Toen we gisteren tussen de honderden pelgrims in naar onze herberg liepen, zei ik tegen Piet: ‘Ik moet wel iets gaan doen aan dat natuurpoepen van mij, want dat is met al deze mensen om ons heen niet langer een optie, vrees ik.’ Vanochtend als we opstaan ben ik dan ook een beetje gespannen, maar al tijdens het ontbijt denk ik: volgens mij komt het goed. En wat denk je? Gewoon op de WC, zoals normale mensen. Ik was helemaal trots. En blij.
Het bleek echter niet zo nodig als dat ik dacht, want als we vanochtend om 7.45 uur de kou in stappen – ik heb voor het eerst sinds maanden mijn lange broek aan – is er niemand. Voor ons niet, achter ons niet. Het lijkt wel rustiger dan op de Primitivo! We genieten van de mooie bospaden die we bewandelen. Soms hebben we uitzicht over de heuvels om ons heen en zien we ragfijne mist door de valleien glijden, als suikerspin die langzaam oplost. We horen auto’s maar die blijven eigenlijk de hele dag ver weg, en verder is het bos, bos en bos. Dennenbos, eucalyptusbos, kastanjebos, soms zien we een paddenstoel, af en toe nog wat bloemen die laat in het seizoen nog in bloei staan, en we horen heel veel vogeltjes. Gezellig!
Na de eerste pauze zijn er toch weer wat bussen uitgeladen, want opeens is het net zo druk als gister. Gezamenlijk gaan we de bossen door en de heuvels over. Want dat moet wel gezegd: we krijgen het niet cadeau vandaag. Het is, zelfs zo dicht bij Santiago, verre van plat. Gaat het niet op, dan gaat het wel neer, allemaal korte klimmetjes en korte afdalinkjes. We moeten flink aan de slag, maar het weer werkt mee en het landschap is prachtig. We nemen een paar keer pauze in één van de vele barretjes op de route, en dan is het op naar de herberg.
Daar aangekomen treffen we één grote chaos. Een meisje achter de bar doet werkelijk alles door elkaar. Ze maakt geen enkele bestelling af en helpt iedereen tegelijk maar daardoor eigenlijk niemand echt. Af en toe komt er een verhitte kok uit de keuken met een bord voor god mag weten wie, en er rent nog een andere man rond die volgens mij ook van voren niet weet hoe hij het van achteren heeft. De hele bar staat vól met afwas en op elke tafel in het restaurant staan restanten van maaltijden. Niemand haalt af, niemand ruimt op, niemand wast af. Piet en ik – we hebben net vóór we in de herberg aankwamen een reusachtige regenbui op ons dak gehad dus komen als verzopen katjes binnen – besluiten eerst even te gaan zitten en een beetje op te drogen. Na 45 minuten vind ik dat het toch wel tijd wordt dat we inchecken. Ik schiet de rondrennende man aan en hij vraagt met zijn handen in smeekstand of we alsjeblieft nog vijf minuten kunnen wachten. Natuurlijk hombre! Na twintig minuten heeft hij blijkbaar lucht en vraagt hij om ons paspoort. Foto, handtekening, foto, handtekening, vamos. Hij brengt ons naar een kamer met daarin aan weerszijden een stapelbed. Cool! Als er mensen bij komen, zijn dat er maximaal twee. Dat is goed te doen.
Straks om 19.00 uur kunnen we terecht voor een avondmaaltijd. Onze laatste avondmaaltijd voor we morgen in Santiago aankomen. Wat we zojuist zagen, is niet veelbelovend, maar wat doet het ertoe; morgen zijn we er! Maar onze aankomst wordt wel een beetje anders dan we dachten. Ik heb namelijk gister met welgeteld – en ik lieg niet – zevenendertig accommodaties gebeld in Santiago. 37 stuks! En niemand had plek. Ik heb vaker dan me lief is het woord completo! gehoord. Dus ik ben accommodaties buiten Santiago gaan bellen en wat denk je: dertien kilometer buiten de stad vond ik de allereerste herberg die twee bedden vrij heeft morgen. Dat is me toch wat? We hebben dit totaal en volledig onderschat. En hoe kun je zoiets ook bevroeden; het is bijna oktober! Wie zijn al die mensen die massaal in Santiago slapen? Dus in plaats van morgen een feestje te bouwen in de stad waar we in vijf maanden naartoe zijn gewandeld en waar het stiekem allemaal om te doen is geweest, drinken we er hopelijk een drankje, misschien een snackje erbij, en dan verlaten we de stad weer. Met de taxi. Een beetje een afknapper is het wel, maar des te meer reden om morgen van elke minuut en elke meter te genieten. En dat gaan we zeker doen. Maar eerst die chaotische avondmaaltijd. Zal ons benieuwen!
Stijgen en dalen: 627 m omhoog, 620 m omlaag.
Slapen: Albergue Andaina. Slapen voor 12 euro pp in een slaapzaal. Enorm chaotische tent, aan een drukke weg. Niet aan te raden.
Dag lopers, ik wens jullie een mooie aankomst in Santiago. Vergeet niet om op de 1e etage van het pelgrimsburo een bezoekje te brengen aan de Huiskamer van de Lage Landen. Daar staan vrijwilligers van het Genootschap klaar met een kopje koffie , thee en niet te vergeten een koekje. Ook bieden zij een luisterend oor.
En dank voor jullie verhalen!
Dank je wel José. De verhalen heb ik heel graag geschreven, en daar ga ik ook gewoon mee door. Ik hoop dat je ons blijft volgen als we richting Porto afzakken. Zouden we leuk vinden!