Naar Engeland met de ferry

0

Het is alweer even geleden, maar onlangs hadden we weer een first. We gingen met de ferry naar Engeland! Om daar in Leeds een concert bij te wonen van de band die ons hart heeft gestolen: Elbow. Tickets geboekt, bustransfer geregeld van Hull naar Leeds, hotel gereserveerd, kaartjes voor het concert. Alles in een mappie. Mijn schoonmoeder was trots op de orde in mijn normaal gesproken chaotische benadering van dit soort weekendjes.

Blij en opgetogen reden we richting Rotterdam. We parkeerden de auto pal naast de pont en gingen aan boord. Geen rijen, geen tassencontroles (verbaasde ons zeer), wel even paspoort laten zien aan ik geloof zevenentwintig mensen maar dat deed geen pijn, en toen stonden we op dek 8. Vijf verschillende mensen wezen ons de weg naar onze hut – nadat ons eerst een upgrade aangeboden was voor een hut met een raampje, maar daar doen deze zunigerds natuurlijk niet aan mee – en toen kwamen we in onze hut. Hut-JE. Twee bij één meter denk ik. Mega-praktisch ingericht, kraakschoon en übercomfortabel. Maar wel klein. We lieten onze tassen er achter en togen linea recta naar het sundeck om vanaf daar het Rotterdamse havengebied te aanschouwen. Daarna was het met biertje en boek achter het raampje, om zachtjes de zee onder ons langs te zien glijden. Van een mooie zonsondergang bleven we helaas verstoken, die dachten we er gewoon bij.

Na een aardig doorwaakte nacht, ondanks het aangename brommen van de motor diep onder ons in de buik van de boot, kwamen we aan in Hull. Met de andere voetgangers gingen we naar de parkeerplaats, waar om 8.30 uur onze bus zou vertrekken richting Leeds. Er stond een busje klaar voor York. Verder niets. Geen andere busjes. Geen taxi’s. We besloten binnen even te vragen waar onze bus naar Leeds voor ons zou klaarstaan.

‘Bus to Leeds?’

Verbazing alom.

‘Yes. Look, we booked it weeks ago.’ Ik liet haar ons reserveringsbewijs zien. Ze nam het van me over en ging ruggespraak halen bij een collega. Die kwam erbij staan.

‘There is no busservice to Leeds from here.’

‘Are you sure?’

‘Positive. Never heard of it.’

Net op dat moment kwam de chauffeur van het busje naar York naast ons staan. Die kwam vragen of iemand die niet gereserveerd had, toch bij hem in de bus mocht. De vrouwen keken van hem naar ons.

‘Would you guys like to go to York instead, and take the train to Leeds there?’

Alles prima prachtig, als we maar in Leeds kwamen uiteindelijk. Hoe maakte ons niet uit, hoe lang het duurde ook niet.

Geregeld. Wij mochten mee in het busje naar York en konden vanaf daar met de trein naar Leeds. York blies ons van onze sokken. ‘Waarom hebben we hier geen hotel geboekt?!’ riep Pieter verbolgen uit.

‘Omdat het concert in Leeds is!’ riep ik verbolgen terug.

We keken vanaf een afstandje naar de stad die er aan de andere kant van de rivier zo prachtig, parmantig en charmant bij lag en besloten ernaartoe te gaan zodra we konden. Morgen. Nu eerst naar Leeds, inchecken, bagage droppen en Leeds ontdekken.

Daar kan ik kort over zijn: aan Leeds valt nauwelijks iets te ontdekken. Gebouwen als kolossen, straten groot en breed, weinig groen, geen parken. De stad gaf ons geen warm, fuzzy feeling. We maakten er maar het beste van. Bekeken de etalages van de vele horlogewinkels en juweliers, pasten her en der wat kleding en lieten ons met de meute meeleiden naar het uitgaansgebied waar we een tafeltje scoorden op een terras. Heel flanerend Leeds liep voor ons langs. Lijven die in strak, kort en sexy gewurmd waren, opgespoten lippen, wapperende extensions, de mannen er als lompe boeren naast. We keken onze ogen uit. Hadden commentaar op alles en iedereen die langsliep. Het verdiende geen schoonheidsprijs, ons gedrag, dat moet gezegd, maar genieten was het wel.

De volgende dag bezochten we York. Wat een heerlijkheid! Schots en scheve pandjes, oude kroegen met zware balken en uitgesleten trappen naar wc’s in de kelder waar je met gebogen rug je handen staat te wassen in de hoop er zonder bulten op je hoofd weer uit te komen, vakwerkhuisjes, een promenade langs de rivier, ijscokarretjes en eendjes in een loom park. Alles aan deze stad klopte. Zuchtend van genot liepen we er rond, de dag was veel te kort. Om zeven uur moesten we weer in Leeds zijn voor het concert, en de dag was al een tikje korter geworden doordat we op weg naar York in de verkeerde trein waren gaan zitten. Ach ja.

Op een stationnetje in god mag weten waar wachten op de trein terug naar Leeds, nadat we per ongeluk in de trein naar Doncaster waren gestapt in plaats van in de trein naar York…

Bij de grote First Direct Arena in Leeds aangekomen, wisten we niet wat we hoorden toen een meneer buiten ons sommeerde onze tas naar het hotel te brengen. Pardon?! Geen garderobe? In een muziekzaal met een capaciteit van 13.000 mensen kan er geen jas worden opgehangen? Geen tas worden opgeborgen? De man was onverbiddelijk: onze rugzak kwam er niet in. Hij wees naar de Premier Inn aan de overkant van het plein. Probeer het daar maar; als ze in een goede bui zijn, mag je misschien je tas er achterlaten. We gingen naar het Premier Inn en vroegen aan de dame aan de balie of onze tas er gedurende het concert mocht liggen. Ja hoor, maar dan moest er wel vijf pond in de goededoelenpot. Geen enkel probleem, konden we die vijf pond bij haar pinnen? Nee, kon niet. Pinnen kon bij de supermarkt even verderop. Wij naar de supermarkt. Pinnen kon vanaf een bedrag van 20 euro. Kostte 2,95 euro om te doen. Tuurlijk! We kochten een colaatje om die twintig pond kapot te slaan en met een briefje van vijf pond in onze hand gingen we terug naar het hotel. Tas achtergelaten, vijf euro voor zwerfhonden in de pot en opnieuw naar de Arena. We konden er niet bij: wat deden deze mensen dan in de winter, als iedereen met jassen aan binnen kwam? Hele avond je jas vasthouden? Gekke Engelsen…

Het concert was in één woord geweldig. Lekker meeblèren met de hits en in stilte genieten van de onbekendere nummers. Guy Garvey heeft een gouden strot en de zes prachtige vrouwen die de violen, trompet, trombone en sax voor hun rekening namen waren zo goed dat je je ogen er niet vanaf kon houden. Het was genieten met een grote G, om maar even onze Guus te quoten.

Terug met de boot was confronterend. De heenweg was één grote ontdekking, want alles was ons onbekend. Nu wisten we wat we konden verwachten en dan is prompt alles een beetje minder. De bedden waren niet zo goed opgemaakt, het beddengoed rook muffig, we lagen dieper in de romp en schudden daarom eigenlijk continu een klein beetje, en schudden heeft op ons geen slaapverwekkend effect. De hele nacht lagen we trillend wakker, dappere pogingen wagend om door het geschud heen in slaap te vallen, maar die slaap liet zich niet vatten. Dan maar een podcast luisteren. En wat wil nou het leuke toeval? Dat onze eigen podcast net live was gezet! Die van mij stond al live, maar die van ons tweeën nog niet. En die is eerlijk gezegd veel leuker. Dus naar ons eigen geneuzel luisterend vielen we dan toch eindelijk in slaap. Jezelf in slaap ouwehoeren. Oók een first 🙂

Over de schrijver

Marlies

Niets zo leuk als wandelen. Als ik wandel, voel ik me op z'n fijnst: mijn lijf aan de slag, mijn hoofd in de ruststand. Maar wat ik ook heel leuk vind, is schrijven. En op deze blog komen die beide passies samen: schrijven over wandelen. Dat dat hier kan, is een groot cadeau. En dat jij meeleest, is een minstens zo groot cadeau. Dus welkom op deze blog! Laat me vooral weten wat je vindt! Oh, en we hebben ook een account op Polarsteps, Facebook en Instagram. Mocht je exact willen zien waar we uithangen, of meer foto's bekijken en minder geouwehoer lezen. Kan allemaal :)

No reacties