De gîte in Les Quatre Chemins komt Pieter bekend voor. ‘Hier hebben we in 2015 geslapen, toen we van Le Puy naar Figeac liepen!’ Ik herken het totaal niet. ‘We hebben toen ook op deze kamer geslapen en overheerlijk gegeten. Volgens mij bij deze zelfde dame.’ Als we na een middag op ons bed gerelaxed te hebben beneden komen, blijkt hij niet te hebben gelogen. Marie-Claude werkt hier sinds 2014 en man, wat kan die vrouw koken! Samen met Joséphine, de Nederlandse die al 35 jaar in Frankrijk woont, en haar Franse kamergenootje Nathalie genieten we van het viergangenmenu dat ze ons voorzet. Crudités met verse thijm, rijst met kip in een kruidige saus, een stuk Cantal kaas en als toetje zelfgemaakte appelcompôte. Het klinkt nu niet zo indrukwekkend, maar ze gaf aan elke gang haar eigen twist waardoor het ontzettend lekker was. Wat hebben wij gesmuld en gesmikkeld! En heel gezellig gekletst; Nathalie blijkt vier jaar lang in een musical in Berlijn te hebben gezongen en geeft nu zangles in Parijs. Joséphine zingt in een heel aantal koren dus we zaten gewoon met twee zangeressen aan tafel. Voor we het wisten was het half elf en moesten we naar ons nestje. Met tegenzin!
Vanochtend ontbijten we om 7.30 uur en om 8.15 uur zijn we weg. Nathalie doet het wat rustiger aan, die zijn we direct kwijt. Het is ijzig koud, het waait keihard en het miezert. Gedrieën stappen we achter elkaar aan, Joséphine haar stokken tikken op het pad. Ik heb het net te koud in mijn korte broekje en loop met mijn armen over elkaar heen geslagen. Brrr! We hebben alledrie nog wat restantjes van vorige dagen in onze rugzak, dus als we onze eerste pauze houden na vijf kilometer eten we rijstwafels met schapenkaas, onze zoete cake van gister, een handje pinda’s en stukjes gedroogde ananas. Een eclectisch gebeuren maar heerlijk!
Daarna wordt het weer gelukkig wat beter. We wandelen de Aubrac binnen en de zon duwt af en toe wat stralen door het wolkendek. Het blijft een magisch landschap. Steppe-achtig, met afzettingen van keien tussen de velden door en her en der plukjes koeien. Grote rotsen die lukraak neergegooid lijken te zijn maken het helemaal af. Mooi!
We hadden vanochtend bij het ontbijt al gehoord van een waterval van 30 meter die we móeten zien. Nu is de dag maar 16 km dus vooruit, we lopen er wel een beetje voor om. Geen Marliesje vandaag, zelfs geen Pietertje (dat is een klein beetje afsnijden), zullen we dit dan maar een Joséphientje noemen? We horen bij een gezellige foodtruck onderweg, waar we een superlekkere omelet eten, waar het precies is en gaan dan op onderzoek uit.
Het landschap is dusdanig open en vooral ook droog dat we ons niet kunnen voorstellen ergens opeens een waterval van 30 meter te ontwaren, maar verdomd: als we een heuvel oplopen en een bocht draaien, is daar opeens die Cascade du Déroc! Cool. We besluiten de berg af te struinen via kleine olifantenpaadjes en in het gras een uitgebreide pauze te nemen. Beste lunchplek ooit!
Daarna is het nog maar een paar kilometer naar Nasbinals. Joséphine slaapt ergens anders dan wij, dus we spreken om 19.00 uur af in restaurant La Route d’Argent, waar de aligot (lokale specialiteit met aardappelpuree en gesmolten kaas) zogezegd het beste is van het hele dorp. We hebben het opnieuw niet echt verdiend, maar voor de waterval zijn we toch bijna drie kilometer omgelopen, zo blijkt. Een klein beetje verdiend hebben we het dan wel, toch? Vinnik wel.
PS Vind je het leuk om onze nieuwsbrief te ontvangen? Laat maar weten, dan sturen we je eens per week of zo een overzicht van een aantal posts.
PS II We zijn ook te vinden op Polarsteps en Instagram, mocht je geen genoeg van ons krijgen.
No reacties