Achter de laptop

Eindelijk rust

0

Af en toe doen we mee met een schrijfwedstrijd. Deze worden veelal georganiseerd door uitgevers, bibliotheken, schrijffora, noem maar op, en zijn heerlijk overzichtelijk: het thema is dit, het maximaal aantal woorden is dat, en de deadline is dan. Pieter en ik denken dan tijdens onze wandelingen na over personages, setting en plot, en thuis ga ik dan achter de laptop zitten en waag een poging. Vaak leidt dat tot niets, soms tot een plekje op een longlist, en heel soms tot publicatie van een verhaal. Zo verging het ons ook in 2014, toen we voor een schrijfwedstrijd van Letterrijn een verhaal optekenden in de stijl van Edgar Allan Poe, met een max van 1600 woorden. De bundel heeft een geweldige titel: Insomnia – Spannende verhalen tegen het slapengaan, en telt 30 verhalen. Die van ons staat er dus tussen, en gaat over slangenmens Angelino, die zich deerlijk vergist als hij zijn vriendin wil verrassen. Lees maar mee:

Eindelijk rust

Angelino Grootfaam zat op de bank in zijn ruime woonkamer. Het zonlicht scheen naar binnen door de grote ramen achter hem en verwarmde zijn blote rug. Heerlijk vond hij dat, als hij zich aan het oppeppen was voor een flinke trainingssessie, om dan eerst even rustig te zitten, te genieten van de stilte in huis en bij mooi weer de zonnestralen die op de houten vloer schenen en warmte brachten. Vandaag lukte het hem echter niet te genieten. Hij was te veel bezig met de ruzie die hij had gehad met Cathy en vroeg zich af hoe hij dit ooit nog goed kon maken. Hij was te ver gegaan.

In het begin van hun relatie had ze tegen hem gezegd dat het hem vrij stond om met andere vrouwen te zijn, zolang zij het maar niet wist. Het had hem verbaasd: waarom zou je je kop in het zand steken en doen alsof je van niets wist? Ging het er in een relatie niet om dat je eerlijk tegen elkaar kon zijn en alles tegen elkaar kon zeggen? Maar ze wilde er niets van weten: als hij zich schuldig voelde over zijn escapades, moest hij maar een andere manier vinden om zich van zijn schuldgevoel te kwijten. Zijn verhaal bij haar neerleggen zou betekenen dat zíj een oplossing moest zien te vinden voor het probleem en dat vond ze oneerlijk. Er zat wel een zekere logica in haar manier van denken, moest hij bekennen, maar vreemd vond hij het wel. Het deed er ook eigenlijk niet toe: hij was zo gek geweest van zijn Surinaamse schone dat hij niet eens keek naar andere vrouwen, laat staan dat hij de behoefte voelde iets met hen te doen.

In de loop der jaren was dit langzaam maar zeker veranderd. Met het grote succes in de theaters kwamen de ‘indecent proposals’. Door zijn werk zag hij er goed uit: strakke buikspieren en sterke armen maakten hem in combinatie met zijn chocoladebruine huid en innemende glimlach onweerstaanbaar. Ze wierpen zich nog net niet voor zijn voeten, maar het gebeurde toch regelmatig dat een dame uit het publiek hem aansprak na een voorstelling met de vraag of hij zin had om een wijntje met haar te drinken. En vaak bedoelde ze dan niet in een kroegje, maar hintte ze op een omgeving met meer privacy. Altijd had hij de kracht gehad hen vriendelijk af te wijzen. Cathy wachtte thuis op hem en hij vond de rust en haar toewijding veel waard; dat zou hij niet even te grabbel gooien voor een snelle ontmoeting op een hotelkamer ergens.

Maar vorig week was het dan toch mis gegaan. Voor de eerste keer in de afgelopen acht jaar was hij zo onder de indruk geweest van het meisje dat naar hem toe was gekomen dat hij ja had gezegd. Hij zou er niets over tegen Cathy zeggen, dat was immers de afspraak, en hier zou het bij blijven. De seks met het mooie meisje was waanzinnig geweest en dat had Angelino niet verwacht. Het had hem van zijn stuk gebracht en vijf dagen lang had hij thuis een toneelstukje opgevoerd. Tot vandaag. Het lukte hem niet langer het voor zich te houden en hij had het Cathy verteld. Ze reageerde precies zoals ze voorspeld had: hysterisch. Ze gooide hem alles naar zijn hoofd: hoe hij het in zijn botte kop haalde dit met haar te delen, en was hij dan verliefd op dat meisje, en als hij dat niet was waarom vertelde hij dit dan in godsnaam en wat bereikte hij hiermee, wilde hij dit vaker gaan doen, voelde hij zich soms gevangen? Hield hij nog wel van haar?  En waarom deed hij dit juist voor ze naar Suriname zouden gaan morgen, één dag voor ze eindelijk terug zouden gaan naar hun thuisland, naar de stad waar ze zich zo fijn voelden? Waar ze eigenlijk thuis hoorden? Waarom gooide hij weg wat ze hadden door haar op deze manier te verraden?

Angelino voelde zich beroerd. Wat had hem ook bezield? Morgen zou alles anders zijn: dan gingen ze terug naar Paramaribo. Hij zou zijn broers zien, zijn lieve nichtje Cornelia met wie hij kon stoeien en met wie hij lange wandelingen kon maken in de jungle, hij zou de rust vinden die hij zo hard nodig had. Ze zouden een huis gaan zoeken om te gaan wonen, ergens aan de rand van de grote stad, met de natuur op loopafstand maar ook de drukte van de stad binnen handbereik als ze daar behoefte aan hadden. Toen ze eenmaal besloten hadden om naar Suriname te gaan, hadden ze om de beslissing nog eens extra te onderstrepen samen op de kalender in zijn keuken de datum 30 maart omcirkeld – de dag dat ze zouden vertrekken.  Ze hadden het er maanden lang over gehad, hij en Cathy, en geconcludeerd dat het leven in Amsterdam hen niet langer gelukkig maakte. Cathy was al maanden geleden ontslagen en kon als grafisch vormgever gewoon niet meer aan de bak komen. Talloze sollicitaties waren de deur uitgegaan en evenzovele afwijzingen waren teruggekomen. Ze was gefrustreerd en voelde zich niet langer gewaardeerd. Bij Angelino was het ongelukkige gevoel er al veel langer: sinds hij succesvol was geworden als slangenmens, nu zo’n acht jaar geleden, was zijn leven steeds minder zijn eigen leven en steeds meer dat van iedereen die iets van hem wilde. Zijn agent, Peter, die maar bleef zeuren over meer en meer boekingen, zonder zich te realiseren dat Angelino’s lichaam moest bijkomen van een avond lang zich in allerlei vormen gieten en in kleine boxjes vouwen. Hij leek niet te willen begrijpen dat Angelino tijd nodig had om zijn spieren rust te geven en zijn pezen te laten herstellen van het continue uitrekken. Zijn linkerschouder was al een tijdje stijver dan normaal en hij wist dat dat kwam door te veel optredens en te weinig dagen van rust tussendoor.

Merel, zijn choreografe, die een steeds grotere rol had opgeëist in de manier waarop hij zijn optredens deed. Sommige onderdelen van zijn shows waren zo ver van hem af komen staan dat hij niet eens wist of het zijn shows nog wel waren of eigenlijk de hare.

Zijn technicus en zijn lichtman, de broers Maarten en Marcel, die ook een steeds grotere stempel drukten op hoe zijn shows eruit zagen. Zelfs Veronica, zijn assistente, klaagde de laatste tijd over haar salaris, de uren en de druk. De stapels post die hij ontving van mensen die hem hadden zien optreden en zich afvroegen of hij dat ook wilde doen op een feestje van opa, oom, vriendin en verre kennis. Hij had soms het idee dat er door tien verschillende mensen tegelijk aan hem werd getrokken en hij wilde niet meer. Hij wilde rust. Wég met al die zuigers, die negatieve energie. Hij wilde weer Angelino zijn, Angelino Grootfaam, onbetekenend en onbekend, één in de massa, zonder druk, zonder gedoe. Hij wilde rust.

Dit alles had bijgedragen aan zijn misstap. Zijn reis naar Suriname zou hem die rust brengen, maar blijkbaar had hij niet kunnen wachten en wilde hij, al was het maar voor één avond, nu al iets anders, even uit het gareel. Zo zag hij het maar, als een eenmalige ontsnapping uit het leven dat hem was gaan beklemmen, maar dit had hij niet kunnen overbrengen bij Cathy. Zij zag alleen verraad en stupiditeit, in combinatie met een waardeloze timing. En ongelijk kon hij haar niet geven. Het was ook een rotstreek.

Gelukkig had ze hem nog één kans gegeven. Net voor de deur dichtknalde met zo’n kracht dat de ruit erin trilde, had ze geroepen dat ze morgenochtend om half elf langs zou komen en dat hij klaar moest staan om met haar mee te gaan naar Schiphol. Klootzak!, had ze erachteraan geschreeuwd. Angelino had erom moeten glimlachen. Het zat zeker niet goed op dit moment, maar hij voelde dat dat wel kon veranderen. Ze gaf hem een opening en daar zou hij in springen. Nu hij hier zo op de bank zat, met de zon op zijn rug, zag hij het opeens heel helder. Dit was hét moment om het te doen, het moment om haar te laten weten dat de misstap slechts een misstap was; dat zij zijn grote liefde was en dat hij nooit meer zo’n fout zou maken. Hij zou haar ten huwelijk vragen.

“Angelino Grootfaam, lieverd, jij zult de eerste zijn in de familie die zijn naam eer aan doet”. De woorden van zijn oma galmden door zijn hoofd toen Angelino zijn box bekeek midden in zijn woonkamer. 45 bij 45 centimeter was hij, kleiner dan enige andere box ter wereld waar een mens zich in kon vouwen. Enkele jaren geleden had hij eindelijk genoeg geld gehad om hem te laten maken. Het mooiste plexiglas, afgeronde hoeken, helder en niet te bekrassen. Trots als een pauw was hij geweest toen hij er voor het eerst in ging zitten. Het feit dat hij zijn lichaam in zo’n kleine ruimte kon krijgen en dat hij daar minstens 20 minuten in kon zitten zonder kramp, zonder dat zijn handen of benen in slaap vielen en begonnen te tintelen, zonder dat zijn ademhaling verslechterde door de benauwde positie, dat alles had hij te danken aan die woorden van zijn oma.

Hij zou ze wel eens even wat laten zien, de jongetjes uit de buurt in Paramaribo, zijn vader die hem nog geen stuiver waard vond, zijn moeder die geen aandacht voor hem had omdat ze dacht dat hij toch wel in de goot zou belanden. Niemand had vertrouwen in hem gehad, behalve zijn oma, en hij had dat vertrouwen niet beschaamd. Hij was de grootste geworden, de bekendste slangenmens in Nederland en misschien wel in Europa. Uitverkochte zalen en een kapitaal waar je u tegen zei waren de resultaten van zijn noeste arbeid, uren, dagen aan training, een strikt regime van veel slapen, geen alcohol, geen feestjes en geen uitspattingen. Het had hem veel gebracht en hij had gelukkige jaren gekend. In het begin, toen hij optrad in armzalige clubgebouwtjes in dorpen waarvan hij de naam diezelfde avond weer was vergeten, vroeg hij zich wel eens af of het ooit goed zou komen. Maar wie volhardt zal overwinnen en zo gebeurde het ook. Hij werd groot, groter, grootst en had alles wat zijn hartje begeerde. Maar na zoveel jaar keihard werken vroeg hij zich af of hij hier wel mee door wilde gaan. Het bracht hem niet meer waar hij zo naar zocht. Was dit wat hij altijd voor ogen had gehad toen hij dacht aan zijn glorieuze toekomst? Misschien was Cathy wel het enige wat hem nu nog echt blijdschap gaf en rust in zijn hoofd. De box had inmiddels bijna 15 jaar centraal gestaan in zijn leven maar Cathy had ruim de helft van die tijd aan zijn zijde gestaan. Voor Angelino was het dan ook duidelijk dat de box een rol moest spelen bij zijn huwelijksaanzoek, en mijmerend over hoe hij het aan ging pakken met zijn furieuze, bloedmooie vriendin, wist hij het opeens.

De volgende ochtend stond Angelino vroeg op. Het was bijna half tien dus hij had nog een uur voor Cathy voor zijn deur zou staan om samen naar Schiphol te gaan en aan een nieuwe periode in hun leven te beginnen. Hij voelde de vlinders in zijn buik en wist niet of het opwinding was of toch iets van angst. Het deed er niet toe; dit was de dag. Hij kleedde zich aan, trok zijn deur achter zich dicht en spurtte naar de bloemenzaak op de hoek van de Westerstraat om daar de mooiste roos te kopen die ze hadden. Vervolgens rende hij door naar de Bruna een paar panden verderop en kocht daar een romantische kaart. Hij wist precies wat hij erin ging zetten; in de acht jaar dat ze nu samen waren had Angelino intussen wel ontdekt waar hij een grote glimlach mee op het gezicht van zijn meisje kon krijgen.

Rond kwart over tien kwam hij thuis. Even viel hem op dat de mat voor de voordeur verschoven was, maar daar was hij vast zelf achter blijven hangen op weg naar buiten. Met het puntje van zijn tong tussen zijn lippen schreef hij de belangrijkste vraag van zijn leven in de kaart en vervolgens trok hij zijn kleding uit. Hij hield zijn slipje aan, pakte de kaart en legde die in zijn box, nam vervolgens de roos tussen zijn tanden, stapte over de rand van de box en vouwde zich op.

Van de drie boxen die hij thuis had staan, was dit de enige met een slot erop. Het slot, net als de scharnieren van de deksel, was verzonken en van platina; Angelino vond platina het prachtigste en meest edele materiaal dat er was en als letterlijk ‘sluitstuk’ van zijn trots, de doorzichtige plexiglas box, had hij de maker ervan gevraagd het slot van platina te maken. Het slot was zo gemaakt dat de deksel altijd in het slot valt – voor een stukje extra spanning tijdens zijn optredens. Ook nu zou de deksel in het slot vallen. In een ruimte van 45 x 45 x 45 cm zou hij wachten. Niet op zijn assistente, Veronica. Dit keer zou hij wachten op Cathy. Ze zou over een kwartier binnenkomen en hem bevrijden, letterlijk en figuurlijk, en hij zou haar vragen om voor altijd bij hem te blijven.

Zijn hart klopte in zijn keel toen hij rustig in de box ging zitten en de deksel naar beneden liet zakken. Hij wierp een blik in de gang en zag opnieuw de verschoven mat. Hij trok zijn wenkbrauwen even op, in zijn buik een knagend gevoel van bevreemding; de mat lag normaal gesproken nooit zo. Hij trok zijn blik weg en richtte zich op de krant, die een halve meter bij hem vandaan op tafel lag. In gedachten zag hij de koppen al voor zich: zondag 31 maart: Slangenmens Angelino Grootfaam zegt showbiz gedag en neemt toekomstige vrouw Cathy Shenstone mee naar geboorteland Suriname. Zouden ze hem missen hier in Nederland? Hoe zou het zijn agent en zijn choreografe vergaan? Zijn assistente, de visagiste, zijn styliste? Het deed er niet toe; zijn leven was van hem en hij had er genoeg van het te leiden zoals hij deed. Belangrijker nu was de vraag of Cathy wel ja zou zeggen.

Hoorde hij haar bij de voordeur? Hoe laat was het eigenlijk, het was toch al wel half elf? Ze was eigenlijk nooit te laat, een eigenschap die hij enorm waardeerde. Ze liet hem nooit wachten, gaf hem nooit het gevoel dat haar tijd belangrijker was dan die van hem, en hij vond dat mooi. Het getuigde van respect. Vandaag was het echter anders en dat verbaasde hem niet: ze zou hem laten zweten voor ze hem zomaar zou vergeven voor zijn misstap. Te laat komen was dan nog een milde manier om hem haar ongenoegen te laten zien. Hopelijk wachtte ze niet te lang, want langer dan een half uur hield hij het in deze box toch echt niet uit en met dat slot erop…

Angelino’s blik dwaalde door de kamer, al zag hij maar een klein gedeelte ervan door de positie waarin hij in de box zat opgevouwen. Hij was blij met zijn huis, met zijn design meubels, met de prachtige lamp boven de eettafel en met zijn enorme televisie. Opeens miste hij zijn oma enorm. Nooit had ze tegen hem kunnen zeggen hoe trots ze op hem was; ze was overleden nog voor hij zijn grote doorbraak had gehad. Momenten als deze, de grote momenten in zijn leven waarop er iets gebeurde wat veel zou veranderen, waren het moeilijkst. Dan zou hij haar graag bellen om te vertellen wat er gaande was en dan zou zij vertellen over de avontuurtjes die ze beleefde met de kwajongens in haar straat en de gesprekken die ze had met de buren. Hij vond het kleine leven dat zijn oma leidde prachtig. Het was overzichtelijk, warm en huiselijk, iets wat hij nu met Cathy ook hoopte te krijgen in Suriname.

Zijn gedachten gingen weer terug naar zijn vriendin; waar bleef ze toch? De klok wees inmiddels 10.39 uur aan en dit was nou niet het moment om hem al te lang te laten wachten: ze hadden een vlucht te halen en hij zat in een benarde positie waar ze hem uit moest bevrijden. Dat was het plan en zo moest het gaan.

Opnieuw keek Angelino naar de krant. Zijn oog viel op de bovenhoek en opeens voelde hij het bloed in zijn aders stromen en zijn hartslag versnellen. Zijn vingers werden koud, de haren in zijn nek gingen overeind staan. Hij staarde naar de hoek van de krant die voor hem op tafel lag en zag het klokje. Een zwart klokje met een lijntje naar de 3 en een lijntje naar de 4, met daartussen een pijltje. Erboven stond geschreven: “Zondag 30 maart gaat de zomertijd in. De klok gaat een uur vooruit.” Kippenvel trok over zijn hele lichaam terwijl hij de stukjes van de puzzel aan informatie die hij binnen kreeg, bij elkaar legde in zijn hoofd. Opeens wist Angelino waarom Cathy er nog niet was. Ze was helemaal niet te laat; ze was zelfs exact op tijd gekomen. Daarom lag de mat anders. Cathy was binnen gekomen, maar hij was er niet geweest. Hij was buiten geweest om de kaart en de roos voor haar te kopen terwijl zij hem was komen ophalen om samen een toekomst tegemoet te gaan. Ze had hem niet thuis aangetroffen.

Angelino staarde met open mond naar de krant en uitte een kreet van ontzetting. Hij voelde een onaangename tinteling als een langzaam opkomende koorts door zijn lichaam verspreiden en hij wist met meer zekerheid dan ooit tevoren: de rust die hij zo graag had gewild? Die rust zou hij krijgen….

Over de schrijver

Marlies

Niets zo leuk als wandelen. Als ik wandel, voel ik me op z'n fijnst: mijn lijf aan de slag, mijn hoofd in de ruststand. Maar wat ik ook heel leuk vind, is schrijven. En op deze blog komen die beide passies samen: schrijven over wandelen. Dat dat hier kan, is een groot cadeau. En dat jij meeleest, is een minstens zo groot cadeau. Dus welkom op deze blog! Laat me vooral weten wat je vindt! Oh, en we hebben ook een account op Polarsteps, Facebook en Instagram. Mocht je exact willen zien waar we uithangen, of meer foto's bekijken en minder geouwehoer lezen. Kan allemaal :)

No reacties