Na een autorit van 16 uur komen we aan bij onze vrienden Alex en Mathijs in de Morvan. We hebben zo lang door de regen, de mist en over kronkelweggetjes gereden, dat ik me, met een kop thee in mijn handen en mijn voetjes bijna ín de haard, een beetje zeeziek voel. Alsof de beweging van de auto nog nagolft in mijn lijf. Maar de hartige taart die Alex voor ons gebakken heeft doet wonderen en binnen een uurtje ben ik weer de koning. Ik geniet van het knisperen van het vuur en mijn lijf doet weer normaal. Het is wel even wennen: in Spanje was het gister nog 21 graden en liepen we in korte broek en hemdje, nu heb ik zes lagen aan en is het buiten -8! Maar de elektrische deken in mijn bed houdt me, samen met Pieter natuurlijk, lekker warm en ik slaap dan ook als een roosje.
IJshaar
De volgende dag staat een mooie wandeling op het programma. We gaan langs twee watermolens, lopen een stuk over de zogenaamde Euro-route en doorkruisen twee dalen waarvan in één een bevroren meer. Het bos staat er prachtig bij: de naaldbomen nog groen, veel loofbomen al kaal maar soms ook nog donker oranje, en de bevroren bodem knispert onder onze schoenen. Als we net op pad zijn, zien we iets bijzonders: uit kleine takjes komt er haarijs (ook wel ijshaar genoemd). Dit fenomeen kan ontstaan door schimmels in het hout die water door zeer kleine openingen in het hout naar buiten persen, waar het bevriest. We pakken een paar houtjes op en raken de haarachtige structuren aan; deze smelten direct. Het blijkt dat elke individuele ijshaar maar enkele honderdsten van een millimeter dik is. Zo cool!
Verzet in de Morvan
Als we kort daarna bovenaan een afslag staan te twijfelen en besluiten naar links te gaan, komen we tot Alex’ verrassing bij een huisje uit dat ze kent, maar waarvan ze niet bedacht had dat het dáár lag. Het huisje kent een bijzonder verhaal. In Savelot woonde ooit een boer met zijn zoon, toevalligerwijs in het huis waar Alex en Mathijs nu wonen. Toen de tweede wereldoorlog uitbrak, was de toen 18-jarige zoon bang om tewerkgesteld te worden door de Duitsers, dus hij vluchtte het bos in. Daar bouwde hij samen met zijn vader een klein huisje waar hij een lange, koude, donkere winter verbleef, uit het zicht van de Duitsers. Vrienden zochten hem op in het bos, en toen ontstond daar, in dat kleine huisje, een heuse verzetsbeweging. Ze staken een hooibalenfabriek in de fik zodat er geen eten was voor het vee dat door de Duitsers werd gestolen. Ze schoten vanuit de berm op de chauffeur van de Duitse tank toen die langskwam en doodden hem. De Duitsers lieten het echter niet over hun kant gaan, meenden dat het verzet vanuit Montsauche werd georganiseerd en zetten dat dorp in de fik. Slechts één huis overleefde de brand, en de mensen die daar woonden moesten vluchten. Hun dorpsgenoten waren – doordat hun huis als enige nog overeind stond – ervan overtuigd dat zij de verraders moesten zijn die deze ramp hadden veroorzaakt.
Het huisje in het bos staat er dus nog. Zelfs de kachel waarmee de zoon zichzelf warm hield staat nog in het huisje. Als je er voor staat, in alle rust en met een zonnestraal op je bol, kun je je niet voorstellen wat daar 70 jaar geleden allemaal is bekokstoofd en gebeurd…
Dan pakken we een stukje van die Euro-route. Toen de Balkanlanden nog geen onderdeel uitmaakten van de EU, jaren geleden, lag hier in de Morvan het absolute, fysieke middelpunt van de Europese Unie. Door deelname van nieuwe landen is dat middelpunt naar het oosten verschoven, maar toen de EU net bestond was dat dus hier, waar wij nu lopen. Ze hebben er een route van 3.6 kilometer omheen gelegd, waarvan de bewegwijzering bestaat uit, je raadt het al, Euro-tekens! Zo leuk.
Als we bij het bevroren meer aankomen, check ik even of het ijs dik genoeg is om op te lopen, maar dat lijkt niet het geval. Ik waag het er in ieder geval niet op! En met mij niemand anders, want op het hele meer is niemand te bekennen. Alex vertelt ons dat Fransen niet schaatsen. Nooit, nergens niet. Zit niet in hun bloed, om daar plezier uit te halen. Hoe anders is dat in Nederland, waar we de ijzers al onderbinden als het ijs ons met gemak een nat pak kan opleveren. Live dangerously!
Aan het eind van de wandeling begint het al te schemeren en zijn onze wangen vuurrood. Als we onszelf verwarmen bij het houtvuur in Alex’ keuken, tintelen onze vingers. We hebben 14 km gewandeld, zijn winters rozig en voelen ons heerlijk. Alex kookt een verrukkelijke maaltijd voor ons en daarna trekken we ons terug in de gîte (supertoffe gîte op een geweldige plek, kun je boeken via de link), waar blijkt dat een mooi vuur stoken ook nog wel een wetenschap is en vooral veel oefening vergt. Helemaal niet erg; de elektrische deken in bed doet straks zijn werk wel weer. Het was een heerlijke dag!
No reacties