Poeplapje

0

Collega’s wezen me er een tijd terug op (nu zijn we FIRE, maar ik heb tot september 2021 bij de reclassering gewerkt): ik heb een handigheidje waarbij ik elk gesprek uiteindelijk, vroeg of laat, over poep of plas laat gaan. Het is een gave, ik weet het. Het dieptepunt van dit grote en evenzo bruikbare talent kwam enkele maanden geleden toen we in ons dagelijkse zoom-ochtendoverleg zaten, de dag en de komende week met elkaar doorspraken en onze manager ons allemaal vroeg hoe het ging. Ik vertelde heel eerlijk dat het best goed met me ging, maar dat ik al vijf dagen niet naar de WC geweest was en dat me dat toch wel lichtelijk zorgen baarde. Mijn collega’s hielden hun gezichten allemaal strak in de plooi, maar bij twee van hen zag ik de camera uitgaan dus hen verdenk ik er wel van in proesten zijn uitgebarsten, de lachbui vervolgens te hebben uitgezeten om daarna met een strak gezicht en mm-knikkend weer deel te nemen aan het gesprek.

Wat ik er verder aan moet doen, en óf ik er wat aan moet doen, laat ik aan u, mijn lezer over, want ja, ook vandaag zal ik het hebben over poep. Plas laat ik vandaag buitenwege, anders overweldig ik u zo. Ik laat u eerst even wennen, en als dat gebeurd is, dan de beuk erin. Dat heeft u dus nog van me tegoed.

Het geval wil dat als je heel veel wandelt zoals Pieter en ik doen, je veel van je behoeften noodgedwongen buitenshuis doet. Ik ben nu eenmaal niet zo’n mens dat opstaat, meteen naar de WC gaat en het er voor de rest van de dag op heeft zitten. Bij mij zit er ritme noch regelmaat in dus het is altijd afwachten wat er wanneer gebeurt. Best spannend, en zo heb ik het graag.

Maar wat je dan wel zou verwachten, is dat ik me er als wandelfanaat dusdanig op voorbereid dat het me nooit verrast. Mis.

Eergister gingen Pieter en ik naar de bioscoop in Amsterdam, bij Studio-K (naar de film Encore, bijzonder aan te raden. Wat een dans!). Is ongeveer 13 km wandelen vanaf het huis van mijn zus in Weesp, waar we op dit moment op de katten passen. Drie uurtjes dus. In de ochtend was ik naar de WC geweest dus ik was veilig voor de rest van de dag. Een zware rugzak zagen we even niet zitten – we zitten druk in de training voor onze wandelvakantie in Engeland over twee weken dus wandelen zoveel mogelijk met volle bepakking – dus we gingen met onze dagrugzakken op pad. Water, mueslireep, lunch, zonnebril en portemonnee, dat was zo’n beetje de inhoud van mijn rugzak.

Na zo’n zeven kilometer, we liepen door het prachtige Diemerbos, voelde ik dat mijn ochtendresultaat niet het enige kunststuk was dat ik zou gaan afleveren vandaag. Ik kon me nergens meer op concentreren, liep alleen maar de omgeving af te zoeken naar geschikte plekjes om me terug te trekken, en realiseerde me toen tot mijn schrik dat ik geen toiletpapier bij me had. Geen zakdoekjes, niets. Ik deed mijn rugzak af en graaide in paniek door hoofd- en voorvak, en vroeg Pieter hetzelfde te doen bij de zijne. Niets.

“Kun je iets doen met blaadjes?”, vroeg Pieter me. Ja welke dan? Krijg je daar geen ziektes van? En zodadelijk zitten er per ongeluk stekeltjes of brandnetel-achtige blaadjes bij, nee dank je wel. Het wordt terugduwen en hopen dat ik het hou tot de bioscoop.

Na nog zo’n 300 meter wandelen werd het me duidelijk: ik moest met de billen bloot. Letterlijk. Zonder papier. Ik keek nog één keer in mijn rugzak, en toen ontdekte ik hem: mijn oorlapje. Ik ben zo’n sukkel die hoofdpijn krijgt van wind langs mijn oren, dus ik heb altijd en overal een buffje bij me, zo’n lapje dat je op zestien verschillende manieren om je hoofd kunt binden, de ene manier nog modieuzer dan de andere. Aan mij is dat allemaal niet besteed, ik gebruik het gewoon als oorlapje. En ik had er dus één in mijn tas.

Ik ben het struweel ingedoken, heb iets in elkaar gedraaid waar ik trots op was, en was nimmer dankbaarder voor mijn buffje dan nu. Maar wat dan te doen, met zo’n poeplapje? Ik besloot het achter te laten – met een stukje stof met poep eraan in de bioscoop gaan zitten gaat me dan toch echt te ver – en er later voor terug te komen. Zo gezegd zo gedaan. De film was fantastisch, het weer daarna nog steeds geweldig, en een uur of zeven later waren we weer in het Diemerbos en gingen Pieter en ik op zoek naar mijn creatie van die ochtend, en naar mijn poeplapje.

We vonden hem.

Tussen twee vingers heb ik hem opgeraapt en in een plastic zakje gestopt dat we intussen bij de Albert Heijn op de kop hadden getikt (mental note: altijd een WC-rol meenemen, en altijd enkele plastic zakjes), en blij en gelukkig ben ik ermee naar huis gegaan. Hup in de wasmachine en weer klaar voor gebruik. Als oorlapje dan, niet als poeplapje. Dat hopelijk nooit weer.


Over de schrijver

Marlies

Niets zo leuk als wandelen. Als ik wandel, voel ik me op z'n fijnst: mijn lijf aan de slag, mijn hoofd in de ruststand. Maar wat ik ook heel leuk vind, is schrijven. En op deze blog komen die beide passies samen: schrijven over wandelen. Dat dat hier kan, is een groot cadeau. En dat jij meeleest, is een minstens zo groot cadeau. Dus welkom op deze blog! Laat me vooral weten wat je vindt! Oh, en we hebben ook een account op Polarsteps, Facebook en Instagram. Mocht je exact willen zien waar we uithangen, of meer foto's bekijken en minder geouwehoer lezen. Kan allemaal :)

No reacties