Dag 64 Camino de Santiago: Valprivas – Retournac, 20km

0

Elf jaar geleden, toen ik Pieter net kende, maakte hij een lange fietstocht in Engeland. Voor vertrek gaf ik hem een kaartje mee waarop ik hem een hart onder de riem stak voor als het even tegen zou zitten. Het kaartje zag er zo uit:

Vandaag moeten we er vaak aan denken. Aan dat kaartje, met die tekst. Als we vertrekken uit Valprivas, waar we in een reusachtige gîte hebben gezeten met twee Franse pelgrims en we konden kiezen uit ik denk wel 50 bedden, is het heel benauwd. We hebben een slechte nacht gehad door het nieuws gisteren van onze vriendin, onrustige benen (hebben we veel last van de laatste tijd), de warmte, die stomme lakenzakken waarin je jezelf altijd tot een rolmops oprolt en je niet meer kunt bewegen, en het onwaarschijnlijke onweer van vanochtend vroeg. De bliksem en donder waren niet van de lucht en het plensde. Maar die onweersbui heeft de warmte niet uit de lucht gehaald, verre van: binnen een kwartier zijn we doorweekt van het zweten. We duiken vrij snel het bos in en dalen steil af. Dan begint het te miezeren. De twijfel slaat toe: regenjas aan? Regenhoes om de tas? Pet op? Zonnebril af? We besluiten de hoes om de tas te doen, de regenjas nog even uit te laten, de pet op te zetten en de zonnebril af. Check!

Dan houdt de miezer op en breekt de zon door. Het wordt meteen heet. Twijfel: insmeren? We doen het nog even niet. Wel merk ik dat ik te weinig heb gegeten bij het ontbijt; ik voel me slap. Mijn energiehuishouding luistert nauw: als ik het idee heb dat ik binnenkort zal moeten eten, moet dat eigenlijk nú. Pieter kent inmiddels zijn pappenheimers dus ik ben nog niet uitgesproken of hij zet zijn rugzak af, doet zijn schoenen uit – we zijn net 1.5 kilometer op pad – en stalt het eten uit. We hebben heerlijke toostjes en camembert, een miniatuur potje jam en rijstwafels, dus we laten het ons smaken.

Even energie bijvullen

Dan word ik gebeld door de reclasseringswerker die ik vorig week heb geïnterviewd. Ze belt me speciaal op om me persoonlijk te vertellen hoe blij ze is met het verhaal dat ik over haar geschreven heb. Zo ontzettend leuk! Ik voel me gevleid en ben best een beetje trots, dus met hernieuwde energie steken we het riviertje onderaan de berg over en beginnen we de klim naar boven. Dan houdt het op met zachtjes regenen. Het is lastig: het is 28 graden en het komt hard uit de hemel gevallen. Wat te doen? We pakken onze regenjassen en bevestigen die als een soort cape om onze nek. Zo blijven je schouders, nek en bovenarmen droog. Dat onze benen nat worden en onze onderarmen ook, boeit niet zo. Hoe slim zijn wij!

De schapen hebben zich onder een boom verzameld, die lijken aan te voelen dat het straks hard gaat regenen

Minder slim is het als we in plaats van de GR te lopen, Organic Maps volgen. We passeren twee huizen die leeg lijken te staan en moeten dan naar rechts door het hoge gras. Dan opeens houdt het pad op en staan we voor een brede rivier. Pieter zet nog heel positief zijn voet op een steen die boven het water uitsteekt, maar hier kunnen we echt niet overheen. Dit is te diep en stroomt te hard. Shit. Terug dus.

Daar kunnen we niet overheen…

Het is inmiddels droog en tijd voor een pauze dus ik stel voor bij één van die leegstaande huizen in het houthok te gaan zitten. Daar staat een stoel en ik kan dan wel op de stenen trap zitten. Rugzak af, schoenen uit, sandalen aan en dan pas valt me op dat dat hele houthok vol ligt met zwarte keuteltjes. ‘Zijn dit rattenkeutels?’ vraag ik aan Pieter. Muizen boeien me niet, maar ratten vind ik minder. ‘Ik heb geen idee. Volgens mij zijn het muizenkeutels.’ Zodra ik zit, hoor ik een gek geluid. Als een piepende fiets die heel in de verte aankomt. Ik kijk Pieter aan. ‘Wat is dat?’ Hij trekt zijn schouders op. ‘Ik ben het in ieder geval niet.’ Getverredemme, volgens mij worden we bekeken door een enorme hoeveelheid ratten en is dat geluid hun overleg; vallen we aan of niet? Ik vind het prompt geen relaxte lunchplek meer en eet de toostjes camembert zo snel mogelijk op. Het begint weer te regenen en inmiddels wordt de regen vergezeld door donder en bliksem. Nu moeten we kiezen: of we schuilen nog even en worden opgegeten door een horde ratten, of we gaan wandelen en worden geëlektrocuteerd door de bliksem. Dat zijn de opties. Ga er maar aan staan.

We zijn weer op het juiste pad… Hoe vind je mijn cape?

We besluiten toch maar aan de wandel te gaan. De jassen worden weer tot capes omgetoverd en we gaan terug naar waar we vandaan gekomen zijn om vanaf daar het officiële pad te volgen. De regen houdt op. De zon doet zijn uiterste best om zijn stralen door het wolkendek heen te duwen, en dat lukt zowaar. Toch blijft de donder ons vergezellen als een snurkende reus. We halen onze cape van onze schouders en bergen hem op. ‘Het is best zonnig voor kutweer’, mompelt Pieter als hij voor me uit de volgende berg op loopt. ‘Mmmm’, beaam ik terwijl ik hijgend achter hem aan stap. Kleine rotvliegjes vliegen voor mijn bril en raken af en toe mijn neus. Ik kan ze niet echt wegwuiven want ik heb mijn stokken vast, dus ik probeer ze weg te blazen. Niet bepaald succesvol. Dan begint het weer te regenen en volgen we voor de derde (of is het inmiddels al vierde?) keer ons ritueel: cape om, pet op, zonnebril af. Pfff.

Na drie bergen en evenzovele dalen komen we aan in Retournac. Hier slapen we in een Airbnb van opnieuw enorme proporties; er kunnen hier tien mensen slapen! Morgen hebben we een rustdag; ik heb weer een interview met een reclasseringswerker gepland staan. Daarbij was vandaag zo pittig dat onze lijven er wel blij mee zijn, een dagje niks. De weersvoorspelling is slecht; die laat de hele dag regen zien. We zullen denken aan onze mede-pelgrims die morgen wél aan de wandel gaan, en hopen maar voor ze dat het zonnig zal zijn tijdens het kutweer.

PS Vind je het leuk om onze nieuwsbrief te ontvangen? Laat maar weten, dan sturen we je eens per week of zo een overzicht van een aantal posts.

PS II We zijn ook te vinden op Polarsteps en Instagram, mocht je geen genoeg van ons krijgen.

Over de schrijver

Marlies

Niets zo leuk als wandelen. Als ik wandel, voel ik me op z'n fijnst: mijn lijf aan de slag, mijn hoofd in de ruststand. Maar wat ik ook heel leuk vind, is schrijven. En op deze blog komen die beide passies samen: schrijven over wandelen. Dat dat hier kan, is een groot cadeau. En dat jij meeleest, is een minstens zo groot cadeau. Dus welkom op deze blog! Laat me vooral weten wat je vindt! Oh, en we hebben ook een account op Polarsteps, Facebook en Instagram. Mocht je exact willen zien waar we uithangen, of meer foto's bekijken en minder geouwehoer lezen. Kan allemaal :)

No reacties