Dag 134 Camino de Santiago: San Vicente de la Barquera – Vidiago, 28km

0

We zijn enorm trots op onszelf als we om 19.00 uur het dorp binnen wandelen om ergens een avondmaaltijd te scoren. Die tijden hier in Spanje, we kunnen er maar niet aan wennen. Als je om 17.00 uur met schreeuwende geeuwhonger aankomt, wil je eigenlijk meteen eten. Niet eerst nog drie uur wachten. Maar goed, zeven uur dus. We stappen een restaurantje binnen waar ze een leuk menú del día hebben en vragen of we in het restaurantdeel mogen gaan zitten. Nee. Pas om acht uur. Da’s nog een uur wachten! We overleggen even maar weten eigenlijk dat het overal hetzelfde is. ‘Prima, we beginnen met een biertje en om acht uur eten we graag een hapje’, zeg ik tegen de ober. Er is iets vreemds aan deze man. Hij heeft een wondje onder zijn neusgat en zit daar met een wit papieren zakdoekje tegenaan te duwen. Maar als hij iets moet doen, een biertje tappen bijvoorbeeld, duwt hij het papieren zakdoekje half in zijn neus en doet zijn ding. Het zakdoekje wappert dan, met bloedvlekken en al, onder zijn neus. Het is een beetje apart, en eigenlijk niet bijzonder smakelijk. Maar goed.

Als het acht uur is mogen we eindelijk bestellen. We gaan voor twee dorades van de gril en een bord gegrilde groenten om te delen. Mogen we daar een flesje huiswijn bij? ‘Nee, dat kan echt niet’, zegt de ober met het wapperende stukje zakdoek uit zijn neus. ‘Bij een dorade hoort een steviger wijn. We hebben een mooie, rijke Rioja.’ Ja, gekke Henkie, die grap kennen we nog van Portugal, waar een ober het hele menu voor ons bepaalde, daar trappen we niet meer in. ‘Wat is de prijs van de één, en wat van de ander?’ vraag ik als een echte Hollander. ‘Ja, die Rioja kost 18 euro en die huiswijn 5 euro voor een fles. Maar dat moet je echt niet doen, je eet dorade!’ Intussen kan ik alleen maar naar dat bloederige wapperende zakdoekje uit zijn neus kijken. ‘Laat ons beide maar eens even proeven dan,’ stelt mijn slimme man voor. Goed idee! Ik geef direct de voorkeur aan de Rioja, Pieter vindt de huiswijn lekkerder. Ik heb medelijden met Zakdoekje dus we gaan voor de Rioja. Hij blij, wij ook blij.

De dorade is heerlijk, de gegrilde groenten ook, en de wijn past er perfect bij. We geven Zakdoekje een compliment als we afrekenen; dat had hij goed bedacht! Ook slapen we ontzettend lekker in ons pensión, waar de bedden precies goed zijn en er niet eens een ronfleur is om ons uit onze slaap te houden. San Vicente de la Barquera gaat de boeken in als een fijn dorpje!

Vanochtend gaat de wekker om half acht. Niet eens zo ontzettend vroeg maar Piet en ik hebben enorme moeite uit bed te komen. Als we ons er dan toch uitgesleept hebben en om acht uur naar het café lopen dat de ontvangst van dit pension regelt, lopen Thomas en zijn moeder Sylvia voor ons uit de trap af. Thomas en Sylvia komen uit Oostenrijk en lopen samen drie weken de camino. Hij spreekt perfect Spaans en aardig Engels, zij lijkt geen woord over de grens te spreken. We hebben hen ontmoet in Caborredondo, in het hostel waar die snurker ons wakker hield. We weten vrij zeker dat het Thomas of Sylvia niet was, dus we gaan gezellig samen ontbijten. Na een klein uurtje zijn de buikies rond en gaan we op pad. Thomas moet nog even naar de WC dus zij blijven achter. We stappen naar buiten, en weten niet wat we zien. Gisteren was dit dorp in grijze wolken en ongezelligheid gehuld, maar nu zien we pas hoe prachtig het hier ligt. Aan een rivier die in zee uitmondt, met een pracht van een brug, een kasteel bovenop een heuvel en een kerk nog een tikkie hoger, en daarachter de Picos de Europa! Die hadden we nog helemaal niet gezien, maar die zijn heel dichtbij. Wat is het hier ontzettend mooi.

Dit is de foto die Pieter neemt

terwijl ik van hem deze foto neem 🙂

We gaan op stap. Het eerste deel skippen we de officiële camino want als we die zouden nemen zou onze dag 32 kilometer lang worden en dat is ons iets te gortig. We snijden dus zo’n vier kilometer af door de N-weg te nemen (het is hoe dan ook asfalt, ook als we de officiële camino zouden doen) en later de camino weer op te pakken. Het blijkt een bijzonder goede keuze. Doordat de weg hoog loopt, hebben we prachtig uitzicht op die Picos. De officiële weg, links van ons in het dal, ligt te laag om een mooie blik op de bergen te kunnen werpen. Wat een mazzel weer!

Zo lopen we langs de grote weg, maar wel met dit uitzicht! De Picos!

In de loop van de dag komen we weer op de camino, nemen we soms zelfs een grindpaadje onder viaducten door of langs de snelweg, en op het laatst, zo’n zeven kilometer voor onze eindbestemming, besluiten we onze eigen theorie in de wind te slaan.

Onder een viaduct door over een grindpaadje

In plaats van Organic Maps te volgen en zo een beetje af te snijden, volgen we de officiële weg via de duinen. We hebben het idee dat we anders toch té mooie dingen missen. Opnieuw petje af voor deze beslissing, mensen! Check it out:

   

Zo rusten we even uit, op deze plek en met deze kustlijn. Waanzinnig…

We zijn heel erg blij dat we besloten tegen ons instinct in te gaan om de omweg via de kust te nemen, want dit was dubbel en dwars de moeite – en de extra kilometers – waard. Maar gek genoeg zijn daarna de laatste vijf kilometer ontzettend zwaar. Mijn knie speelt opeens weer op – weken geen last van gehad maar vandaag opeens wel weer – en onze voeten branden. Het laatste deel gaat ook gewoon weer over het vluchtstrookje van een 80-km weg en dat haalt toch een beetje de goede zin weg. Maar dan komen we aan in Vidiago waar we een bed geboekt hebben in een slaapzaal, en blijkt prompt de hele toko leeg. Er is hier niemand anders! Dus we hebben met zijn twee een kamer aan de tuinzijde met zeven bedden, en we mogen gebruik maken van maar liefst twee badkamers. We douchen dus gezellig tegelijkertijd, hebben zeeën van ruimte om onze was op te hangen, en we krijgen straks voor 12 euro een heerlijk pelgrimsmenu met zeevruchtensoep en een lekker stukje kip met patat. Geweldig! Wel pas om half acht, maar kniesoor. Met die chocola met after eight smaak redden we dat heus. Komt goed.

Slapen: in El Paserón de Vidiago. Een pelgrimsherberg waar je voor 20 euro pp slaapt. Diner is 12 euro voor een menu, ontbijt is 3,50. Heel lieve mensen, schoon, en we hebben de mazzel dat er verder niemand is.  

Over de schrijver

Marlies

Niets zo leuk als wandelen. Als ik wandel, voel ik me op z'n fijnst: mijn lijf aan de slag, mijn hoofd in de ruststand. Maar wat ik ook heel leuk vind, is schrijven. En op deze blog komen die beide passies samen: schrijven over wandelen. Dat dat hier kan, is een groot cadeau. En dat jij meeleest, is een minstens zo groot cadeau. Dus welkom op deze blog! Laat me vooral weten wat je vindt! Oh, en we hebben ook een account op Polarsteps, Facebook en Instagram. Mocht je exact willen zien waar we uithangen, of meer foto's bekijken en minder geouwehoer lezen. Kan allemaal :)

No reacties