Dag 11 Guillena – Castilblanco de los Arroyos, 20km

0

Sinds gister wandelen we op de Via de la Plata, de Zilverroute. Veel mensen denken dat hij zo heet omdat de Romeinen vroeger zilver over deze route van Zuid- naar Noord-Spanje vervoerden, maar dat blijkt een misverstand. De route heet Via de la Plata vanwege het Arabische woord ‘Al-balat’ wat ‘geplaveide bestrating’ betekent en wat de weg beschrijft zoals de Romeinen hem ontworpen hebben. Geinig toch? Heeft niets met zilver te maken dus. Het is zowel de langste camino die je in Spanje kunt lopen (1000 kilometer lang), als degene die over de oudste paden loopt. Die gaan soms al tweeduizend jaar terug!

Vanaf Sevilla loop je de Sierra de Aracena door, een gebied dat gekenmerkt wordt door olijfbomen, sinaasappelbomen en verder naar het noorden kurkbomen. En dat merken we! Vandaag is de route twintig kilometer lang door olijfgaarden. Kilometers en kilometers aan olijfbomen. Sommige oud en knoestig, sommige zo jong dat de minuscule stammetjes beschermd worden door wit folie. Als je erlangs loopt, lijkt het net of je naar een Amerikaanse militaire begraafplaats kijkt: rijen en rijen aan witte folietjes.

Ook begint het voor het eerst echt te glooien. We klimmen nog niet veel, driehonderdvijftig meter, maar vergeleken met het platte dat we sinds ons vertrek hebben gezien, is het even wennen. Het landschap is prachtig. Breed zandpad, aan weerszijden bomen, olijfbomen, kurkbomen, steeneiken, dan opeens een glooiend grasveld met af en toe een knoestige reus, en opnieuw heel veel vogeltjes. Pieter ziet me de halve dag niet omdat ik continu stilsta met mijn telefoon hoog in de lucht, kijkend of de app oppikt wat we om ons heen aan muziek horen. Het is tof: de ene keer hoor ik een kneu, een sijs en een witte kwikstaart, en dan loop ik honderd meter verder en is het een zwartkop, een roodborstje en een groenling die mijn oren beroeren. Op een onbewaakt moment loopt er verderop op het pad iets wat lijkt op een bruine marter, maar het verdwijnt zo snel in de bosjes dat we niet zeker weten wat we zagen.

Nog maar 927 kilometer! 🙂

De zon schijnt onbarmhartig in onze nek en op onze kuiten, dus na elke pauze smeren we dat het een lieve lust is. Blij dat we om drie uur bij ons hostel zijn. En hoezee: er zijn twee mede-pelgrims! We maken kennis met wijnmaker Enrico uit Italië, en Karin uit Oostenrijk. Enrico heeft als wijnboer overal ter wereld gewerkt en spreekt alle talen. Moeiteloos springt hij van vloeiend Duits over naar accentloos Spaans, om ons vervolgens in het Engels te woord te staan. Cool! Karin is een one trick pony: toen we haar aangaven dat we Nederlands zijn en Engels spreken, begon ze gewoon in het Duits tegen ons te kletsen. Die spreekt niets over de grens, blijkbaar. Boeit ook niet. Ze is vriendelijk en vrolijk.

Over morgen blijken we ons alle vier een beetje zorgen te maken: eerst zestien kilometer over asfalt, daarna nog veertien kilometer door een natuurpark. Karin heeft het slim aangepakt: die heeft vanochtend die zestien kilometer gedaan, toen een taxi teruggepakt, en morgen laat ze zich met de taxi zestien kilometer verderop brengen, zodat ze in de ochtend fris en fruitig aan die veertien kilometer begint. Die schijnt prachtig te zijn, dus die wil ze niet afleggen terwijl ze al afgepeigerd is en oververhit. Enrico loopt maar een week, dus die vindt dat hij een shortcut niet verdient. Wel staat hij vroeg op en begint hij al voor de zon op is met de route. Hij loopt hard, 5.5 km per uur, pauzeert niet, en denkt dan rond 13.00 uur aan te komen. Wij doen het weer anders: normale tijd op, rustig aan over het asfalt, en dan tranquilo door dat natuurpark. Als wij om 16.00 uur binnen zijn, ben ik blij. En zo niet, dan is het ook goed. We gaan vast alle vier enorm genieten, ieder op onze eigen manier

Slapen: bij La Posada de Escardiel, voor €17 per persoon, inclusief ontbijt. Wordt gerund door een heel lieve familie, voorzieningen zijn top. Omdat we met zo weinig zijn, hebben Piet en ik voor die €34 een privékamer. Hoezee voor een rustige camino!

Over de schrijver

Marlies

Niets zo leuk als wandelen. Als ik wandel, voel ik me op z'n fijnst: mijn lijf aan de slag, mijn hoofd in de ruststand. Maar wat ik ook heel leuk vind, is schrijven. En op deze blog komen die beide passies samen: schrijven over wandelen. Dat dat hier kan, is een groot cadeau. En dat jij meeleest, is een minstens zo groot cadeau. Dus welkom op deze blog! Laat me vooral weten wat je vindt! Oh, en we hebben ook een account op Polarsteps, Facebook en Instagram. Mocht je exact willen zien waar we uithangen, of meer foto's bekijken en minder geouwehoer lezen. Kan allemaal :)

No reacties