Het is vanochtend nog een beetje mistig als we El Cuervo verlaten. Algauw wandelen we tussen de keuterboertjes: huizen met hekken eromheen waar doeken langs hangen, en erachter een moestuin, een paard, een paar kippen, en een waakhond. Dat is het vaak wel. Het heeft iets heel gezelligs, al die bedrijvigheid op kleine schaal. Niet dat ik van al die waakhonden nou zo gelukkig word, want vaak weet ik pas of ze achter een hek zitten of toch per ongeluk loslopen als we erlangs lopen, maar het is vooral het ongelofelijk luide en de hele ochtend aanhoudende fluitconcert dat ons zo blij stemt: vogeltjes!
Onze vriend Rob wees me er gister op: de app Merlin. Je drukt op ‘Sound ID’ en de app gaat voor je luisteren. Je ziet de namen van vogeltjes verschijnen die de app voor je detecteert, en de naam die geel oplicht, is de vogel die je het luidst hoort. Wat een waanzinnige uitvinding! Ik sta vanochtend om de tweehonderd meter stil om te luisteren wat ik dan nú weer in het struweel gewaar wordt, en ben helemaal blij als ik leer dat ik op één plek en binnen twintig seconden de Turkse tortel, de grauwe gors, de graszanger, de kuifleeuwerik, de spreeuw, de koolmees, het puttertje, de groenling, de Europese kanarie, de huismus én de zwarte spreeuw hoor. Dat is toch ONGELOFELIJK?! Ik weet niet wat ik meemaak! Gister zeiden we al: het lijkt wel lente hier in Spanje, maar aan de actieve vogeltjes te horen is het dat ook echt!
Nadat we na negen kilometer in Lebija aankomen en daar fijn een tostada met kaas eten, beginnen we aan een lange wandeling langs het kanaal. Opeens zijn alle vogeltjes weg. We lopen tussen gewassen door waar een gek luchtje omheen hangt (vergif?) en blijkbaar vinden de vogeltjes dat ook. In het kanaal is ook niets te doen. Geen vis, geen planten, niets. Misschien ook niet gek, want het is een irrigatiekanaal zo lezen we, maar het maakt het wandelen ook een beetje saai. Net als we tegen elkaar zeggen dat een klein beetje actie misschien wel leuk zou zijn, gebeurt wat we vreesden en wat we niet echt scharen onder actie: ons pad wordt weer plakmodder. En hoe!
We blijken langs een afbraak-boerderij te moeten om in Las Cabezas de San Juan te komen en vijf kilometer lang over het land te lopen dat bij die boerderij hoort (hoorde?). Plakkerdeplakplak! We danken de hemel op onze blote knietjes dat er overal dwerghavergras groeit, dat minuscule bedjes vormt waarop we van de een naar de ander kunnen springen, en ook de bloembedden van kamille (reukloze kamille, zo vertelt Google Lens ons) zijn we dankbaar voor een enigszins begaanbaar pad. Maar binnen die vijf kilometer houden we dan nog zeker drie kilometer onbegaanbaar terrein over waarbij de klei in kilo’s aan onze schoenen hangt en we met elke meter die we lopen meer blaren voelen ontstaan doordat onze schoenen worden vastgezogen in de modder. Niet te doen.
Met een gangetje van anderhalve kilometer per uur komen we rond half zes slakkerend en afgepeigerd het stadje binnen. De zon schijnt nog steeds heerlijk, cafeetjes trekken ons aan, biertjes lonken. Maar we zijn sterk – al zou je dat niet zeggen als je ons zag – en weerstaan de verleiding. Eerst douchen! Schone kleren aan! Verhaaltje schrijven! We hebben per ongeluk weer een prachtplek geboekt, een appartement dat van alle gemakken is voorzien, en onze was hangt te drogen. De voeten tintelen nog na, de spieren zijn stijf en de gewrichten idem, maar het verhaaltje is geschreven dus het biertje mag.
Ik geloof niet dat we er ooit één meer hebben verdiend….
Slapen: Apartamentos La Terraza, 50 euro voor een geheel appartement in een superschoon complex. Het ligt naast een tankstation/supermarkt dus alles bij de hand. Perfect!
No reacties