zegt hij. ‘En bedank veur ’t babbelke!’
‘T babbelke! Amai, zunne heerlijk gesprekske compenseert toch aon allen kanten die 27 kilomèter langs de k’naal, nie?
Slapen: bij Miek en Chris in Dilsen-Stokkem, een VodF adres waar we een hele bovenverdieping voor onszelf hebben. Prachtig! Als je bij hen wilt eten kan dat, maar ze eten niet met je mee. Vonden we een beetje jammer; wij aten in de voorkamer, zij tegelijkertijd (!) in de keuken.
PS Vind je het leuk om onze nieuwsbrief te ontvangen? Laat maar weten, dan sturen we je eens per week of zo een overzicht van een aantal posts.
PS II We zitten ook op Instagram en op Polarsteps, mocht je ons daar willen volgen. Leuk!
No reacties