Na een dag van 30 km (die door bezoek aan brasserie en kroeg bijna 34 geworden was) en een dag van 27 km vonden we vandaag dat we wel een Marliesje verdiend hadden. (Die deed ik 13 jaar geleden ook regelmatig (zie mijn boek), afsnijden van de weg, en dat bleek op een gegeven moment door mede-pelgrims een Marliesje genoemd te worden. Weg goede reputatie!) De route naar Vierves-sur-Viroin was officieel 26km maar daar konden we met onze app 20 kilometer van maken, dus zo gezegd zo gedaan. We gingen op pad en onze app gaf al snel aan dat we een paadje naar links in moesten, weg van de grote weg die Givet met Doische verbindt. Het pad werd smaller en smaller, en toen opeens liepen we zonder pad door kniehoog, kletskliedernat gras. “Hoe lang gaat dit door?” riep Pieter over zijn schouder. Ik keek op mijn app. “Ehm… Een kilometer of vier?”
Met zeiknatte schoenen en kilo’s stuifmeel op onze broek kwamen we na bijna een uur zo geploeterd te hebben op een pad. ‘Privéterrein, verboden te betreden’, ‘Natuurgebied, verboden in te gaan’, ‘Stiltegebied.’ De bordjes die aangaven dat we daar niet mochten zijn plus de hekken met prikkeldraad waren niet mis te verstaan, maar ja, wat moesten we doen? Vier kilometer terug banjeren door dat hoge gras was ook niet echt een optie. Dus we gingen door, op een vrij breed pad waar zo te zien nog nooit iemand gelopen had. We zagen sporen van herten, van wilde zwijnen, van paarden, van iets wat leek op grote honden (wolven?!), ik werd er doodnerveus van. Ik zag ons al aangevallen worden door een horde wilde zwijnen die hun kleintjes beschermden, of omver getrappeld worden door een kudde wilde paarden. Ik ging hoe langer hoe sneller wandelen tot we bijna sprintend bij een asfaltweg aankwamen. Thank God, we waren er zonder kleerscheuren vanaf gekomen. Een Marliesje doen wordt duidelijk subiet afgestraft!
Daarna bleven we gelukkig op bestaande paden. Een prachtig spoortracé dat was omgetoverd tot wandelpad liep kaarsrecht door het landschap, er was niemand te bekennen en de vogeltjes floten weer dat het een lieve lust was. Toen we in het dorpje Treignes aankwamen, hadden we wel zin in een colaatje. Er was een bar: L’Etats des Ânes. We gingen op het terras zitten, en binnen vijf minuten werden we omsingeld door zes brave, zachtaardige maar ook wel heel nieuwsgierige ezels. “Let op je cola”, “Oh, pak even je zakje chips”, “Hou je zonnebril in de gaten”, “Hij gaat voor je tas, let op”, met dat soort waarschuwingen kwam een mevrouw naar ons toe die de ezels vanuit een veld richting de bar had begeleid. Echt heel relaxed cola drinken zat er dus niet meer in, maar het was wel schattig. Die beesten met hun grote oren en zachtaardige kijkers.
Daarna was het nog vijf kilometers naar Vierves-sur-Viroin, waar we nu bij een oud run-down hotelletje zitten te wachten tot de receptie opengaat. De zon schijnt gelukkig, er komt af en toe een tractor voorbij of een oude brakke auto, en verder is hier niets te doen. Lekker onthaasten dus. Boek lezen, verhaaltje schrijven, pelgrim zijn. Zo fijn.
Slapen: bij Hotel Le Petit Mesnil in Vierves-sur-Viroin. Niet aan te raden. Kost 63 euro en is zo vies dat je niet met blote voeten op de grond durft te staan.
PS Vind je het leuk om onze nieuwsbrief te ontvangen? Laat maar weten, dan sturen we je eens per week of zo een overzicht van een aantal posts.
PS II We zitten ook op Instagram en op Polarsteps, mocht je ons daar willen volgen. Leuk!
in de mooie blauwe schemering, maakte ik een lange wandeling. De lucht was droog en vreselijk hoog, en blauwe distels stijf en grillig ritselden driftig en onwillig.
Stil grazend naast een grijze rots, zag ik opeens op hoge benen een jonge Ezel, zijn oren schenen doorzichtig, zijn gelaat wat trots, zijn, ambren ogen blonken ernstig en bezonken, ernstig en bezonken en onpartijdig was zijn blik!
en na een korte felle schrik,, verstarde ik in verwondering, of kon het eerbied zijn geweest, voor dit schoon ongeschonden beest, waarmee ik langzaam verder ging,
een pijnlijke herinnering…. zo, ben ik vroeger ook geweest.
Die gaafheid en zachtzinnigheid, onzware ernst en dromerigheid, O, kon ik dat nog eens herwinnen, kon ik nog eens opnieuw beginnen!
dit ezeltje kwam ik 20 jaar geleden tegen op mijn Camino naar Santiago. Vor Pieter en Marlies. groetjes van Anne Martens
hebben jullie mijn gedichtje over het ezeltje ontvangen?
Jazeker Anne, wat een ontzettend lief verhaaltje! Dank je wel!
Groetjes, Marlies