Dag 58 Cea – O Castro Dozón, 20km

1

Het idee is om het heel rustig aan te doen. We hoeven vandaag maar 15 kilometer dus we zien deze dag eigenlijk als een halve vrije dag; lekker uitslapen, uitgebreid ontbijten in de bar, en dan op ons gemakkie eens op pad. Zo geschiedde. De wekker gaat om 9.15 uur, we lopen rond 9.45 uur naar de bar, langs allerlei marktkraampjes die opgezet worden, en zijn om 11.00 uur klaar om te vertrekken. Die vijftien kilometer die we gaan doen, is rechtstreeks naar O Castro. Er is echter een alternatieve route, bijna vijf kilometer langer, die langs één van Spanjes Cisterciënzer kloosters gaat: Monasterio Oseira. We hebben besloten het klooster het klooster te laten en dus die vijftien kilometer te doen, maar iets wringt er. Als we de voordeur van ons kasteel-achtige onderkomen achter ons dichttrekken, zeg ik tegen Piet:

‘Of zullen we toch yes-men zijn en via het klooster lopen?’

Piet is het er niet mee eens. ‘We zouden toch die vijftien doen?’

Ik trek een pruillipje. ‘Ik ben het er niet mee eens!’ roept hij terwijl hij de weg inloopt richting het klooster. Wat een heerlijke yes-man heb ik toch.

De route is pittig. Steile beklimmingen van grote rotsblokken worden afgewisseld met steile afdalingen over struikelpaadjes. Er zit weinig tussenin. Daarbij is de lucht staalgrijs en hangt er een continue dreiging van regen. Elke keer als we wat druppels voelen, gaat de jas aan, de pet op, de broek aan, en als we het dan te heet krijgen en de harde regen blijft uit, gaat de boel in fases weer uit. We zijn kampioen omkleden vandaag.

Met regenjas en regenbroek aan

Jas aan maar regenbroek uit. Wel pet op

Geen jas meer aan, geen broek, zelfs de pet is af. Enzovoort!

Als we bij het klooster aankomen, treffen we daar onze Duitse pelgrim Michael. Hij staat net in de deuropening van zijn camper met een grote mastín aan zijn voeten en houdt het vandaag voor gezien. Zijn vrouw en hij hebben net tien kilometer gewandeld en vinden het mooi. Morgen verder. We nemen afscheid – want dan zien we hem niet meer – en betreden de binnenplaats van het klooster. Het is een prachtig exemplaar. De bouw ervan dateert van 1139, toen de eerste kleine gebouwtjes werden neergezet. In de loop van de jaren, toen het financieel goed ging met de Trappister monniken die er woonden, bouwden ze de boel uit. Pas halverwege de 13e eeuw stond het zoals het nu staat, en dan heeft het tussendoor nog van alles meegemaakt qua brand, volledige overname door bandieten in 1835 nadat de monniken het moesten verlaten, en recentelijk leegloop door overlijdens en weinig aanwas van nieuwe monniken. Er wonen in dit gehele complex op dit moment 11 monniken.

Na een kopje warme chocola in een bar gaan we weer verder. Het is met de hakken van de grond steil de lucht in. Pieter zit niet helemaal lekker in zijn hum, dus die loopt stilzwijgend voor me uit, en ik hobbel er in stilzwijgen achteraan. Af en toe maken de wolken ruimte voor iets meer licht en krijgen we een glimp van hoe mooi het hier is. Glooiende heuvels met veel groen, koeien, af en toe een gehuchtje of boerderij, en overal stenen muurtjes die er al eeuwen lijken te staan. Zelfs in het bos zie je soms haaks op het pad een stenen muurtje de helling af gaan. Zou het te maken hebben met verdeling van land?

Na zes kilometer fiks klimmen en dalen vindt Piet zijn humeur weer terug en wandelen we het gehuchtje A Gouxa binnen. We worden welkom geheten door zes enorme, blaffende honden die op ons af rennen. Achter ons komt een bestelbusje aangereden. Ik hou ze tegen.

‘Wonen jullie hier?’

‘Nee, sorry. Hoezo?’

‘Ik ben bang voor honden en hoopte dat die wellicht van jullie zijn?’

‘Nope. Wij zijn niet van hier. Gaan jullie naar Santiago? Buen camino!’ en weg zijn ze. Daar heb ik dus niet zoveel aan.

De honden zijn intussen iets gekalmeerd. Ook zie ik een oud baasje tegen een hek staan, de honden dralen een beetje om hem heen. Is dat de eigenaar van die monsters? Dan ben ik al wat minder bang, want dan zal hij ze wel tot de orde roepen als ze irritant worden.

We lopen het mannetje voorbij en groeten hem. ‘Is hier een bar ergens?’ vraag ik hem.

‘Si, si, daar. Ik ga er zelf ook heen.’

Te midden van al die enge honden, die intussen geen enkele aandacht meer aan ons besteden, lopen we gedrieën naar de bar. Binnen brandt de haard en zitten enkele mannen aan de lunch. We bestellen een cola, krijgen een lekkere tapa en komen even bij van zoveel avontuur.

Daarna is het nog vier kilometer naar ons eindbestemming. Ene Maria wacht ons op en leidt ons door het prachtige huis. Een gigantische palletkachel brandt in de woonkamer, we hebben het hele pand tot onze beschikking. Ze belooft om 19.30 uur terug te komen om onze avondmaaltijd voor ons te maken, dus tot die tijd mogen we het ons gemakkelijk maken. Dat laten we ons geen twee keer zeggen. Want voor een halve rustdag was er stiekem maar weinig rust.

Slapen: Casa Bubela. +34 620 542 503. Ligt aan de N-525 maar is prachtig. Groot huis, dikke palletkachel die ook de vloer verwarmt, goede bedden, heerlijke douche. Kost 30 euro pp inclusief ontbijt (koffie en koekje). Keuken mag je gebruiken, maar ze maken ook een avondmaaltijd voor je als je dat van tevoren laat weten. Superplek!

PS Zou je het leuk vinden elke week een nieuwsbrief te ontvangen met de laatste blogs? Geef je dan op voor onze nieuwsbrief.

PS II We zijn ook te vinden op Polarsteps en Instagram, mocht je geen genoeg van ons krijgen.

Over de schrijver

Marlies

Niets zo leuk als wandelen. Als ik wandel, voel ik me op z'n fijnst: mijn lijf aan de slag, mijn hoofd in de ruststand. Maar wat ik ook heel leuk vind, is schrijven. En op deze blog komen die beide passies samen: schrijven over wandelen. Dat dat hier kan, is een groot cadeau. En dat jij meeleest, is een minstens zo groot cadeau. Dus welkom op deze blog! Laat me vooral weten wat je vindt! Oh, en we hebben ook een account op Polarsteps, Facebook en Instagram. Mocht je exact willen zien waar we uithangen, of meer foto's bekijken en minder geouwehoer lezen. Kan allemaal :)

1 reactie

Plaats een nieuw bericht