Dag 82 Camino de Santiago: Decazeville – Montredon, 11km

0

Het eten dat we krijgen bij Sebastien in Decazeville is verrukkelijk. Net als in Conques krijgen we vis, maar deze is veel lekkerder klaargemaakt, in een romige smaakvolle witte saus. We zitten met zestien man aan tafel in zijn gezellige gîte. Afgelopen november is hij met zijn vriend Freddy het avontuur aangegaan en hebben ze deze gîte gekocht. In februari waren ze klaar met verbouwen, in april begon het seizoen. ‘Ik dacht dat we er lekker rustig in konden komen’, vertelt Sebastien, ‘maar dat was niet zo: vanaf 1 april hebben we non-stop vol gezeten. Twintig man, elke dag weer. We werken 18 uur per dag en zijn kapot.’ Hij grinnikt en kijkt zijn vriend aan. ‘Maar je bent wel vijf maanden per jaar volledig vrij om te doen wat je wilt, toch?’ herinnert Pieter hem aan de goede tijden die ook gaan komen. ‘Dat is zeker waar. Niets doen als het regent, lekker wandelen als het mooi weer is. Hebben we nu al zin in.’

De gîte is mooi, ruim opgezet en heeft een gigantische tuin met overal schaduwplekjes en zitjes. Een groot probleem is echter de hoeveelheid muggen en vliegen. Tijdens het avondeten lijken de vliegen massaal het huis binnen te komen en tegen de tijd dat het toetje wordt geserveerd, zit iedereen aan tafel druk om zich heen te wapperen. Als je in de tuin wilt zitten, moet je jezelf eerst insmeren met Deet, anders word je levend opgegeten door de muggen. En die zitten niet alleen in de tuin, kan ik je vertellen: als we vanochtend aan het ontbijt zitten, tel ik 22 muggenbulten op mijn armen en benen. Er zitten er drie op één voet! Misschien zijn wat horren nog wel een goede investering voor Sebastien?

Een leuke schildering als we Decazeville verlaten

We hebben vandaag een korte dag gepland: 12 kilometer naar een gehucht dat Lacoste heet. We blijven dus zo lang mogelijk bij Sebastien in zijn tuin en gaan tegen negen uur op pad. We zitten toch een beetje in de weg, met de twee mannen die al schoonmakend om ons heen lopen. Het is nu al heet, en Decazeville uit is het stijgend over asfalt naar boven, naar het bos. Als we daar samen met drie andere pelgrims aankomen, horen we opeens luid gekraak. Een hert? Wilde zwijnen? We lopen op een pad dat in een steile helling is uitgehouwen en het gekraak komt van boven ons. Dan belanden er voor ons wat takken op het pad. Ik hou stil en kijk naar waar het geluid vandaan komt. ‘Kan ik?’ roep ik naar de vrouw van het gezelschap voor me. ‘Loop maar snel door, volgens mij houdt ie het nog wel.’ Ik loop snel naar haar toe en wenk Pieter dat hij ook moet komen. Die heeft niet goed in de gaten wat er aan de hand is, maar als hij bij me is horen we opnieuw luid gekraak dat enkele seconden aanhoudt, dan een harde klap en dan niets meer. Een dode boom is over de helling naar beneden gevallen en ligt nu in brokken over het pad. Wat een geluk dat we daar niet onder liepen!

Dan horen we gefluit en geroep. We draaien ons alle vijf tegelijkertijd om. Is er toch iemand onder die gevallen boom terecht gekomen? Is het pad versperd? Pieter, één van de vrouwen van het drietal en ik gooien onze rugzak af en lopen terug de helling op naar de plek waar – inmiddels om de bocht – de boom is gevallen. Nog vóór we er zijn komt er een gezin met twee kinderen de bocht om gewandeld. Het blijkt dat die gewoon aan het oefenen waren met fluiten langs hun vingers, en dat er niets aan de hand is. Man! Wat een stress zo op de vroege ochtend! En jullie zullen wel denken: maar eigenlijk is er dus helemaal niets gebeurd? Een paar takken op het pad? Zo is het. Pieter zou in zo’n situatie zeggen:

‘Goed verhaal, Mies. Lekker kort.’

Vlak voor we in Livinhac-le-Haut aankomen, lopen we over de Lot

Zes kilometer nadat we zijn gaan wandelen, komen we na een lange klim aan in Livinhac-le-Haut. Aan het kerkpleintje zit een bar met terras, er is een openbaar toilet en een grote épicerie waar ze broodjes voor je klaarmaken. Pieter en ik gaan een beetje uit ons dak in de supermarkt en kopen werkelijk alles waar we zin in hebben. Dan zoeken we een mooi plekje ergens in de schaduw en zitten daar minstens een uur. Tijd zat toch? We hoeven nog maar zes kilometer. Als we op een smal grintpaadje lopen raken we in de war: we zien een bord van onze gîte waarop staat dat die in Montredon is, terwijl onze app aangeeft dat ie drie kilometer verder in Lacoste staat. We mogen er toch wel vanuit gaan dat de mensen van de gîte zelf wel weten waar hij staat, maar dat betekent dat we heel ergens anders slapen dan we dachten. Nou ja. We wandelen wel door totdat we de gîte aangekondigd zien. Je hoeft hier nergens meer te verdwalen, dat wordt je aan alle kanten onmogelijk gemaakt.

In een klein kerkje onderweg – we duiken ze stuk voor stuk in – zien we dit mooie glas-in-lood

Zodra we Montredon binnen wandelen, zien we weer een bordje: Gîte La Mariotte, 400m. Oké. Die staat dus níet in Lacoste. We ontwaren een heerlijke picknickplek in de schaduw, met waterpunt en toilet, en trekken onze schoenen uit. Laptop erbij, boek erbij, lunch erbij, beetje mensen kijken die langs wandelen. Heerlijk. Pas rond 15.00 uur, als we er anderhalf uur gezeten hebben en het kwik is gestegen naar 36 graden. wandelen we de laatste 400 meter naar onze gîte. Die is opnieuw zo mooi! We hebben een privékamer die afgelopen winter is verbouwd. Gloedjenieuw! (zie hoofdfoto) We nemen een heerlijke douche, smeren onze jeukende lijven in met after sun en doen een korte siësta. Straks om 19.15 uur ‘apéro’, een aperitiefje, met Damien en zijn gezin. Er zijn vanavond maar twee medepelgrims hier. En hopelijk geen vliegen en GEEN MUGGEN! (zegt zij terwijl ze nog maar eens kruisjes zet in 22 bulten)

PS Vind je het leuk om onze nieuwsbrief te ontvangen? Laat maar weten, dan sturen we je eens per week of zo een overzicht van een aantal posts.

PS II We zijn ook te vinden op Polarsteps en Instagram, mocht je geen genoeg van ons krijgen.

Over de schrijver

Marlies

Niets zo leuk als wandelen. Als ik wandel, voel ik me op z'n fijnst: mijn lijf aan de slag, mijn hoofd in de ruststand. Maar wat ik ook heel leuk vind, is schrijven. En op deze blog komen die beide passies samen: schrijven over wandelen. Dat dat hier kan, is een groot cadeau. En dat jij meeleest, is een minstens zo groot cadeau. Dus welkom op deze blog! Laat me vooral weten wat je vindt! Oh, en we hebben ook een account op Polarsteps, Facebook en Instagram. Mocht je exact willen zien waar we uithangen, of meer foto's bekijken en minder geouwehoer lezen. Kan allemaal :)

No reacties