Dag 167 Camino Portugues: La Guarda – Carreço, 25km

0

De dag hangt van mazzel aan elkaar. Het begint al als we net La Guarda uit zijn en door een woonwijk afzakken naar de rivier Rio Miño. Deze moeten we over – waarbij we halverwege ook nog eens de grens met Portugal zullen oversteken – en we zien op ons kaartje niet goed of er nou een brug loopt of niet. Zodra we de plek van de oversteek in de smiezen hebben, weten we: hier is géén brug. Wel is er een klein wit bootje, dat net wegvaart als wij aankomen. ‘Shit’, zegt Pieter, ‘volgens mij is dat ons pontje.’ We zien niet goed waar er een steiger is en lopen dus een beetje te dralen, als we opeens ‘TOET TOET!’ horen. Waar komt dat nou weer vandaan? Is het dat busje daar, dat stilstaat op de parkeerplaats? Waarom toetert die? Dan zie ik opeens dat het witte bootje is stil komen te liggen en dan langzaam onze kant uit beweegt. Het pontje komt terug, speciaal voor ons! ‘Die toeter kwam van het pontje, Piet. We moeten rennen!’

We rennen naar de steiger waar het pontje inmiddels alweer bijna aanmeert, en we stappen aan boord. We bedanken de schipper uitgebreid en kunnen ons geluk niet op als hij ons vertelt dat hij maar eens per uur deze oversteek maakt. Superfijn dat hij ons spotte en voor ons wilde omdraaien. Mazzel nummer 1.

Als we vanmorgen starten, is de lucht prachtig al is het mistig

Daar ligt Portugal!

Het tochtje naar de overkant is fijn; tien minuutjes is eigenlijk te kort. We stappen van boord, laveren tussen wachtende pelgrims door die juist naar Spanje willen, en dan moet ik plassen. Maar ja. Er is hier niets dan parkeerplaats, stoep en weg. Geen struikjes om even achter te duiken. Dan zie ik een Pingo Doce, een supermarkt. Ik weet nog van onze wandeling in februari dat die vaak een aparte bakkerij hebben met soms een tearoom erbij -plus wc – maar dit oogt als een klein supermarktje. Ik ga het toch proberen. Ik stap naar binnen, vraag aan de caissière of er een wc is, en ze wijst naar een smal gangetje. Ze hebben hier toiletten! Kom daar bij de gemiddelde Albert Heijn maar eens om. Mazzel nummer 2.

Dat je in Portugal bent, zie je als eerste aan die mooie tegeltjes op de huizen

Opgelucht en blij beginnen we aan onze wandeling onder de Portugese zon. We wandelen langs de oever van de Rio Miño over betonplaten en steken dan een eucalyptus- en dennenbos in. Het pad dat erdoorheen loopt is kaars- maar dan ook kaarsrecht. Daarna botsen we tegen een bungalowpark aan, slaan we rechtsaf en daar is de zee. We volgen houten boardwalks, ordinaire stoepen en paden van betonplaten, en dan komen we bij een punt dat Organic Maps niet herkent: een enorme brug over de Rio Ancora. We gaan de brug over. Nog steeds wil Organic Maps ons helemaal om dit duingebied heen leiden, maar dat gaan we dus even niet doen. De brug komt uit op een vlonderpad dat we volgen. Net als we denken de app te slim af te zijn en een pad te hebben gevonden dat volgens hem niet bestaat, houdt het vlonderpad op en staan we voor mul zand. Chips. Terug, of ploeteren? We stappen van de vlonder af en beginnen te ploeteren. Er is gelukkig aardig wat vegetatie waaromheen het zand wat minder mul is, maar lekker doorwandelen is er niet bij. Dan zie ik links van me, een stuk hoger, opeens een rugzak voorbij deinen. Een pelgrim! ‘Ik denk maar zo dat daar het officiële pad is, Piet.’ We buigen snel links af, klimmen een beetje en klauteren vervolgens over een touw. We zijn er! Het is wel een geluk dat ik die pelgrim zag lopen, want anders hadden we honderden meters doorgeklauwd door dat zand. Mazzel nummer 3!

Hier houdt het vlonderpad op…

en moeten we ploeteren door het mulle zand

Maar gelukkig zitten we al snel weer goed

Na een half uur nemen we pauze op een betonnen bankje naast een parkeerplaats langs het strand. Het is 13.10 uur. ‘Wat zijn we snel vandaag’, zeg ik tegen Pieter, ’terwijl we er mentaal zo’n moeite mee hebben. Dat is apart.’ We hebben allebei vandaag een beetje een pittige dag – is vaak zo na een rustdag, dan moeten we er weer even in komen – en ik ben dan ook verbaasd dat we nu al zoveel gelopen hebben. ‘Eigenlijk kan het niet’, mijmer ik dan, terwijl ik over de tijd en het aantal kilometers nadenk. ‘We begonnen vanochtend om 8.10, het is nu precies vijf uur later, we hebben 20 kilometer gedaan en dit is onze derde pauze. Zo snel hebben we nog nooit gewandeld.’ Pieter kijkt me aan en haalt zijn schouders op. ‘Enige wat ik weet, is dat ik het zwaar heb. Kan niet wachten op dat tukkie straks, als we aangekomen zijn.’ We eten onze boterham met kaas, en dan kijkt Pieter op zijn horloge. ‘Nee, dat klopt niet hoor, wat jij zegt. We zijn al zes uur onderweg, geen vijf. Kijk maar, het is 14.10 uur.’

Ik pak zijn arm, bekijk zijn horloge en dan opeens daagt het me. ‘Portugal heeft met Spanje een uur tijdsverschil!’ We beginnen keihard te lachen. ‘Ik denk al, hoe kunnen we nou zo snel zijn?!’ gier ik. ‘Maar dat zijn we dus ook niet. Het is hier een uur vroeger!’ Gelukkig, dan klopt de wereld weer. Pieter zet zijn horloge goed, ik check het met onze iphones en nu is het weer gewoon overal 13.10 uur. Mooi.

Als we ons brood met kaas achter de kiezen hebben, lonk ik zijwaarts naar de douches die hier staan. Die zijn bedoeld voor strandgangers die hun voeten zandvrij willen maken voor ze hun schoenen weer aantrekken, maar mijn water is op en ik overweeg mijn waterzak even te vullen met het water uit deze douches. Maar is dit wel drinkwater? Hoe kom ik daar achter? Ik google op drinkwater Portugal maar vind daar alleen maar dat Portugees water dan misschien wel niet zo lekker is, maar wel gewoon drinkbaar. Dat wist ik al. Ik besluit Hugo te bellen, de host van onze accommodatie van straks, van wie ik weet dat hij goed Engels spreekt. Ik leg hem de situatie uit en hij is stellig: ‘I would not drink it.’ Got it. Dat is een no-go dus. Nou ja, het is nog vijf kilometer, dat overleef ik ook wel zonder water.

We lopen over het betonpad ook nog door een kudde schapen

We wandelen verder, en na twintig minuten passeren we een grote parkeerplaats waarop een aantal campers staan, en in de verte zie ik een terras. Als ik erheen loop in de hoop er mijn water te kunnen bijvullen, passeer ik een camper met een Nederlands kenteken. Ernaast zit een stel op een klapstoel en een klein tafeltje in hun midden. Brood, boter en oude Goudse kaas op tafel. ‘Eet smakelijk!’ roep ik in het voorbij gaan. De man van het stel roept me terug. ‘Hoe gaat het vandaag?’ Ik loop naar hen toe, Pieter volgt, en we raken in gesprek met deze Mirjam en Wil uit Nijmegen. ‘Wil je wat water van ons?’ vraagt Wil aan mij als ik aangeef water bij het terras te willen halen. ‘Nee joh’, protesteer ik, maar Wil wil er niets van weten. Hij gaat de enorme camper in, komt terug met een tweeliterfles en geeft die aan ons. Wat lief! We kletsen nog wat langer over camping life, over hun trip hiernaartoe, over wielrennen en hoe mooi je dat kan doen in Jávea, en over onze camino. Superleuke mensen! Na een half uur moeten we maar weer eens verder. We bedanken voor het water en zwaaien hen gedag. Misschien had ik ook water gevonden bij het terras, maar ik reken deze leuke ontmoeting toch als mazzel nummer 4.

Een uur later zijn we in Carreço, een klein dorpje tegen een heuvel aangeplakt. Het lijkt ver van zee te liggen, er loopt zelfs een weg en een spoor tussen, maar toch horen we de zee zachtjes ruisen vanuit ons gloednieuwe, superfijne bungalowtje. Er lopen hier paarden en schapen door de tuin, een volle vijgenboom staat pal achter ons huisje, en de boel is – hoe is het mogelijk? – completo. Er kunnen hier 38 mensen terecht, en blijkbaar verblijven hier 38 mensen. Het ligt niet eens aan de camino! Op zulke momenten ben ik weer blij dat ik altijd alles van tevoren reserveer, zelfs nu nog, en dat reken ik vandaag gewoon als mazzel nummer 5!

Slapen: Casa da Sardão in Carreço. Je kunt hier in een slaapzaal slapen voor 14 euro, maar wij liggen in een eigen bungalow voor 50 euro. Een restaurant even verderop regelt take-away als je dat wilt, en je kunt hier koken. Een heel bijzondere plek!

Over de schrijver

Marlies

Niets zo leuk als wandelen. Als ik wandel, voel ik me op z'n fijnst: mijn lijf aan de slag, mijn hoofd in de ruststand. Maar wat ik ook heel leuk vind, is schrijven. En op deze blog komen die beide passies samen: schrijven over wandelen. Dat dat hier kan, is een groot cadeau. En dat jij meeleest, is een minstens zo groot cadeau. Dus welkom op deze blog! Laat me vooral weten wat je vindt! Oh, en we hebben ook een account op Polarsteps, Facebook en Instagram. Mocht je exact willen zien waar we uithangen, of meer foto's bekijken en minder geouwehoer lezen. Kan allemaal :)

No reacties